Zendende Kerk van Heeg
Naam | Zendende Kerk van Heeg |
Periode | 1900-1955 |
Denominatie | Gereformeerde Kerken in Nederland |
Org | Zending |
Korte geschiedenis | In 1900 vestigde missionair predikant D. Bakker zich in Keboemen, gelegen aan de spoorlijn van Bandung naar Jogjakarta. Vandaaruit werkte hij in de regentschappen Keboemen en Karanganjar. In 1930 nam men het terrein Wonosobo over van de zendende kerk van Delft. Begin jaren dertig werden er missionaire zusters aangesteld, belast met de ontwikkeling van het vrouwenwerk. Het onderwijs kreeg nadrukkelijk aandacht. Een deel van de scholen ging rechtstreeks uit van de zending, een deel van particuliere, gereformeerde, verenigingen. Ook voor de medische dienst zond de zending zelf werkers uit, maar ze werd ruimschoots ondersteund door particulier initiatief vanuit Nederland. In 1931 werd de eerste synode gehouden van de gereformeerd kerken op Midden-Java. In 1950 werd de classis Banjoemas opgesplitst in noord en zuid. De zendende kerk van Adipala (Java) werkte in Banjoemas-Zuid tot 1955 samen met Heeg volgens een regionaal akkoord. Ook werden in 1950 de classes Keboemen, Poerworedjo en Banjoemas-Zuid bij elkaar gevoegd. In 1955 werd het gebied opnieuw verdeeld tussen Friesland-Zuid (Heeg) en Friesland-Noord (Leeuwarden). Heeg trok zich wegens bezwaren hiertegen terug waarna Sneek de taken van Heeg overnam. |
Organisatie | De plaatselijke kerk was volgens de gereformeerde zendingsorde van 1902 de aangewezen instantie om zending te bedrijven. De Gereformeerde kerken in Nederland concentreerden hun zendingsactiviteiten op het zuiden van Midden-Java ('Midden-Java ten zuiden) en op het eiland Soemba. In de periode 1902-1931 waren op Java de volgende zendende kerken actief: Utrecht (vanaf 1897), Heeg (Friesland, vanaf 1900), Amsterdam (vanaf 1901), Delft (vanaf 1903) en Middelburg (vanaf 1911), De zendende kerken werkten in dit veld meestal samen met andere kerken. Vaak werd om dat in goede banen te leiden een 'akkoord van Samenwerking' gesloten. De kerk van Heeg werkt samen met de kerken uit de provincie Friesland, die tien classes telde. Sinds 1905 was Friesland verdeeld over twee particuliere synoden. Men rapporteerde jaarlijks aan de provinciale synode van Friesland, vanaf 1905 aan de twee particuliere synoden en vanaf 1915 aan de Friese zendingssynode. Het samenwerkingsorgaan had beslissingsbevoegdheid. De kerkenraad van Heeg vergaderde regelmatig met de Friese zendingsdeputaten (een deputaat per classis).
|
Taken en activiteiten |
|
Voorloper |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Bronnenpublicatie |
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||
Archivalie elders | |||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Interressant archief |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | In 1900 vestigde missionair predikant D. Bakker zich in Keboemen, gelegen aan de spoorlijn van Bandung naar Jogjakarta. Vandaaruit werkte hij in de regentschappen Keboemen en Karanganjar. In 1930 nam men het terrein Wonosobo over van de zendende kerk van Delft. Begin jaren dertig werden er missionaire zusters aangesteld, belast met de ontwikkeling van het vrouwenwerk. Het onderwijs kreeg nadrukkelijk aandacht. Een deel van de scholen ging rechtstreeks uit van de zending, een deel van particuliere, gereformeerde, verenigingen. Ook voor de medische dienst zond de zending zelf werkers uit, maar ze werd ruimschoots ondersteund door particulier initiatief vanuit Nederland. In 1931 werd de eerste synode gehouden van de gereformeerd kerken op Midden-Java. In 1950 werd de classis Banjoemas opgesplitst in noord en zuid. De zendende kerk van Adipala (Java) werkte in Banjoemas-Zuid tot 1955 samen met Heeg volgens een regionaal akkoord. Ook werden in 1950 de classes Keboemen, Poerworedjo en Banjoemas-Zuid bij elkaar gevoegd. In 1955 werd het gebied opnieuw verdeeld tussen Friesland-Zuid (Heeg) en Friesland-Noord (Leeuwarden). Heeg trok zich wegens bezwaren hiertegen terug waarna Sneek de taken van Heeg overnam. |
Organisatie | De plaatselijke kerk was volgens de gereformeerde zendingsorde van 1902 de aangewezen instantie om zending te bedrijven. De Gereformeerde kerken in Nederland concentreerden hun zendingsactiviteiten op het zuiden van Midden-Java ('Midden-Java ten zuiden) en op het eiland Soemba. In de periode 1902-1931 waren op Java de volgende zendende kerken actief: Utrecht (vanaf 1897), Heeg (Friesland, vanaf 1900), Amsterdam (vanaf 1901), Delft (vanaf 1903) en Middelburg (vanaf 1911), De zendende kerken werkten in dit veld meestal samen met andere kerken. Vaak werd om dat in goede banen te leiden een 'akkoord van Samenwerking' gesloten. De kerk van Heeg werkt samen met de kerken uit de provincie Friesland, die tien classes telde. Sinds 1905 was Friesland verdeeld over twee particuliere synoden. Men rapporteerde jaarlijks aan de provinciale synode van Friesland, vanaf 1905 aan de twee particuliere synoden en vanaf 1915 aan de Friese zendingssynode. Het samenwerkingsorgaan had beslissingsbevoegdheid. De kerkenraad van Heeg vergaderde regelmatig met de Friese zendingsdeputaten (een deputaat per classis).
|
Taken en activiteiten |
|
Voorloper |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Bronnenpublicatie |
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||
Archivalie elders | |||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Interressant archief |