Tweede Doopsgezinde Vrouwenhulpvereniging
Naam | Tweede Doopsgezinde Vrouwenhulpvereniging |
Periode | 1875-1921 |
Denominatie | Doopsgezind |
Org | Zending |
Korte geschiedenis | De vereniging wordt voor de eerste maal in 1875 vermeld, voor de laatste keer in 1921. Zij was een geldinzamelingsvereniging om het werk van de Doopsgezinde zending te ondersteunen. Zeker zo belangrijk was het onderhouden van contacten met de vrouwen van zendingswerkers. Men steunde de vrouwen ook in materieel opzicht. Verder werkten diverse naaikransen voor de vereniging. |
Organisatie | Vereniging van vrouwen met bestuur, te Amsterdam. De voorzitter van de vereniging was altijd een doopsgezind predikant die de vergaderingen voorzat en tevens inleidde met een gebed en een bijbelbespreking. Vanaf 1853 waren dat achtereenvolgens ds. van der Goot, ds. Kuiper, dr. A.K. Kuiper, ds. Hylkema. De notulen van de (eerste) doopsgezinde Vrouwenhulpvereniging lopen tot 1878 en de Doopsgezinde Vrouwen Zendingsvereniging was actief vanaf 1915. Het is niet bekend of deze overlap komt doordat de verenigingen naast elkaar hebben bestaan. De Tweede volgde in elk geval op de Eerste.
|
Doelstelling | Niet bekend [Geldinzameling en (financiële) ondersteuning van vrouwen van zendelingen en plaatselijke zendingsmedewerkers) Doelstelling van de (eerste) Doopsgezinde Vrouwenhulpvereniging: 'Het Herenbestuur [van de Doopsgezinde Zendings Vereeniging) behulpzaam te zijn naar de eisch en behoudens het eigenaardige der Vrouwelijke roeping in Christus', door 'gelden bijeen te brengen voor de uitrusting der Evangelieboden en met hunne vrouwen een geregelde betrekking te onderhouden en haar behulpzaam te zijn, door het bezorgen van benodigdheden, die zij, bij de opleiding van meisjes vooral, behoeven. De ingezamelde gelden, voorzover zij die zelve niet besteedt, worden gestort in de kas der Doopsgezinde Vereeniging'. (zie: Algemeen Doopsgezind Weekblad, 1-5-1954) |
Taken en activiteiten |
|
Voorloper |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||
Archivalie elders | |||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||
Opmerkingen | In het artikel 'Zeshonderd notulen' in het Algemeen Doopsgezind Weekblad van 1 mei 1954 door mw. Dozy - de Stoppelaar is prake van de 'dikke notulenboeken van 600 vergaderingen (vanaf 1853). Bij het secretariaat is niet bekend waar de notulenboeken vanaf vergadering 142 (1878) tot vergadering 582 (1940) zich thans bevinden. Waarschijnlijk zijn ze in in particulier bezit geraakt of ze zijn opgenomen in het archief van de Doopsgezinde Zendingsvereeniging met een verkeerde verwijzing. |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | De vereniging wordt voor de eerste maal in 1875 vermeld, voor de laatste keer in 1921. Zij was een geldinzamelingsvereniging om het werk van de Doopsgezinde zending te ondersteunen. Zeker zo belangrijk was het onderhouden van contacten met de vrouwen van zendingswerkers. Men steunde de vrouwen ook in materieel opzicht. Verder werkten diverse naaikransen voor de vereniging. |
Organisatie | Vereniging van vrouwen met bestuur, te Amsterdam. De voorzitter van de vereniging was altijd een doopsgezind predikant die de vergaderingen voorzat en tevens inleidde met een gebed en een bijbelbespreking. Vanaf 1853 waren dat achtereenvolgens ds. van der Goot, ds. Kuiper, dr. A.K. Kuiper, ds. Hylkema. De notulen van de (eerste) doopsgezinde Vrouwenhulpvereniging lopen tot 1878 en de Doopsgezinde Vrouwen Zendingsvereniging was actief vanaf 1915. Het is niet bekend of deze overlap komt doordat de verenigingen naast elkaar hebben bestaan. De Tweede volgde in elk geval op de Eerste.
|
Doelstelling | Niet bekend [Geldinzameling en (financiële) ondersteuning van vrouwen van zendelingen en plaatselijke zendingsmedewerkers) Doelstelling van de (eerste) Doopsgezinde Vrouwenhulpvereniging: 'Het Herenbestuur [van de Doopsgezinde Zendings Vereeniging) behulpzaam te zijn naar de eisch en behoudens het eigenaardige der Vrouwelijke roeping in Christus', door 'gelden bijeen te brengen voor de uitrusting der Evangelieboden en met hunne vrouwen een geregelde betrekking te onderhouden en haar behulpzaam te zijn, door het bezorgen van benodigdheden, die zij, bij de opleiding van meisjes vooral, behoeven. De ingezamelde gelden, voorzover zij die zelve niet besteedt, worden gestort in de kas der Doopsgezinde Vereeniging'. (zie: Algemeen Doopsgezind Weekblad, 1-5-1954) |
Taken en activiteiten |
|
Voorloper |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||
Archivalie elders | |||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||
Opmerkingen | In het artikel 'Zeshonderd notulen' in het Algemeen Doopsgezind Weekblad van 1 mei 1954 door mw. Dozy - de Stoppelaar is prake van de 'dikke notulenboeken van 600 vergaderingen (vanaf 1853). Bij het secretariaat is niet bekend waar de notulenboeken vanaf vergadering 142 (1878) tot vergadering 582 (1940) zich thans bevinden. Waarschijnlijk zijn ze in in particulier bezit geraakt of ze zijn opgenomen in het archief van de Doopsgezinde Zendingsvereeniging met een verkeerde verwijzing. |