Raad van Samenwerking van de Gereformeerde Kerken in Nederland
| Naam | Raad van Samenwerking van de Gereformeerde Kerken in Nederland |
| Periode | 1951-1972 |
| Denominatie | Gereformeerde Kerken in Nederland |
| Org | Zending |
| Korte geschiedenis | Al in 1928 waren de bij de zending betrokken partijen begonnen met een informeel overleg. Tijdens de oorlog kreeg dit een meer vaste vorm. In 1941 werd een commissie voor de opleiding van zendingsarbeiders opgericht. Daarop volgde de commissie voor de wederopbouw van het medische werk omgezet in een commissie voor de wederopbouw van alle zendingswerk in Indonesië, geheten: de Commissie voor de vooropleiding en wederopbouw. In 1951 werd deze commissie geliquideerd en de raad van samenwerking opgericht. De raad, waarin onder andere de verschillende zendende kerken samenwerkten (Amsterdam, Arnhem, Delft, Heeg, Middelburg, Rotterdam, 'Soemba-zending', Utrecht, Generale Deputaten en de kerken van Groningen, Drenthe en Overijssel), had als aandachtsgebieden: samenwerking, jeugdwerk, lectuurdienst, medisch werk, onderwijs, de sociaal-economische dienst en de chinezen-zending, allen op het zendingsveld. |
| Organisatie | De Raad was voornamelijk een adviescollege ten behoeve van de Zendende Kerken. Bij de instelling van het Centraal Orgaan dat de taken van de Zendende Kerken overnam is de Raad van Samenwerking opgeheven. De zendingsarbeiders van de hulpdiensten traden voortaan in dienst van de raad, al onderhielden ze wel correspondentie met de kerk op wiens terrein ze werkzaam waren. Het secretariaat van de Raad bevond zich bij het Zendingscentrum te Leusden. Voorts had men ook een sociaal-economisch adviseur t.b.v. de zending in dienst. |
| Doelstelling | Samenwerking tussen zendende kerken, jeugdwerk, lectuurdienst, medisch werk, onderwijs, de sociaal-economische dienst en de chinezen-zending, allen op het zendingsveld. (Officiele doelstelling niet bekend). |
| Taken en activiteiten |
|
| Voorloper |
|
| Continenten |
|
| Lokatie |
|
| Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||
| Informatiewaarde | Gering |
Geschiedenis
| Korte geschiedenis | Al in 1928 waren de bij de zending betrokken partijen begonnen met een informeel overleg. Tijdens de oorlog kreeg dit een meer vaste vorm. In 1941 werd een commissie voor de opleiding van zendingsarbeiders opgericht. Daarop volgde de commissie voor de wederopbouw van het medische werk omgezet in een commissie voor de wederopbouw van alle zendingswerk in Indonesië, geheten: de Commissie voor de vooropleiding en wederopbouw. In 1951 werd deze commissie geliquideerd en de raad van samenwerking opgericht. De raad, waarin onder andere de verschillende zendende kerken samenwerkten (Amsterdam, Arnhem, Delft, Heeg, Middelburg, Rotterdam, 'Soemba-zending', Utrecht, Generale Deputaten en de kerken van Groningen, Drenthe en Overijssel), had als aandachtsgebieden: samenwerking, jeugdwerk, lectuurdienst, medisch werk, onderwijs, de sociaal-economische dienst en de chinezen-zending, allen op het zendingsveld. |
| Organisatie | De Raad was voornamelijk een adviescollege ten behoeve van de Zendende Kerken. Bij de instelling van het Centraal Orgaan dat de taken van de Zendende Kerken overnam is de Raad van Samenwerking opgeheven. De zendingsarbeiders van de hulpdiensten traden voortaan in dienst van de raad, al onderhielden ze wel correspondentie met de kerk op wiens terrein ze werkzaam waren. Het secretariaat van de Raad bevond zich bij het Zendingscentrum te Leusden. Voorts had men ook een sociaal-economisch adviseur t.b.v. de zending in dienst. |
| Doelstelling | Samenwerking tussen zendende kerken, jeugdwerk, lectuurdienst, medisch werk, onderwijs, de sociaal-economische dienst en de chinezen-zending, allen op het zendingsveld. (Officiele doelstelling niet bekend). |
| Taken en activiteiten |
|
| Voorloper |
|
Geografie
| Continenten |
|
| Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Het archief
| Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||
| Informatiewaarde | Gering |