Repertorium van Nederlandse zendings- en missie-archieven 1800-1960

Het zendingsbureau ontstond in 1908 met de ineenschuiving van de bureau's van het Nederlandsch Zendelinggenootschap (NZG) en de Utrechtsche Zendingsvereeniging (UZV). Het was tot 1917 in Rotterdam gevestigd. Met de toetreding van diverse andere corporaties tot de Samenwerkende Zendingscorporaties breidde het werk van het bureau zich verder uit. De belangrijkste taak bestond uit het voeren van de gezamenlijke administratie. In 1918 werd besloten een aparte vereniging op te richten die met deze taak zou worden belast. Het Zendingsbureau gaf ook tientallen publicaties uit op het gebied van de zending en was verantwoordelijk voor de film 'Van kleine papoea's. Versjes en prentjes'  [zie NCC en collectie KITLV]. Ten slotte wijzen we nog op de uitgave van de Atlas van de terreinen der Protestantsche Zending in Nederlandsch Oost- en West-Indië. Het Zendingsbureau gaf deze atlas voor het eerst uit in 1937; herdrukken werden uitgegeven in 1939 en 1942. 

Nadat het Nederlandsch Zendelinggenootschap en de Utrechtsche Zendingsvereeniging in 1905 elkaar gevonden hadden, sloot in 1913 het Sangihe- en Talaud-Comité zich officieel bij de samenwerking aan. In 1923 volgde de Nederlandsche Zendingsvereeniging, in 1931 het Java Comité. De Rheinische Missionsgesellschaft (RMG) nam deel vanaf 1913, maar alleen voor de arbeid in Nederland, namelijk propaganda en geldwerving. Een dergelijke constructie gold vanaf 1923 ook voor het Zeister Zendingsgenootschap. Verder fungeerde de SZC sinds 1925 als vertegenwoordiging in Nederland van de Basler Mission. De Vrouwen-zendingsbond stelde zich als afzonderlijke organisatie in 1938 ten dienste van de SZC. Ir. J.W. Gunning gaf enkele jaren leiding aan het zendingsbureau. Deze Gunning mag niet verward worden met dr. J.W. Gunning.

tuten 1955 (Vereeniging: Het Zendingsbureau)

art. 2

'Zij heeft ten doel het behartigen van de belangen der Zending in het algemeen en die der tot haar toegetreden Zendingslichamen in het bizonder.

Art. 3.

Zij tracht dit doel te bereiken:

a. door het overeenkomstig de vastgestelde of vast te stellen regelen administreeren der aan haar door hare leden en door anderen toebetrouwde en toe te betrouwen gelden;

b. door het uitvoeren van alle zoodanige werkzaamheden, waartoe het bestaan van het bureau aanleiding geeft en welke voortvloeien uit het aan genoemd bureau gevestigd zijn van de secretariaten van toegetreden zendingslichamen.

c. door alle andere wettelijke geoorloofde en toegestane middelen.

(Archief Raad voor de Zending, gedeelte rechtsvoorgangers, onder SZC)

• Zendingscoördinatie
• Informatievoorziening en propaganda
• Ondersteuning

• Europa

• Nederland

• Samenwerkende Zendingscorporaties

• NB. Het Zendingsbureau van de Raad voor de Zending der Nederlandse Hervormde Kerk is niet als apart format opgenomen gezien de intergratie van het bureau in de Raad. Het zendingsbureau van de SZC stond echter als aparte organisatie los van de corporaties.

• De periodiek Medeelingen (en haar opvolger) genoot (ook internationaal) een zeer goede reputatie.
• Het zendingsbureau had enige filmstroken met dia's in beheer ter voorlichting:

-Land en Volk van Bada (50 beelden)

-Naar Bada op Celebes (Kinderserie) (55 beelden)

-Wat zijn heidenen? (63 beelden)

-Mori en Noeha (50 beelden)

-Posso op Midden-Celebes (50 beelden)

-150 jaar Zending (50 beelden)

-Ludwig Nommensen, Apostel der Batakzending (46 beelden)

-Samosir, Land en Volk (44 beelden)

-Samosir, Licht uit Duisernis (48 beelden)

-Anti-Opium (53 beelden)

-Jappen en Waropenkai (97 beelden)

-Kerstfeestvieren op het Zendingsveld (61 beelden)

• Daarnaast had men enige 'Zendingsfilmvoorstellingen':

-Pioniersarbeid op Mentawei, 90 min, 16 mm. met uitleg

-Bali, het eiland der Demonen, 70 min. 16 mm. geluid. (minimum leeftijd 14 jaar).

-Binnenlandse werk der zending, 16 mm.

-Warta-Sara (1926 minuten)

-Melawa-Gelap (1852 minuten)

-Mentawei (1715 minuten)

-Sumatra (1684 minuten)

-Rawana (Anti-opium-film, 2526 minuten)

Deze films worden beheerd door het Landelijk Protestants Dienstencentrum en zullen op termijn (geen data bekend) worden gedigitaliseerd. Waarschijnlijk gaat de collectie op termijn naar het Het Utrechts Archief.