Procurator van de missie
Naam | Procurator van de missie |
Periode | 1828-1853 |
Denominatie | rooms-katholiek |
Org | Missie |
Korte geschiedenis | De procurator of provisor van de missie hield zich in Nederland bezig met de behartiging van de materiële belangen van de missie. Wat dat precies omvatte is niet duidelijk. |
Organisatie | Voor de herinvoering van de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland in 1853, werd de katholieke kerk direct bestuurd vanuit Rome. Het noordelijke deel, de Hollandse Zending genaamd, stond onder een vice-superior die werd aangesteld door de congregatie De Propaganda Fide. Dit deel was onderverdeeld in een aantal districten die werden geleid door een aartspriester, een functie die te vergelijken is met een deken in de huidige katholieke kerk. De aartspriester van Salland en Drenthe trad tot 1844 op als procurator van de missie in de Nederlandse Antillen en Suriname. C.L., baron Van Wijkerslooth, een rijke geestelijke en bisschop in partibus infidelium in de Hollandse Zending werd aangesteld als procurator in 1832. Vanaf 1844 zorgde hij ook voor de overigens bescheiden missie in Nederlands-Indië. De apsotolische vicaris of -prefect was geen verantworoding schuldig aan de procurator. Procurator waren achtereenvolgens: J.H. Muller H. van Kessel C.L. baron Van Wijkerslooth Na het overlijden van mgr. baron Van Wijkerslooth in 1851 werd de functie toevertrouwd aan de internuntius in Den Haag (Van der Velden, Rooms-katholieke missie, 76)
|
Doelstelling | Toezicht op de Nederlandse missie in de Nederlandse koloniën en steunverlening aan priesters die naar Oost- of West-Indië wilden vertrekken. Meer in het algemeen kon de procurator materiële steun verlenen. |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||
Archivalie elders | J.C. Willemsen |
||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Gering |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | De procurator of provisor van de missie hield zich in Nederland bezig met de behartiging van de materiële belangen van de missie. Wat dat precies omvatte is niet duidelijk. |
Organisatie | Voor de herinvoering van de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland in 1853, werd de katholieke kerk direct bestuurd vanuit Rome. Het noordelijke deel, de Hollandse Zending genaamd, stond onder een vice-superior die werd aangesteld door de congregatie De Propaganda Fide. Dit deel was onderverdeeld in een aantal districten die werden geleid door een aartspriester, een functie die te vergelijken is met een deken in de huidige katholieke kerk. De aartspriester van Salland en Drenthe trad tot 1844 op als procurator van de missie in de Nederlandse Antillen en Suriname. C.L., baron Van Wijkerslooth, een rijke geestelijke en bisschop in partibus infidelium in de Hollandse Zending werd aangesteld als procurator in 1832. Vanaf 1844 zorgde hij ook voor de overigens bescheiden missie in Nederlands-Indië. De apsotolische vicaris of -prefect was geen verantworoding schuldig aan de procurator. Procurator waren achtereenvolgens: J.H. Muller H. van Kessel C.L. baron Van Wijkerslooth Na het overlijden van mgr. baron Van Wijkerslooth in 1851 werd de functie toevertrouwd aan de internuntius in Den Haag (Van der Velden, Rooms-katholieke missie, 76)
|
Doelstelling | Toezicht op de Nederlandse missie in de Nederlandse koloniën en steunverlening aan priesters die naar Oost- of West-Indië wilden vertrekken. Meer in het algemeen kon de procurator materiële steun verlenen. |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||
Archivalie elders | J.C. Willemsen |
||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Gering |