Vrouwen Zendingsbond
Naam | Vrouwen Zendingsbond |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1929-1947 |
Denominatie | Nederlandse Hervormde Kerk |
Org | Zending |
Korte geschiedenis | Hoewel men zeer zeker niet onsympathiek stond tegenover de talrijke vrouwenhulpverenigingen, naaikransen, zendingsgroepen en dergelijke werd de Vrouwenzendingsbond bewust opgericht als zending voor en door vrouwen. Nieuw was dat men vrouwelijke zendelingen wilde gaan opleiden en uitzenden. Hoewel de eerste feministische golf na 1919 over haar hoogtepunt heen was, is de invloed van deze beweging onmiskenbaar. In 1935 werd de eerste zendelinge, Chr. Slotemaker de Bruïne, naar Oost-Java uitgezonden. Zij trad in dienst van het Nederlandsch Zendelinggenootschap, werd betaald door de Vrouwenzendingsbond en werd op Oost-Java volwaardig lid van de conferentie van zendelingen. Aldaar ondersteunde ze met name de vrouwenvereniging Wanita Rukun Santosa (Vrouwen door eenheid sterk) Als tweede zendeling zou G. Bron naar Korido in Nieuw-Guinea worden uitgezonden, maar wegens het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd zij gestationeerd op Java. |
Organisatie | Van de Vrouwen-Zendingsbond (VZB) konden lid worden: vrouwen-hulpvereeniginen, comite’s en zendingskringen, alsmede afgevaardigden van christelijke vrouwen- en meisjesverenigingen, voor zover deze laatste door de algemeene vergadering van den bond waren toegelaten. Niet alle bestuursleden hoefden afgevaardigden van een zendings corporatie te zijn. De oprichting van de VZB leidde tot nieuwe vrouwenzendingsgroepen, maar ook veel oudere hulpverenigingen gingen erin op. De leiding beruste bij een bestuur, bestaande uit minstens vijf leden. Deze werden gekozen door de algemene vergadering. In het bestuur zaten afgevaardigden van het Nederlandsch Zendelinggenootschap (NZG), de Utrechtsche Zendingsvereeniging (UZV), de Nederlandsche Zendingsvereeniging (NZV), het Zeister Zendingsgenootschap (ZZG), de Doopsgezonde Zendingsvereeniging (DZV), het Jaca Comité (JC), de Salatiga Zending en de Zending onder Israel. De presidente, de secretaresse en de penningmeesteresse vormden tezamen het dagelijks bestuur van de bond. Bij de bond waren in 1937 ruim 70 kringen van vrouwen aangesloten, goed voor zongeveer 1800 leden. De bond zelf was vanaf 1930 aangesloten bij YWCA-Nederland. In 1938 sloot de VZB een overeenkomst met de Samenwerkende Zendingscorporaties waarbij zij 'zich als zelfstandige corporatie stelt ten dienste van de SZC'. In 1951 droeg de VZB het werk over aan de Raad voor de Zending der Nederlandse Hervormde Kerk. |
Doelstelling | 'De bevordering van a) allen zendingsarbeid van vrouwen voor vrouwen b) de voorbereiding en opleiding van degenen, die zich tot dezen arbeid geroepen gevoelen en zich daartoe in dienst willen stellen van een der Nederlandsche Zendingscorporaties. Zij tracht dit doel te bereiken door: a. het tot stand brengen van samenwerking tussche bestaande vrouwen-hulp vereenigingen, comite’s, zendingskringen. B. het organiseren van provinciale, districts en plaatselijke afdelingen. C. Het beleggen van vergaderingen en het houden van samenkomsten. D. het geven van voorlichting aan en het bevorderen van scholing van aanstaande zendingsarbeidsters E. Het uitgeven van een orgaan en andere geschriften. F. het aanwenden van alle wettige middelen, die aan het doel van den bond bevorderlijk kunnen zijn. (Statuten 1936).Anders dan de oudere corporaties had de VZB geen dogmatische grondslag of doelstelling. |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||
Periodieken |
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Gering |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | Hoewel men zeer zeker niet onsympathiek stond tegenover de talrijke vrouwenhulpverenigingen, naaikransen, zendingsgroepen en dergelijke werd de Vrouwenzendingsbond bewust opgericht als zending voor en door vrouwen. Nieuw was dat men vrouwelijke zendelingen wilde gaan opleiden en uitzenden. Hoewel de eerste feministische golf na 1919 over haar hoogtepunt heen was, is de invloed van deze beweging onmiskenbaar. In 1935 werd de eerste zendelinge, Chr. Slotemaker de Bruïne, naar Oost-Java uitgezonden. Zij trad in dienst van het Nederlandsch Zendelinggenootschap, werd betaald door de Vrouwenzendingsbond en werd op Oost-Java volwaardig lid van de conferentie van zendelingen. Aldaar ondersteunde ze met name de vrouwenvereniging Wanita Rukun Santosa (Vrouwen door eenheid sterk) Als tweede zendeling zou G. Bron naar Korido in Nieuw-Guinea worden uitgezonden, maar wegens het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd zij gestationeerd op Java. |
Organisatie | Van de Vrouwen-Zendingsbond (VZB) konden lid worden: vrouwen-hulpvereeniginen, comite’s en zendingskringen, alsmede afgevaardigden van christelijke vrouwen- en meisjesverenigingen, voor zover deze laatste door de algemeene vergadering van den bond waren toegelaten. Niet alle bestuursleden hoefden afgevaardigden van een zendings corporatie te zijn. De oprichting van de VZB leidde tot nieuwe vrouwenzendingsgroepen, maar ook veel oudere hulpverenigingen gingen erin op. De leiding beruste bij een bestuur, bestaande uit minstens vijf leden. Deze werden gekozen door de algemene vergadering. In het bestuur zaten afgevaardigden van het Nederlandsch Zendelinggenootschap (NZG), de Utrechtsche Zendingsvereeniging (UZV), de Nederlandsche Zendingsvereeniging (NZV), het Zeister Zendingsgenootschap (ZZG), de Doopsgezonde Zendingsvereeniging (DZV), het Jaca Comité (JC), de Salatiga Zending en de Zending onder Israel. De presidente, de secretaresse en de penningmeesteresse vormden tezamen het dagelijks bestuur van de bond. Bij de bond waren in 1937 ruim 70 kringen van vrouwen aangesloten, goed voor zongeveer 1800 leden. De bond zelf was vanaf 1930 aangesloten bij YWCA-Nederland. In 1938 sloot de VZB een overeenkomst met de Samenwerkende Zendingscorporaties waarbij zij 'zich als zelfstandige corporatie stelt ten dienste van de SZC'. In 1951 droeg de VZB het werk over aan de Raad voor de Zending der Nederlandse Hervormde Kerk. |
Doelstelling | 'De bevordering van a) allen zendingsarbeid van vrouwen voor vrouwen b) de voorbereiding en opleiding van degenen, die zich tot dezen arbeid geroepen gevoelen en zich daartoe in dienst willen stellen van een der Nederlandsche Zendingscorporaties. Zij tracht dit doel te bereiken door: a. het tot stand brengen van samenwerking tussche bestaande vrouwen-hulp vereenigingen, comite’s, zendingskringen. B. het organiseren van provinciale, districts en plaatselijke afdelingen. C. Het beleggen van vergaderingen en het houden van samenkomsten. D. het geven van voorlichting aan en het bevorderen van scholing van aanstaande zendingsarbeidsters E. Het uitgeven van een orgaan en andere geschriften. F. het aanwenden van alle wettige middelen, die aan het doel van den bond bevorderlijk kunnen zijn. (Statuten 1936).Anders dan de oudere corporaties had de VZB geen dogmatische grondslag of doelstelling. |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||
Periodieken |
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Gering |