Zendingscommissie der Classis Amersfoort
Naam | Zendingscommissie der Classis Amersfoort |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1911- na 2003 |
Denominatie | Nederlandse Hervormde Kerk |
Org | Zending |
Korte geschiedenis | Volgens de nieuwe kerkorde van de Nederlandse Hervormde Kerk (NHK) van 1951 werd de zending een van de taken van deze kerk. Bijgevolg fuseerden de met de kerk geestelijk verbonden zendingscorporaties en werd de Raad voor de Zending (RvdZ) van de Nederlandse Hervormde Kerk opgericht. Iedere classis werd verplicht om een zendingscommissie in te stellen. De voornaamste taak van een dergelijke commissie was het verschaffen van financiële en materiële steun aan de zending buiten Europa. Veel classes hadden overigens al vóór 1951 een dergelijke commissie of vereniging. Het lijkt erop dat, met name in classes die dit in 1951 nog niet hadden gedaan, de commissie al spoedig aan belang inboette. Wat de slagkracht van de classicale commissies belemmerde was het gegeven dat de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) niet wilde fuseren met de andere hervormde corporaties. In classes waar de Gereformeerde Bond veel aanhangers had, steunde de classicale commissie ofwel het zendingswerk van de GZB, ofwel men verdeelde de inkomsten tussen GZB en RdvZ. Door de verschillende richtingen binnen de NHK, gecombineerd met het gegeven dat de RvdZ en de GZB het zendingsbeleid zelf vormgaven, functioneerden de classicale commissies over het algemeen moeizaam. De commissie 'werkte' dat wilde zeggen zamelde geld in voor de zendingspost Tobelo op Halmahera (Noordelijke Molukken) van de Utrechtse Zendings Vereeniging. Ook na de Tweede Wereldoorlog bleef de classis de zending op Halmahera ondersteunen. Vanaf de jaren vijfig ondersteunde men het zendingswerk op Oost-Java. Als classicale zendingscommissie probeerde men bovendien contact te onderhouden met zendelingen (en vrouwen) van het betreffende veld.
|
Organisatie | De commissie werd ingesteld door de classis Amersfoort. De commissie had een bestuur met een voorzitter en een secretaris-penningmeester. De overige leden vertegenwoordigden elk hun eigen gemeente binnen de classis. |
Doelstelling | 'Deze commissie (d.i. de Classicale Zendingscommissie) heeft tot taak, de zendingsarbeid der gemeente in breder verband te brengen en de verbinding te vormen tussen de gemeenten en de raad voor de zending, inzonderheid ook door het voorleggen aan de gemeenten binnen haar ressort van een aandeel in de kosten van het zendingswerk.' (Kerkorde Ned. Hervormde Kerk 1951. Ordinantie voor het Apostolaat, artikel 7 'het werk der zending) |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Periodieken |
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||
Opmerkingen | Vanaf 1948 is er informatie over het werk van de classes te vinden in de rubriek 'En nu de Classis' van het Nederlands Zendingsblad, maandblad van de Verenigde Nederlandse Zendingscorporaties te Oegstgeest. |
||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Gering |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | Volgens de nieuwe kerkorde van de Nederlandse Hervormde Kerk (NHK) van 1951 werd de zending een van de taken van deze kerk. Bijgevolg fuseerden de met de kerk geestelijk verbonden zendingscorporaties en werd de Raad voor de Zending (RvdZ) van de Nederlandse Hervormde Kerk opgericht. Iedere classis werd verplicht om een zendingscommissie in te stellen. De voornaamste taak van een dergelijke commissie was het verschaffen van financiële en materiële steun aan de zending buiten Europa. Veel classes hadden overigens al vóór 1951 een dergelijke commissie of vereniging. Het lijkt erop dat, met name in classes die dit in 1951 nog niet hadden gedaan, de commissie al spoedig aan belang inboette. Wat de slagkracht van de classicale commissies belemmerde was het gegeven dat de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) niet wilde fuseren met de andere hervormde corporaties. In classes waar de Gereformeerde Bond veel aanhangers had, steunde de classicale commissie ofwel het zendingswerk van de GZB, ofwel men verdeelde de inkomsten tussen GZB en RdvZ. Door de verschillende richtingen binnen de NHK, gecombineerd met het gegeven dat de RvdZ en de GZB het zendingsbeleid zelf vormgaven, functioneerden de classicale commissies over het algemeen moeizaam. De commissie 'werkte' dat wilde zeggen zamelde geld in voor de zendingspost Tobelo op Halmahera (Noordelijke Molukken) van de Utrechtse Zendings Vereeniging. Ook na de Tweede Wereldoorlog bleef de classis de zending op Halmahera ondersteunen. Vanaf de jaren vijfig ondersteunde men het zendingswerk op Oost-Java. Als classicale zendingscommissie probeerde men bovendien contact te onderhouden met zendelingen (en vrouwen) van het betreffende veld.
|
Organisatie | De commissie werd ingesteld door de classis Amersfoort. De commissie had een bestuur met een voorzitter en een secretaris-penningmeester. De overige leden vertegenwoordigden elk hun eigen gemeente binnen de classis. |
Doelstelling | 'Deze commissie (d.i. de Classicale Zendingscommissie) heeft tot taak, de zendingsarbeid der gemeente in breder verband te brengen en de verbinding te vormen tussen de gemeenten en de raad voor de zending, inzonderheid ook door het voorleggen aan de gemeenten binnen haar ressort van een aandeel in de kosten van het zendingswerk.' (Kerkorde Ned. Hervormde Kerk 1951. Ordinantie voor het Apostolaat, artikel 7 'het werk der zending) |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Periodieken |
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||
Opmerkingen | Vanaf 1948 is er informatie over het werk van de classes te vinden in de rubriek 'En nu de Classis' van het Nederlands Zendingsblad, maandblad van de Verenigde Nederlandse Zendingscorporaties te Oegstgeest. |
||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Gering |