Christine-Fonds
| Naam | Christine-Fonds |
| Periode | 1919-1939 |
| Denominatie | Interdenominationeel |
| Org | Zending |
| Korte geschiedenis | Na storting van een som van fl. 3000,- door weduwe Christine Hoog-Ketelaar in 1919 aan de Nederlandse Zendeling School werd het Christine-fonds in het leven geroepen. Er werd een curatorium ingesteld dat zorgdroeg voor een rentedragende lening. Het bedrag werd nog eens verhoogd door een schenking van f. 6000,- door dr. J.F.H. De Graaf, arts te Modjokerto. Het fonds stelde beurzen ter beschikking t.b.v. medische studie. (zie doelstelling). Opvallend detail is dat De Graaf in een brief van 4 februari 1924 ervoor pleit Jo Geissler, zoon van hulpprediker Geissler bij zijn studie 'Nieuwe Letteren' te ondersteunen. Hij kende Jo door het verblijf bij zijn zuster maar wilde geen druk uitoefenen. In het bescheiden archief bevindt zich geen antwoordbrief. In 1939 wordt voor het laatst melding gemaakt van het fonds. |
| Organisatie | Het Bestuur van de Nederlandse Zendeling School (NZS) benoemde in 1919 een curatorium, waarin zitting hadden: de rector en de eerste penningmeester van de NZS en uit de directie der Samenwerkende Zendingscorporaties, de voorzitter. In het eerste curatorium hadden zitting: dr. A.M. Brouwer (rector), J. Visser Jacz. (penningmeester), dr. J.W. Gunning (SZC). |
| Doelstelling | Het doel was een beurs te stichten ten behoeve van kinderen van zendelingen ter academische opleiding, bij voorkeur tot arts. Daarbij golden de volgende voorwaarden: gelden ter tegemoetkoming in de opleidingskosten van een medisch student, wiens vader den Protestantsche Godsdienst belijdt en op enigerlei wijze medewerkt of medegewerkt heeft aan de uitbreiding van Gods koninkrijk in Ned. Oost- en West-Indië. |
| Taken en activiteiten |
|
| Continenten |
|
| Lokatie |
|
| Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||
| Informatiewaarde | Gering |
Geschiedenis
| Korte geschiedenis | Na storting van een som van fl. 3000,- door weduwe Christine Hoog-Ketelaar in 1919 aan de Nederlandse Zendeling School werd het Christine-fonds in het leven geroepen. Er werd een curatorium ingesteld dat zorgdroeg voor een rentedragende lening. Het bedrag werd nog eens verhoogd door een schenking van f. 6000,- door dr. J.F.H. De Graaf, arts te Modjokerto. Het fonds stelde beurzen ter beschikking t.b.v. medische studie. (zie doelstelling). Opvallend detail is dat De Graaf in een brief van 4 februari 1924 ervoor pleit Jo Geissler, zoon van hulpprediker Geissler bij zijn studie 'Nieuwe Letteren' te ondersteunen. Hij kende Jo door het verblijf bij zijn zuster maar wilde geen druk uitoefenen. In het bescheiden archief bevindt zich geen antwoordbrief. In 1939 wordt voor het laatst melding gemaakt van het fonds. |
| Organisatie | Het Bestuur van de Nederlandse Zendeling School (NZS) benoemde in 1919 een curatorium, waarin zitting hadden: de rector en de eerste penningmeester van de NZS en uit de directie der Samenwerkende Zendingscorporaties, de voorzitter. In het eerste curatorium hadden zitting: dr. A.M. Brouwer (rector), J. Visser Jacz. (penningmeester), dr. J.W. Gunning (SZC). |
| Doelstelling | Het doel was een beurs te stichten ten behoeve van kinderen van zendelingen ter academische opleiding, bij voorkeur tot arts. Daarbij golden de volgende voorwaarden: gelden ter tegemoetkoming in de opleidingskosten van een medisch student, wiens vader den Protestantsche Godsdienst belijdt en op enigerlei wijze medewerkt of medegewerkt heeft aan de uitbreiding van Gods koninkrijk in Ned. Oost- en West-Indië. |
| Taken en activiteiten |
|
Geografie
| Continenten |
|
| Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Het archief
| Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||
| Informatiewaarde | Gering |