Commissie voor Zondagsschool, Knapenvereeniging en Zending in het Nederlandsch Jongelingsverbond
Naam | Commissie voor Zondagsschool, Knapenvereeniging en Zending in het Nederlandsch Jongelingsverbond |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1901-1946 |
Denominatie | Interdenominationeel |
Org | Zending |
Korte geschiedenis | De commissie werd in 1901 opgericht. Het blad Wolanda Hindia steunde haar werk door opname van mededelingen e.d. Er werden daarnaast diverse brochures uitgegeven om het werk onder de aandacht te brengen. Men ondersteunde onder andere het werk van het Comité tot huisvesting van Studeerende Inlanders te Batavia en Soerabaja. Zowel de NCSV als het NJV vulden diverse malen tekorten van het Comité aan door middel van collecten onder de leden. Daarnaast konden leden van het NJV een aanvraag voor subsidie doen wanneer men de opleiding voor zendeling aan de Nederlandsche Zendingsschool wilde volgen. De commissie wordt voor de laatste maal in 1946 vermeld. |
Organisatie | Commissie van het Nederlands Jongelingsverbond die in de loop der tijd steeds op een andere wijze werd georganiseerd, variërend van onderdeel van de Commissie voor Zondagsschool, Knapenvereeniging en Zending tot zelfstandige commissie. De commissie stond onder toezicht van het bestuur van het Nederlands Jongelingsverbond. Aangezien het jongelingsverbond bestond uit verschillende jongelingsverenigingen hadden commissies, als ook van de zending, vooral een coördineerende functie. In de commissie zat altijd een lid van het hoofdbestuur van het NJV. In de jaren dertig bestond de commissie uit: H. Velman, voorzitter; K. Scharten, 1e secretaris; G. Pels, 2e secretaris; W. Hogeweg, penningmeester en H. Gordeau en H. Duijker, leden. In iedere afdeling van het NJV vertegenwoordigde in principe een zendingssecretaris de zendingscommissie. Deze secretaris was verantwoordelijk voor voorlichting en de inzameling van gelden.
|
Doelstelling | De Zendingscommissie in het NJV stelt zich ten doel bij de leden van dit Verbond kennis van en liefde voor de Zending aan te kweeken en directen steun aan de arbeid der Zending te verleenen.
Tot bereiking van dit doel staan o.m. der commissie de volgende middelen ten dienste: a. de verzorging van de rubriek 'Zending' in de Bondsorganen b. het bevorderen van Zendingsstudie op de afdeelingen c. het bevorderen van het uitgeven van Zendingsgeschriften door het Bondsbestuur. d. het organiseeren van conferenties, week-ends enz. e. het doen houden van lezingen enz. op Bondsafdeelings- en andere vergaderingen.
Voorts tracht zij door middel van Zendingssecretarissen contact te houden met de verschillende afdeelingen en van de gegevens, door deze secretarissen geregeld verstrekt, een zoo goed mogelijk gebruik te maken. (HDC, archief Ned. Jongelingsverbond, nr. 655, doos 91, folder: C.J.M.V. en de zending, 15). |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||
Opmerkingen | Het NJV had ook een Indische Commissie, hoewel deze zich niet bezig hield met zending had ze wel veel contacten (ook met zendelingen) in met name Ned. Indië. Het ging daarbij vooral om de opvang en opleiding van Indische jongeren. Zo waren er ook contacten met de Nederlandsch-Indische Bond van Christelijke Jongemannen-vereenigingen, de Vereeniging tot Behartiging van de Geestelijke Belangen der Jongenmannen in Nederlandsch-Indie (IJMV), de Vereeniging van christenmilitairen en de Nederlandsche Commissie voor het Y.M.C.A.-werk in Indië. |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | De commissie werd in 1901 opgericht. Het blad Wolanda Hindia steunde haar werk door opname van mededelingen e.d. Er werden daarnaast diverse brochures uitgegeven om het werk onder de aandacht te brengen. Men ondersteunde onder andere het werk van het Comité tot huisvesting van Studeerende Inlanders te Batavia en Soerabaja. Zowel de NCSV als het NJV vulden diverse malen tekorten van het Comité aan door middel van collecten onder de leden. Daarnaast konden leden van het NJV een aanvraag voor subsidie doen wanneer men de opleiding voor zendeling aan de Nederlandsche Zendingsschool wilde volgen. De commissie wordt voor de laatste maal in 1946 vermeld. |
Organisatie | Commissie van het Nederlands Jongelingsverbond die in de loop der tijd steeds op een andere wijze werd georganiseerd, variërend van onderdeel van de Commissie voor Zondagsschool, Knapenvereeniging en Zending tot zelfstandige commissie. De commissie stond onder toezicht van het bestuur van het Nederlands Jongelingsverbond. Aangezien het jongelingsverbond bestond uit verschillende jongelingsverenigingen hadden commissies, als ook van de zending, vooral een coördineerende functie. In de commissie zat altijd een lid van het hoofdbestuur van het NJV. In de jaren dertig bestond de commissie uit: H. Velman, voorzitter; K. Scharten, 1e secretaris; G. Pels, 2e secretaris; W. Hogeweg, penningmeester en H. Gordeau en H. Duijker, leden. In iedere afdeling van het NJV vertegenwoordigde in principe een zendingssecretaris de zendingscommissie. Deze secretaris was verantwoordelijk voor voorlichting en de inzameling van gelden.
|
Doelstelling | De Zendingscommissie in het NJV stelt zich ten doel bij de leden van dit Verbond kennis van en liefde voor de Zending aan te kweeken en directen steun aan de arbeid der Zending te verleenen.
Tot bereiking van dit doel staan o.m. der commissie de volgende middelen ten dienste: a. de verzorging van de rubriek 'Zending' in de Bondsorganen b. het bevorderen van Zendingsstudie op de afdeelingen c. het bevorderen van het uitgeven van Zendingsgeschriften door het Bondsbestuur. d. het organiseeren van conferenties, week-ends enz. e. het doen houden van lezingen enz. op Bondsafdeelings- en andere vergaderingen.
Voorts tracht zij door middel van Zendingssecretarissen contact te houden met de verschillende afdeelingen en van de gegevens, door deze secretarissen geregeld verstrekt, een zoo goed mogelijk gebruik te maken. (HDC, archief Ned. Jongelingsverbond, nr. 655, doos 91, folder: C.J.M.V. en de zending, 15). |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||
Opmerkingen | Het NJV had ook een Indische Commissie, hoewel deze zich niet bezig hield met zending had ze wel veel contacten (ook met zendelingen) in met name Ned. Indië. Het ging daarbij vooral om de opvang en opleiding van Indische jongeren. Zo waren er ook contacten met de Nederlandsch-Indische Bond van Christelijke Jongemannen-vereenigingen, de Vereeniging tot Behartiging van de Geestelijke Belangen der Jongenmannen in Nederlandsch-Indie (IJMV), de Vereeniging van christenmilitairen en de Nederlandsche Commissie voor het Y.M.C.A.-werk in Indië. |