Doopsgezinde Vereniging tot Evangelieverbreiding
Naam | Doopsgezinde Vereniging tot Evangelieverbreiding |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1847-2011 |
Denominatie | Doopsgezind |
Org | Zending |
Korte geschiedenis | In 1847 werd de Nederlandse afdeling van de Engelse Baptist Missionary Society opgeheven, waardoor de doopsgezinden andere wegen zochten voor de zending. Nadat pogingen tot samenwerking met het Nederlands Zendeling Genootschap waren stukgelopen op de verschillende standpunten inzake de kinderdoop, begon men in 1847 zelf aan het zendingswerk met de Doopsgezinde Vereeniging. Zeer belangrijk was de steun van doopsgezinden uit Duitsland en Zuid-Rusland, de helft van het geld kwam van deze gelovigen. Ook hadden Duitsers, Zwitsers en Russen een groot aandeel in het feitelijke zendingswerk. In 1900 werd er een conferentie van zendelingen ingesteld, voor onderling overleg, die steeds meer uit zou groeien tot een synodale vergadering, overigens zonder Javaanse inbreng. De vereniging stichtte verschillende zendingskolonies in het noorden van de residentie Japara (noordkust van Java), waaraan weer bijposten voor evangelisatie en zendingsziekenhuizen werden verbonden. Het zendingswerk leidde in 1940 tot de oprichting van de Javaanse Broederschap (Gereja Kristen Jawa Sekitar Muria, sinds 1949 Gereja Injili di Tanah Jawa). Los van deze kerk stond overigens de Persatuan Gereja-gereja Kristen Muria Indonesia die al in 1927 was opgericht. Deze kerk bestond oorspronkelijk uit Chinezen. [Zie o.a. Jensma, Doopsgezinde zending in Indonesie] |
Organisatie | De organisatie is een vereniging en stond tot 1957 formeel los van de Algemene Doopsgezinde Sociëteit en de Amsterdamse Doopsgezinde Gemeente. In de eerste jaren na de oprichting bestond het Bestuur uit twaalf leden, van wie er zeven in Amsterdam woonden. De laatsten, die eens per maand vergaderden, vormden het dagelijks bestuur. In de maand juli kwamen alle bestuursleden in een gecombineerde vergadering bijeen. De contributie bedroeg vijf gulden, zowel voor leden als begunstigers. Een officieel reglement voor bestuur en leden kwam eerst in 1859 tot stand. Latere wijzigingen (1876, 1914, 1927 en 1929) lieten de organisatie vrijwel onaangetast. Vooral de verhouding tussen het te Amsterdam gevestigde Bestuur en de over Nederland verspreid wonende leden moest nader worden geregeld. Laatstgenoemden kregen het recht zich te verenigen tot plaatselijke afdelingen met een beperkte zelfbeschikking. De als contributies en donaties geïnde gelden moesten aan het hoofdbestuur worden afgedragen, waardoor Amsterdam enigermate werd ontlast. De plaatselijke afdelingen stuurden volgens een bepaalde regeling afgevaardigden naar de jaarlijkse algemene vergadering (opvolger van de gecombineerde vergadering), die de leden van het hoofdbestuur benoemde uit aangeboden dubbeltallen en jaarlijkse rekening en jaarverslag goedkeurde dan wel verwierp. In 1957 werd er naast de vereniging een stichting in het leven geroepen. De Algemene Doopsgezinde Societeit nam door deze stichting formeel deel aan het zendingswerk en vormde het bestuur, namelijk de Doopsgezinde Zendingsraad. Verder bestonden er behalve de Vrouwenhulpvereniging in Amsterdam, dergelijke verenigingen lle en Rotterdam. |
Doelstelling | 'De Vereeniging heeft ten doel om de Evangelie-verbreiding in de Nederlandsche Overzeesche Bezittingen te bevorderen. De vereeniging tracht dit doel te bereiken door de opleiding, de uitzending en de voortdurende ondersteuning van personen, behoorende tot de Doopsgezinde Kerkgemeenschap, hetzij in Nederland of in het Buitenland, die, onder het Bestuur der Vereeniging, hetzij regtstreeks hetzij zijdelings, het werk der Evangelie-verbreiding in Nederlands Overzeesche Bezittingen bevorderen of wenschen te bevorderen. '(art. 2,3 statuten 1859) |
Taken en activiteiten |
|
Voorloper |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bronnenpublicatie |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||
Websites | |||||||||||||||||||||
Bronnen met verslaglegging | Conferenties
180 Notulen van de zendelingenconferentie. Afschriften, 1927-1940. 1 omslag
181 Lijst van brieven, ingekomen bij de zendelingenconferentie; met aantekening omtrent de inhoud, 1934-1942.
190 Verslagen van de conferentie van Zendingsarbeiders, 1913,1926,1946. 1 omslag
(Jaar)verslagen e.d.
144-153 Jaarverslagen, 1849-1938,1945-1949. 10 omslagen
171-173 J aarverslagen betreffende de zendingskolonies en hun bijposten;met bijlagen,1864-1940. 3 omslagen
176 Rapporten betreffende zendingskolonies en ziekenhuizen, 1912, 1915, 1923, 1930, 1935, 1939. 1 omslag
217 Jaarverslagen van de zendingsscholen; met bijlagen, 1915-1928, 1932-1938. 1 omslag
228 Jaarverslagen van ziekenhuizen en poliklinieken te Margaredja, 1910, 1911, 1915, 1917, 1919, 1927-1935, 1937, 1938. 1 omslag
232 Jaarverslagen van de ziekenhuizen te Kalet-Tajoe;metbijlagen.1915-1917, 1919, 1923, 1927-1938. 1 omslag
234 Jaarverslag van de melaatseninrichting Dono-Rodjo, 1926-1938. 1 omslag
371 Verslagen van het Doopsgezinde Zendingsveld op Java, 1940-1947. 1 deeltje |
||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Interressant archief |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | In 1847 werd de Nederlandse afdeling van de Engelse Baptist Missionary Society opgeheven, waardoor de doopsgezinden andere wegen zochten voor de zending. Nadat pogingen tot samenwerking met het Nederlands Zendeling Genootschap waren stukgelopen op de verschillende standpunten inzake de kinderdoop, begon men in 1847 zelf aan het zendingswerk met de Doopsgezinde Vereeniging. Zeer belangrijk was de steun van doopsgezinden uit Duitsland en Zuid-Rusland, de helft van het geld kwam van deze gelovigen. Ook hadden Duitsers, Zwitsers en Russen een groot aandeel in het feitelijke zendingswerk. In 1900 werd er een conferentie van zendelingen ingesteld, voor onderling overleg, die steeds meer uit zou groeien tot een synodale vergadering, overigens zonder Javaanse inbreng. De vereniging stichtte verschillende zendingskolonies in het noorden van de residentie Japara (noordkust van Java), waaraan weer bijposten voor evangelisatie en zendingsziekenhuizen werden verbonden. Het zendingswerk leidde in 1940 tot de oprichting van de Javaanse Broederschap (Gereja Kristen Jawa Sekitar Muria, sinds 1949 Gereja Injili di Tanah Jawa). Los van deze kerk stond overigens de Persatuan Gereja-gereja Kristen Muria Indonesia die al in 1927 was opgericht. Deze kerk bestond oorspronkelijk uit Chinezen. [Zie o.a. Jensma, Doopsgezinde zending in Indonesie] |
Organisatie | De organisatie is een vereniging en stond tot 1957 formeel los van de Algemene Doopsgezinde Sociëteit en de Amsterdamse Doopsgezinde Gemeente. In de eerste jaren na de oprichting bestond het Bestuur uit twaalf leden, van wie er zeven in Amsterdam woonden. De laatsten, die eens per maand vergaderden, vormden het dagelijks bestuur. In de maand juli kwamen alle bestuursleden in een gecombineerde vergadering bijeen. De contributie bedroeg vijf gulden, zowel voor leden als begunstigers. Een officieel reglement voor bestuur en leden kwam eerst in 1859 tot stand. Latere wijzigingen (1876, 1914, 1927 en 1929) lieten de organisatie vrijwel onaangetast. Vooral de verhouding tussen het te Amsterdam gevestigde Bestuur en de over Nederland verspreid wonende leden moest nader worden geregeld. Laatstgenoemden kregen het recht zich te verenigen tot plaatselijke afdelingen met een beperkte zelfbeschikking. De als contributies en donaties geïnde gelden moesten aan het hoofdbestuur worden afgedragen, waardoor Amsterdam enigermate werd ontlast. De plaatselijke afdelingen stuurden volgens een bepaalde regeling afgevaardigden naar de jaarlijkse algemene vergadering (opvolger van de gecombineerde vergadering), die de leden van het hoofdbestuur benoemde uit aangeboden dubbeltallen en jaarlijkse rekening en jaarverslag goedkeurde dan wel verwierp. In 1957 werd er naast de vereniging een stichting in het leven geroepen. De Algemene Doopsgezinde Societeit nam door deze stichting formeel deel aan het zendingswerk en vormde het bestuur, namelijk de Doopsgezinde Zendingsraad. Verder bestonden er behalve de Vrouwenhulpvereniging in Amsterdam, dergelijke verenigingen lle en Rotterdam. |
Doelstelling | 'De Vereeniging heeft ten doel om de Evangelie-verbreiding in de Nederlandsche Overzeesche Bezittingen te bevorderen. De vereeniging tracht dit doel te bereiken door de opleiding, de uitzending en de voortdurende ondersteuning van personen, behoorende tot de Doopsgezinde Kerkgemeenschap, hetzij in Nederland of in het Buitenland, die, onder het Bestuur der Vereeniging, hetzij regtstreeks hetzij zijdelings, het werk der Evangelie-verbreiding in Nederlands Overzeesche Bezittingen bevorderen of wenschen te bevorderen. '(art. 2,3 statuten 1859) |
Taken en activiteiten |
|
Voorloper |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bronnenpublicatie |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||
Websites | |||||||||||||||||||||
Bronnen met verslaglegging | Conferenties
180 Notulen van de zendelingenconferentie. Afschriften, 1927-1940. 1 omslag
181 Lijst van brieven, ingekomen bij de zendelingenconferentie; met aantekening omtrent de inhoud, 1934-1942.
190 Verslagen van de conferentie van Zendingsarbeiders, 1913,1926,1946. 1 omslag
(Jaar)verslagen e.d.
144-153 Jaarverslagen, 1849-1938,1945-1949. 10 omslagen
171-173 J aarverslagen betreffende de zendingskolonies en hun bijposten;met bijlagen,1864-1940. 3 omslagen
176 Rapporten betreffende zendingskolonies en ziekenhuizen, 1912, 1915, 1923, 1930, 1935, 1939. 1 omslag
217 Jaarverslagen van de zendingsscholen; met bijlagen, 1915-1928, 1932-1938. 1 omslag
228 Jaarverslagen van ziekenhuizen en poliklinieken te Margaredja, 1910, 1911, 1915, 1917, 1919, 1927-1935, 1937, 1938. 1 omslag
232 Jaarverslagen van de ziekenhuizen te Kalet-Tajoe;metbijlagen.1915-1917, 1919, 1923, 1927-1938. 1 omslag
234 Jaarverslag van de melaatseninrichting Dono-Rodjo, 1926-1938. 1 omslag
371 Verslagen van het Doopsgezinde Zendingsveld op Java, 1940-1947. 1 deeltje |
||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Interressant archief |