Vereeniging voor Buitenlandsche Zending van de Vrije Christelijke gemeenten in Nederland
Naam | Vereeniging voor Buitenlandsche Zending van de Vrije Christelijke gemeenten in Nederland |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1919-1926 |
Denominatie | Vrije Evangelische Gemeenten |
Org | Zending |
Korte geschiedenis | Al in 1905 was er overleg geweest binnen de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten om het zendingswerk meer te stroomlijnen. In 1908 werd er een zendingsraad in het leven geroepen die verschillende voorstellen deed. In 1911 leidde dit tot samenwerking tussen Dordrecht, Nijverdal en Amsterdam inzake de financiering van de zendingsopleiding van D. Rijkhoek. Bij zijn vertrek naar Sumatra in 1919 werd de Vereeniging voor Buitenlandsche Zending van de Vrije Christelijke gemeenten in Nederland opgericht. |
Organisatie | De vereniging wilde het gemeenschappelijke orgaan van de bond van Vrije Evangelische Gemeenten in Nederland zijn. In het begin sloten zich slechts vijf gemeenten aan, terwijl de belangrijkste zendende gemeenten Dordrecht, Amsterdam en Nijverdal, hun zelfstandigheid behielden. Het ideaal bereikte men pas in 1926 toen Amsterdam zich als laatste gemeente als lid aanmeldde. De naam werd toen veranderd in Vereeniging voor Gemeenschappelijke Zending. De zendingsverenigingen van Dordrecht, Nijverdal en Amsterdam gingen op in de nieuwe vereniging. Alleen gemeenten konden lid worden. Dezen benoemden daartoe een 'ledenraadslid'. De ledenraad vormde het algemeen bestuur en koos vervolgens het dagelijks bestuur. Daarnaast werd er jaarlijks een vergadering belegd tijdens de jaarlijkse bondsvergadering waarin het zendingsbestuur (ledenraad en dagelijks bestuur) verantwoording aflegde. |
Doelstelling | Samenwerking van alle verbonden gemeenten inzake de zending. |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | Al in 1905 was er overleg geweest binnen de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten om het zendingswerk meer te stroomlijnen. In 1908 werd er een zendingsraad in het leven geroepen die verschillende voorstellen deed. In 1911 leidde dit tot samenwerking tussen Dordrecht, Nijverdal en Amsterdam inzake de financiering van de zendingsopleiding van D. Rijkhoek. Bij zijn vertrek naar Sumatra in 1919 werd de Vereeniging voor Buitenlandsche Zending van de Vrije Christelijke gemeenten in Nederland opgericht. |
Organisatie | De vereniging wilde het gemeenschappelijke orgaan van de bond van Vrije Evangelische Gemeenten in Nederland zijn. In het begin sloten zich slechts vijf gemeenten aan, terwijl de belangrijkste zendende gemeenten Dordrecht, Amsterdam en Nijverdal, hun zelfstandigheid behielden. Het ideaal bereikte men pas in 1926 toen Amsterdam zich als laatste gemeente als lid aanmeldde. De naam werd toen veranderd in Vereeniging voor Gemeenschappelijke Zending. De zendingsverenigingen van Dordrecht, Nijverdal en Amsterdam gingen op in de nieuwe vereniging. Alleen gemeenten konden lid worden. Dezen benoemden daartoe een 'ledenraadslid'. De ledenraad vormde het algemeen bestuur en koos vervolgens het dagelijks bestuur. Daarnaast werd er jaarlijks een vergadering belegd tijdens de jaarlijkse bondsvergadering waarin het zendingsbestuur (ledenraad en dagelijks bestuur) verantwoording aflegde. |
Doelstelling | Samenwerking van alle verbonden gemeenten inzake de zending. |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers |