Vereeniging tot uitbreiding van het Evangelie in Egypte te ‘s-Gravenhage
| Naam | Vereeniging tot uitbreiding van het Evangelie in Egypte te ‘s-Gravenhage |
| Naamsvarianten |
|
| Periode | 1885-1978 |
| Denominatie | Interkerkelijk (Nederlandse Hervormde Kerk en Evangelisch-Lutherse Kerk) |
| Org | Zending |
| Korte geschiedenis | De Vereeniging tot uitbreiding van het Evangelie in Egypte werd in 1885 opgericht als een comité, waarna in 1886 erkenning als vereniging volgde. De door de Ermelose Zendingsgemeente met steun van de Basler Missionsgesellschaft uitgezonden Jan Hendrik Spillenaar werkte reeds vanaf 1874 in het ten noorden van Cairo gelegen dorp Calioub (ook gespeld als Qualyub). Aangezien Ermelo dit werk niet langer kon financieren, trad Spillenaar in dienst van de Egyptezending. Het werk breidde zich uit naar het nabijgelegen dorp Barrage en omvatte tenslotte de eigenlijke zending die uitliep op de stichting van twee gemeenten,en verder onderwijs, een weeshuis en, gedurende korte tijd, medische zorg. Ook werden er in Nederland twee mensen, belast met de propaganda, aangesteld. Vanaf 1959 werd het werk geheel door Egyptenaren verzorgd. In 1950 sloten de twee zendingsgemeenten zich aan bij de Koptische Evangelische Kerk in Egypte (El-Kanisah El-Injiliyah). De volgende zendelingen en onderwijzers werden uitgezonden: J.H. Spillenaar (1886-1900), A. de Vlieger (1889-1896), P.J. Pennings (1899-1910), P. Bijl (1906-1942), H. Kat (1929-1950), C. Dolman (1937-1941), E. Koerselman (1949-1952) en A.C. van der Hof (1950-1959). Verder de dokter J.M. Wentzel (1920-1921) (Zie: Lems, Holland Mission). |
| Organisatie | De vereniging werd bestuurd door een comité bestaande uit ten minste vijf en ten hoogste tien leden, te kiezen uit en door de leden der vereniging, op de jaarlijkse te houden algemene vergadering. Jaarlijks traden twee van de bestuursleden volgens rooster af (meteen herkiesbaar). In het bestuur waren zowel hervormden als lutheranen vertegenwoordigd. In Nederland bestond een vrouwengroep in Den Haag (1893) en in Amsterdam (“Mirjam”, 1894), belast met geldwerving. Verder werd in 1898 de Kinderzendingsvereeniging ‘Egypte’ opgericht. In Apeldoorn bestond nog een halvecents-vereniging. In 1979 werd de Egypte-zending geïntegreerd in de Raad voor de Zending der Nederlandse Hervormde Kerk. De vereniging bleef formeel bestaan, maar bezittingen en taken werden overgedragen. (Zie: Lems, Holland Mission). |
| Doelstelling | Art. 1: De vereniging tot uitbreiding van het evangelie in Egypte, gevestigde te ’s-Gravenhage, stelt zich ten doel voor dat land zendelingen op te leiden, aan te stellen en uit te zenden. Art. 2: De grondslag der vereniging is het evangelie naar de schriften van het Oude en Nieuwe Verbond, welke zij van harte erkent als Gods woord, tot zaligheid ons geopenbaard. |
| Taken en activiteiten |
|
| Continenten |
|
| Lokatie |
|
| Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||
| Periodieken |
|
| Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||||
| Bronnen met verslaglegging |
|
||||||||||||||||||||||||
| Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||||||
| Informatiewaarde | Groot |
Geschiedenis
| Korte geschiedenis | De Vereeniging tot uitbreiding van het Evangelie in Egypte werd in 1885 opgericht als een comité, waarna in 1886 erkenning als vereniging volgde. De door de Ermelose Zendingsgemeente met steun van de Basler Missionsgesellschaft uitgezonden Jan Hendrik Spillenaar werkte reeds vanaf 1874 in het ten noorden van Cairo gelegen dorp Calioub (ook gespeld als Qualyub). Aangezien Ermelo dit werk niet langer kon financieren, trad Spillenaar in dienst van de Egyptezending. Het werk breidde zich uit naar het nabijgelegen dorp Barrage en omvatte tenslotte de eigenlijke zending die uitliep op de stichting van twee gemeenten,en verder onderwijs, een weeshuis en, gedurende korte tijd, medische zorg. Ook werden er in Nederland twee mensen, belast met de propaganda, aangesteld. Vanaf 1959 werd het werk geheel door Egyptenaren verzorgd. In 1950 sloten de twee zendingsgemeenten zich aan bij de Koptische Evangelische Kerk in Egypte (El-Kanisah El-Injiliyah). De volgende zendelingen en onderwijzers werden uitgezonden: J.H. Spillenaar (1886-1900), A. de Vlieger (1889-1896), P.J. Pennings (1899-1910), P. Bijl (1906-1942), H. Kat (1929-1950), C. Dolman (1937-1941), E. Koerselman (1949-1952) en A.C. van der Hof (1950-1959). Verder de dokter J.M. Wentzel (1920-1921) (Zie: Lems, Holland Mission). |
| Organisatie | De vereniging werd bestuurd door een comité bestaande uit ten minste vijf en ten hoogste tien leden, te kiezen uit en door de leden der vereniging, op de jaarlijkse te houden algemene vergadering. Jaarlijks traden twee van de bestuursleden volgens rooster af (meteen herkiesbaar). In het bestuur waren zowel hervormden als lutheranen vertegenwoordigd. In Nederland bestond een vrouwengroep in Den Haag (1893) en in Amsterdam (“Mirjam”, 1894), belast met geldwerving. Verder werd in 1898 de Kinderzendingsvereeniging ‘Egypte’ opgericht. In Apeldoorn bestond nog een halvecents-vereniging. In 1979 werd de Egypte-zending geïntegreerd in de Raad voor de Zending der Nederlandse Hervormde Kerk. De vereniging bleef formeel bestaan, maar bezittingen en taken werden overgedragen. (Zie: Lems, Holland Mission). |
| Doelstelling | Art. 1: De vereniging tot uitbreiding van het evangelie in Egypte, gevestigde te ’s-Gravenhage, stelt zich ten doel voor dat land zendelingen op te leiden, aan te stellen en uit te zenden. Art. 2: De grondslag der vereniging is het evangelie naar de schriften van het Oude en Nieuwe Verbond, welke zij van harte erkent als Gods woord, tot zaligheid ons geopenbaard. |
| Taken en activiteiten |
|
Geografie
| Continenten |
|
| Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
| Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||
| Periodieken |
|
Het archief
| Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||||
| Bronnen met verslaglegging |
|
||||||||||||||||||||||||
| Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||||||
| Informatiewaarde | Groot |