Franciscanessen van Veghel
Naam | Franciscanessen van Veghel |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1844-2011 |
Denominatie | rooms-katholiek |
Org | Missie |
Korte geschiedenis | De Penitenten-Recollectinen Uit de stichting van Franciscus van Assisi ontstonden al in de middeleeuwen diverse groepen kloosters doordat de meningen over hoe streng de regel moest worden toegepast verschilden. Een van deze op strenge onderhouding gerichte bewegingen was die van de Zusters Penitenten-Recolettinen. Onderdeel daarvan was een groep kloosters die in 1623 ontstond en de naam kreeg van Reform van Limburg. Deze zusters leiden een contemplatief bestaan in een slotklooster. Uit de Reform van Limburg zijn na 1795 voortgekomen: de Franciscanessen van Oirschot (1797) en de Franciscanessen van Dongen (1801). Uit deze twee congregaties ontstonden door afsplitsingen weer veel nieuwe congregaties. We onderscheiden twee families. De eerste ontstond uit de Franciscanessen van Oirschot: de Franciscanessen van Oisterwijk (1844) en de Franciscanessen van Gemert (1848). De aanvankelijke zelfstandige communiteiten in Oisterwijk en Gemert werden in 1891 weer ondergeschikt aan het moederhuis te Oirschot. De tweede familie ontstond uit de Franciscanessen van Dongen: de Franciscanessen van Etten (1820), de Franciscanessen van Roosendaal (1832) en de Franciscanessen van Oudenbosch (1838). Uiteindelijk ontstonden in het kleine bisdom Breda acht zustercongregaties die tot deze groep behoorden, en wel de congregaties van: Dongen, Etten-Leur, Roosendaal, Oudenbosch, Bergen op Zoom (voortgekomen uit Bredase gasthuiszusters), Roosendaal en twee in Breda (de zusters van Mater Dei [Moeder van God] die gespecialiseerd waren in ziekenhuiszorg en het St. Elisabethgesticht voortgekomen uit de zusters van Mater Dei. Buiten het bisdom Breda ontstonden de congregaties in Bennebroek (eveneens afgescheiden van de gasthuiszusters van Breda) en Veghel.
De congregatie De dagschool voor meisjes in Veghel werd in 1842 verlaten door de Dochters van Maria en Jozef. De plaatselijke pastoor Bernardinus Joannes van Miert (1801-1870) zorgde voor vervanging door onder meer zijn nicht Jacoba van Miert en enkele andere vrouwen in te schakelen. Hij had echter liever dat het onderwijs door religieuzen werd gegeven. Op zijn aanraden volgden de vrouwen het noviciaat bij de Franciscanessen van Roosendaal. In 1844 stichtte dit groepje vrouwen in Veghel een nieuwe congregatie. Deze verzorgde aanvankelijk onderwijs aan meisjes, maar vanaf ca. 1875 hielden de zusters zich ook bezig met ouderenzorg, verpleging aan huis en exploiteerden zij een ziekenhuis in Veghel. De congregatie telde in 1935 47 huizen en 837 leden.
De missie Ned. Indië Na aandringen van pater Alphonsus, provinciaal-overste van de Minderbroeders-Kapucijnen, en na consultatie van de bisschop van 's-Hertogenbosch, mgr. Van de Ven, namen de zusters op 14 juni 1906 de missie op Borneo op zich. Zij werkten zowel in de binnenlanden als aan de kust verdeeld in onderwijs en gezondheidszorg. Behalve het gebruikelijke primaire en secundaire onderwijs gaven zij ook cursussen in handwerken, Maleis, Engels, steno en typen. De zusters werkten verder in een ziekenhuis, een polikliniek, een leproserie en in de verpleging. De eerste inheemse zuster trad in 1949 in.
Filippijnen In mei 1928 richtte de bisschop van Tuguegarao (Filipijnen), mgr. C. Jurgens, een verzoek aan de zusters om te helpen een diocesane eigenlandse congregatie op te richten. Na goedkeuring van de paus vertrok men in 1929 naar de Filipijnen om aan de oproep gehoor te geven. De zusters werkten op het eiland Luzon in onderwijs en opvoeding. Ze dreven verscheidene lagere scholen, gaven mulo-onderwijs, leidden onderwijzeressen op, en gaven cursussen in steno en typen, muziek en opvoeding van kinderen.
Buiten bestek van deze gids vallen de missies in Tanzania (1962-1975) en Kenya (1993-)
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Katholieke Encyclopaedie 1935, lemma 'Franciscanessen', Van Woesik, 90-91, Willemsen, I, par. 2-29, Pius-almanak 1960/61, 386-387 en 438.
|
Organisatie | De congregatie kende tot 1985 een algemeen bestuur met de regio's Nederland, Indonesië en de Filipijnen. Sinds 30 december 1985 is er een generaal bestuur, dat in Veghel zetelt, met daaronder drie provincies: Nederland, Indonesia en de Filippijnen. De rechtspersoon van de congregatie is 'Het zedelijk lichaam De Zusters van Liefde te Veghel'
Alle informatie is geput uit: Van Woesik, 91, Pius-almanak 1960/61, 386, en bezoekverslag KAN 1993. |
Doelstelling | Tot de doelstellingen van de congregatie behoren onderwijs, gezondheidszorg, bejaardenzorg, maatschappelijk werk, pastoraal werk en missiewerk. Het onderwijs kreeg onder meer vorm in kweekscholen, ulo-scholen, huishoudscholen en pensionaten. In de missiegebieden was in sommige gevallen melaatsenzorg onderdeel van hun inspanningen het gebied van gezondheidszorg. |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | Zeven interviews, en wel de nrs.: 75 125 369 370 492 554 556 |
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Websites | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Losse archiefstukken | In het Katholiek Documentatie Centrum bevindt zich in de Verzameling Losse Archivalia: LARC 6412. Stukken betreffende de geschiedenis van enkele huizen in Nederland en de missie in Kipatimoe (Tanzania) van de zusters Franciscanessen van de Onbevlekte Ontvangenis der H. Moeder Gods (zusters van Veghel). z.j, 1 omslag. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Opmerkingen |
De geschiedenis van de Indonesische regio wordt in het Bahasa Indonesia vervaardigd door de Indonesische zuster franciscanes van Veghel Accursia Jozefa Widyarti (ingetreden 1957, oud-generaal overste) die daarvoor in de zomer van 2009 archiefonderzoek verrichtte in Klooster Sint Aegten, Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven.
|
Geschiedenis
Korte geschiedenis | De Penitenten-Recollectinen Uit de stichting van Franciscus van Assisi ontstonden al in de middeleeuwen diverse groepen kloosters doordat de meningen over hoe streng de regel moest worden toegepast verschilden. Een van deze op strenge onderhouding gerichte bewegingen was die van de Zusters Penitenten-Recolettinen. Onderdeel daarvan was een groep kloosters die in 1623 ontstond en de naam kreeg van Reform van Limburg. Deze zusters leiden een contemplatief bestaan in een slotklooster. Uit de Reform van Limburg zijn na 1795 voortgekomen: de Franciscanessen van Oirschot (1797) en de Franciscanessen van Dongen (1801). Uit deze twee congregaties ontstonden door afsplitsingen weer veel nieuwe congregaties. We onderscheiden twee families. De eerste ontstond uit de Franciscanessen van Oirschot: de Franciscanessen van Oisterwijk (1844) en de Franciscanessen van Gemert (1848). De aanvankelijke zelfstandige communiteiten in Oisterwijk en Gemert werden in 1891 weer ondergeschikt aan het moederhuis te Oirschot. De tweede familie ontstond uit de Franciscanessen van Dongen: de Franciscanessen van Etten (1820), de Franciscanessen van Roosendaal (1832) en de Franciscanessen van Oudenbosch (1838). Uiteindelijk ontstonden in het kleine bisdom Breda acht zustercongregaties die tot deze groep behoorden, en wel de congregaties van: Dongen, Etten-Leur, Roosendaal, Oudenbosch, Bergen op Zoom (voortgekomen uit Bredase gasthuiszusters), Roosendaal en twee in Breda (de zusters van Mater Dei [Moeder van God] die gespecialiseerd waren in ziekenhuiszorg en het St. Elisabethgesticht voortgekomen uit de zusters van Mater Dei. Buiten het bisdom Breda ontstonden de congregaties in Bennebroek (eveneens afgescheiden van de gasthuiszusters van Breda) en Veghel.
De congregatie De dagschool voor meisjes in Veghel werd in 1842 verlaten door de Dochters van Maria en Jozef. De plaatselijke pastoor Bernardinus Joannes van Miert (1801-1870) zorgde voor vervanging door onder meer zijn nicht Jacoba van Miert en enkele andere vrouwen in te schakelen. Hij had echter liever dat het onderwijs door religieuzen werd gegeven. Op zijn aanraden volgden de vrouwen het noviciaat bij de Franciscanessen van Roosendaal. In 1844 stichtte dit groepje vrouwen in Veghel een nieuwe congregatie. Deze verzorgde aanvankelijk onderwijs aan meisjes, maar vanaf ca. 1875 hielden de zusters zich ook bezig met ouderenzorg, verpleging aan huis en exploiteerden zij een ziekenhuis in Veghel. De congregatie telde in 1935 47 huizen en 837 leden.
De missie Ned. Indië Na aandringen van pater Alphonsus, provinciaal-overste van de Minderbroeders-Kapucijnen, en na consultatie van de bisschop van 's-Hertogenbosch, mgr. Van de Ven, namen de zusters op 14 juni 1906 de missie op Borneo op zich. Zij werkten zowel in de binnenlanden als aan de kust verdeeld in onderwijs en gezondheidszorg. Behalve het gebruikelijke primaire en secundaire onderwijs gaven zij ook cursussen in handwerken, Maleis, Engels, steno en typen. De zusters werkten verder in een ziekenhuis, een polikliniek, een leproserie en in de verpleging. De eerste inheemse zuster trad in 1949 in.
Filippijnen In mei 1928 richtte de bisschop van Tuguegarao (Filipijnen), mgr. C. Jurgens, een verzoek aan de zusters om te helpen een diocesane eigenlandse congregatie op te richten. Na goedkeuring van de paus vertrok men in 1929 naar de Filipijnen om aan de oproep gehoor te geven. De zusters werkten op het eiland Luzon in onderwijs en opvoeding. Ze dreven verscheidene lagere scholen, gaven mulo-onderwijs, leidden onderwijzeressen op, en gaven cursussen in steno en typen, muziek en opvoeding van kinderen.
Buiten bestek van deze gids vallen de missies in Tanzania (1962-1975) en Kenya (1993-)
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Katholieke Encyclopaedie 1935, lemma 'Franciscanessen', Van Woesik, 90-91, Willemsen, I, par. 2-29, Pius-almanak 1960/61, 386-387 en 438.
|
Organisatie | De congregatie kende tot 1985 een algemeen bestuur met de regio's Nederland, Indonesië en de Filipijnen. Sinds 30 december 1985 is er een generaal bestuur, dat in Veghel zetelt, met daaronder drie provincies: Nederland, Indonesia en de Filippijnen. De rechtspersoon van de congregatie is 'Het zedelijk lichaam De Zusters van Liefde te Veghel'
Alle informatie is geput uit: Van Woesik, 91, Pius-almanak 1960/61, 386, en bezoekverslag KAN 1993. |
Doelstelling | Tot de doelstellingen van de congregatie behoren onderwijs, gezondheidszorg, bejaardenzorg, maatschappelijk werk, pastoraal werk en missiewerk. Het onderwijs kreeg onder meer vorm in kweekscholen, ulo-scholen, huishoudscholen en pensionaten. In de missiegebieden was in sommige gevallen melaatsenzorg onderdeel van hun inspanningen het gebied van gezondheidszorg. |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | Zeven interviews, en wel de nrs.: 75 125 369 370 492 554 556 |
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Websites | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Losse archiefstukken | In het Katholiek Documentatie Centrum bevindt zich in de Verzameling Losse Archivalia: LARC 6412. Stukken betreffende de geschiedenis van enkele huizen in Nederland en de missie in Kipatimoe (Tanzania) van de zusters Franciscanessen van de Onbevlekte Ontvangenis der H. Moeder Gods (zusters van Veghel). z.j, 1 omslag. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Opmerkingen |
De geschiedenis van de Indonesische regio wordt in het Bahasa Indonesia vervaardigd door de Indonesische zuster franciscanes van Veghel Accursia Jozefa Widyarti (ingetreden 1957, oud-generaal overste) die daarvoor in de zomer van 2009 archiefonderzoek verrichtte in Klooster Sint Aegten, Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven.
|