Zendingsseminarie van de Gereformeerde Kerken in Nederland
Naam | Zendingsseminarie van de Gereformeerde Kerken in Nederland |
Periode | 1956-1971 |
Denominatie | Gereformeerde Kerken in Nederland |
Org | Zending |
Korte geschiedenis | Pas in 1939 kregen de Gereformeerde Kerken weer een aparte zendingsopleiding. De oude school was in 1891 opgehouden met het opleiden van zendelingen. Het standpunt van de Generale Synode van 1902, dat zendingsarbeiders in de hoofddienst volledig opgeleide predikanten moesten zijn, had er toe geleid dat er geen aparte zendingsopleiding werd verplicht gesteld. In 1939 belastte de Generale Synode de nieuwe gereformeerde zendingshoogleraar prof. dr. J.H. Bavinck, voorheen werkzaam in Solo en Jogjakarta, toch met een zendingsopleiding aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. In 1941 werd vervolgens de commissie voor de Vooropleiding ingesteld. Haar taak was de opleiding van zendingswerkers die na de oorlog zouden worden uitgezonden. In 1945 volgde de instelling van de Commissie van Wederopbouw (gezamenlijke hervatting werkzaamheden Zendende Kerken). In 1951 kwam het tot een splitsing van de vooropleiding in twee gedeelten, te weten een cursus ter bestudering van de op de zendingsterreinen gesproken talen en een cursus voor de overige aangelegenheden. Dit ging gepaard met de installatie van een nieuwe commissie, de Commissie voor de Vooropleiding en Wederopbouw, onder leiding van prof. dr. J.H. Bavinck. Pas in 1956 werd vervolgens het Zendingsseminarie ingesteld. De eerste directeur ('rector') was prof. dr. H. Bergema. Er werden twee soorten colleges gegeven, te weten algemeen orienterende (afgekort als AZO, Algemene zendingsopleiding) en meer gespecialiseerde (afgekort als GOZA, Gespecialiseerde Opleiding voor aanstaande Zendingsarbeiders). AZO was voornamelijk voor oudere-jaars theologie-studenten en jonge dominees, GOZA voor predikanten, missionaire zusters, artsen, verpleegsters, sociaal-economen en anderen die van de kerken een beroep ontvangen hadden. (Inventaris van de archieven van het deputaatschap voor de zending, het zendingscentrum c.a. van de Gereformeerde Kerken in Nederland, Deel I, (1905) 1931-1972 (1976), 154.) |
Organisatie | Het zendingsseminarie werd bestuurd door een curatorium. Dat curatorium werd benoemd door de Generale Zendingsdeputaten, die door de Generale Synode belast waren met de opleiding van zendelingen in Nederland en inheemse werkkrachten. Het curatorium was een rechtstreekse voortzetting van de commissie voor de vooropleiding. Men vergaderde vijf maal per jaar. In 1956 hadden zitting: prof. dr. J.H. Bavinck als president-curator, ds. B. Richters als secretaris, ds. W. Fijn van Draat, speciaal met het oog op de ook aan het curatorium toevertrouwde zorg voor de Indonesische studenten, die hier te lande op kosten van de Gereformeerde Kerken studeerden, dr. J.C. Gilhuis, ds. J.R. Hommes, ds. H.A. Munnik, ir. P.Ph. Steneker, ds. J.C. Sikkel als vertegenwoordiger van de Deputaten voor de Jodenzending, aangezien de missionaire predikanten voor de Jodenzending voortaan ook op het Zendingsseminarie zouden worden opgeleid. Men had een uitgebreid docentencorps te onderscheiden in docenten en gast-docenten |
Doelstelling | Opleiding van zendelingen in Nederland en inheemse werkkrachten. Met de instelling van het Zendingsseminarie werd uitvoering gegeven aan de besluiten van de Generale Synode van Leeuwarden. Het onderwijs werd zo meer gesystematiseerd en op academisch peil gebracht, o.a. door de uitbreiding van het corps van docenten, de benoeming van de zendingshoogleraar tot rector en de omzetting van de Commissie voor de Vooropleiding in een Curatorium, terwijl deze verandering ook in de naam tot uitdrukking zou worden gebracht door voortaan te spreken van Zendingseminarie. [zie de uitgave: Zendingsseminarie van de Gereformeerde Kerken in Nederland te Baarn, z.j.] |
Taken en activiteiten |
|
Voorloper |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||||||
Opmerkingen | De uitgave 'Zendingsseminarie' bevindt zich in het voornoemde archief (Toegangsnummer 1133, Inventarisnummer 3076). |
||||||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Interressant archief |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | Pas in 1939 kregen de Gereformeerde Kerken weer een aparte zendingsopleiding. De oude school was in 1891 opgehouden met het opleiden van zendelingen. Het standpunt van de Generale Synode van 1902, dat zendingsarbeiders in de hoofddienst volledig opgeleide predikanten moesten zijn, had er toe geleid dat er geen aparte zendingsopleiding werd verplicht gesteld. In 1939 belastte de Generale Synode de nieuwe gereformeerde zendingshoogleraar prof. dr. J.H. Bavinck, voorheen werkzaam in Solo en Jogjakarta, toch met een zendingsopleiding aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. In 1941 werd vervolgens de commissie voor de Vooropleiding ingesteld. Haar taak was de opleiding van zendingswerkers die na de oorlog zouden worden uitgezonden. In 1945 volgde de instelling van de Commissie van Wederopbouw (gezamenlijke hervatting werkzaamheden Zendende Kerken). In 1951 kwam het tot een splitsing van de vooropleiding in twee gedeelten, te weten een cursus ter bestudering van de op de zendingsterreinen gesproken talen en een cursus voor de overige aangelegenheden. Dit ging gepaard met de installatie van een nieuwe commissie, de Commissie voor de Vooropleiding en Wederopbouw, onder leiding van prof. dr. J.H. Bavinck. Pas in 1956 werd vervolgens het Zendingsseminarie ingesteld. De eerste directeur ('rector') was prof. dr. H. Bergema. Er werden twee soorten colleges gegeven, te weten algemeen orienterende (afgekort als AZO, Algemene zendingsopleiding) en meer gespecialiseerde (afgekort als GOZA, Gespecialiseerde Opleiding voor aanstaande Zendingsarbeiders). AZO was voornamelijk voor oudere-jaars theologie-studenten en jonge dominees, GOZA voor predikanten, missionaire zusters, artsen, verpleegsters, sociaal-economen en anderen die van de kerken een beroep ontvangen hadden. (Inventaris van de archieven van het deputaatschap voor de zending, het zendingscentrum c.a. van de Gereformeerde Kerken in Nederland, Deel I, (1905) 1931-1972 (1976), 154.) |
Organisatie | Het zendingsseminarie werd bestuurd door een curatorium. Dat curatorium werd benoemd door de Generale Zendingsdeputaten, die door de Generale Synode belast waren met de opleiding van zendelingen in Nederland en inheemse werkkrachten. Het curatorium was een rechtstreekse voortzetting van de commissie voor de vooropleiding. Men vergaderde vijf maal per jaar. In 1956 hadden zitting: prof. dr. J.H. Bavinck als president-curator, ds. B. Richters als secretaris, ds. W. Fijn van Draat, speciaal met het oog op de ook aan het curatorium toevertrouwde zorg voor de Indonesische studenten, die hier te lande op kosten van de Gereformeerde Kerken studeerden, dr. J.C. Gilhuis, ds. J.R. Hommes, ds. H.A. Munnik, ir. P.Ph. Steneker, ds. J.C. Sikkel als vertegenwoordiger van de Deputaten voor de Jodenzending, aangezien de missionaire predikanten voor de Jodenzending voortaan ook op het Zendingsseminarie zouden worden opgeleid. Men had een uitgebreid docentencorps te onderscheiden in docenten en gast-docenten |
Doelstelling | Opleiding van zendelingen in Nederland en inheemse werkkrachten. Met de instelling van het Zendingsseminarie werd uitvoering gegeven aan de besluiten van de Generale Synode van Leeuwarden. Het onderwijs werd zo meer gesystematiseerd en op academisch peil gebracht, o.a. door de uitbreiding van het corps van docenten, de benoeming van de zendingshoogleraar tot rector en de omzetting van de Commissie voor de Vooropleiding in een Curatorium, terwijl deze verandering ook in de naam tot uitdrukking zou worden gebracht door voortaan te spreken van Zendingseminarie. [zie de uitgave: Zendingsseminarie van de Gereformeerde Kerken in Nederland te Baarn, z.j.] |
Taken en activiteiten |
|
Voorloper |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||||||
Opmerkingen | De uitgave 'Zendingsseminarie' bevindt zich in het voornoemde archief (Toegangsnummer 1133, Inventarisnummer 3076). |
||||||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Interressant archief |