Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid (Tegelen)
Naam | Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid (Tegelen) |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1842-2011 |
Denominatie | rooms-katholiek |
Org | Missie |
Korte geschiedenis |
De congregatie De Congregatie van de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid werd gesticht in 1842 in Münster (Duitsland) door Eduard Michelis (1813-1855). Bij het vijfentwintigjarig bestaan in 1867 telde zij 100 leden, verdeeld over 11 vestigingen. De zorg strekte zich uit over 200 weeskinderen en 1000 leerlingen in de volksscholen. Daarnaast werkten de zusters in verschillende priesterhuizen. Als gevolg van de Kukturkampf vestigden de zusters zich in 1876 in Nederland in Steyl, Blerik en Tegelen (allen provincie Limburg). Zij hielden zich hier bezig met kleuteronderwijs, naaischolen en hulp aan oudere mensen. Het hoogtepunt voor de congregatie in Nederland lag in 1938 met 750 leden. De congregatie was toen op 20 plaatsen in Limburg gevestigd; daarnaast waren er huizen in de provincies Noord-Brabant, Gelderland, Utrecht en Noord-Holland .
De missie Brazilië De congregatie aanvaardde missiewerk in Brazilië in 1895 op aandringen van de daar werkzame Duitse priester-missionaris Topp. De zusters werkten daar onder Duitse kolonisten in Branco do Norte. In 1905 werd een afzonderlijke provincie gevormd. Hier werkten in de jaren zestig van de twintigste eeuw honderden zusters verdeeld over tientallen huizen.
Kameroen Tussen 1914 en 1916 waren er zusters werkzaam in Kameroen, het missiegebied dat was toevertrouwd aan de Duitse tak van de congregatie van de Priesters van het H Hart in Sittard.
Ned. Indië/Indonesië De apostolisch prefect van Bandoeng verzocht in 1933 of de zusters bereid waren missiewerk te verrichten onder de Chinese bevolking van zijn ambtsgebied. Het jaar daarop vertrokken de eerste zusters. Men richtte zich op onderwijs met internaat voor Chinese leerlingen. Een grote uitbreiding volgde in 1938 toen men ook in Semarang aan de slag ging. Ook hier richtten de zusters zich op de Chinese bevolking, met name op straat- en weeskinderen. Ook later bleef het werk gericht op Chinezen. In de jaren zestig hadden de zusters nog een noviciaat voor inlandse zusters te Semarang. In totaal werden 28 Nederlandse zusters naar Indonesië uitgezonden.
Ned. Antillen Van 1955 tot 1981 waren er zusters actief op Aruba. Zij namen op verzoek van mgr. Holterman scholen over van de zusters Dominicanessen. De zusters hielden zich hier bezig met onderwijs en zorg voor gehandicapten, ouderen en jeugdigen. In totaal werkten 21 zusters in deze periode op Aruba.
De missie in Malawi ving in 1960 aan en valt buiten het bestek van deze gids.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld geput uit: Van Woesik, 85, Willemsen, I, par. 2-55, Pius-almanak 1960/61, 382, 436 en 458, Spanings en Stoffelen, Inventaris, |
Organisatie | De congregatie De bisschop van Münster benoemde een superior die de spirituele vorming en geestelijke belangen van de congregatieleden moest behartigen. De invloed van deze priester binnen de congregatie was zeer groot. In 1957 kreeg de congregatie echter een voorlopige pauselijke erkenning; in 1967 werd deze definitief. Dat had tot gevolg dat de invloed van de bisschop en de door hem benoemde priester-directeur sterk afnam. Aanvankelijk vielen alle huizen onder het algemeen bestuur, maar door de sterke groei ontstonden er provincies en regio's. Het algemeen bestuur bestond uit de algemeen-overste en een adviserende raad die uit vier tot zes leden bestond. Het algemeen kapittel bestond uit het algemeen bestuur, een secretaresse en een econome, de provinciale besturen, en de oversten van de regio's. De afgevaardigden werden gekozen op provinciale en regionale kapittels die direct aan het generaal kapittel vooraf gingen. De provincies werden bestuurd door een overste met haar raad die door het provinciaal kapittel voor een termijn van zes jaar werden gekozen. Het moederhuis was van 1878 tot 1892 gevestigd in Steyl (provincie Limburg), daarna keerde het terug naar Münster. Nederland werd een provincie in 1920 met het moederhuis in Steyl. Zie voor een lijst van provinciale oversten de inventaris van Spanings en Stoffelen. Het eerste provinciaal kapittel werd pas in 1955 gehouden. Tot dan toe werd nog veel geregeld door het algemeen bestuur in Duitsland. Sinds 1951 is de burgerlijke rechtspersoon de 'Nederlandse provincie van de Congregatie der Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid', gevestigd in Venlo .
De missie De missiegebieden in Brazilië werden zelfstandige provincies in 1906 (Florianópolis) en 1956 (Porto Alegre). Indonesië werd in 1954 een zelfstandige provincie met het moederhuis in Semarang. Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 85, Willemsen, I, par. 2-55, Pius-almanak 1960/61, Spanings en Stoffelen, Inventaris, inleiding. |
Doelstelling | De congregatie is opgericht, omdat er behoefte bestond aan personeel voor een armenweeshuis in Munster. De stichter zag als eerste taak voor zijn religieuzen het geven van opvoeding en onderwijs aan weeskinderen en kinderen in arme milieus. Meer in het algemeen had de congregatie als doelstellingen het onderwijs, gezondheidszorg en missiewerk. Deze doelstellingen kregen concrete vormen in diverse onderwijsinstellingen, opvanginstellingen en vormen van verzorging en verpleging, zowel in Nederland als in de missie. |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Bronnenpublicatie |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | Zes interviews, en wel de nrs.: 194 324 416 491 508 602 |
Meer over het archief |
|
||||||||||||||
Websites | |||||||||||||||
Archivalie elders |
|
||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||
Opmerkingen | In 1989 heeft de congregatie een deel van boeken en documentatie afgestaan aan het Katholiek Documentatie Centrum, Nijmegen. Zie daartoe de Collectie Knipsels en Afbeeldingen, die overigens geen betrekking hebben op de missie [foto's KAN dossier].
|
||||||||||||||
Informatiewaarde | Gering |
Geschiedenis
Korte geschiedenis |
De congregatie De Congregatie van de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid werd gesticht in 1842 in Münster (Duitsland) door Eduard Michelis (1813-1855). Bij het vijfentwintigjarig bestaan in 1867 telde zij 100 leden, verdeeld over 11 vestigingen. De zorg strekte zich uit over 200 weeskinderen en 1000 leerlingen in de volksscholen. Daarnaast werkten de zusters in verschillende priesterhuizen. Als gevolg van de Kukturkampf vestigden de zusters zich in 1876 in Nederland in Steyl, Blerik en Tegelen (allen provincie Limburg). Zij hielden zich hier bezig met kleuteronderwijs, naaischolen en hulp aan oudere mensen. Het hoogtepunt voor de congregatie in Nederland lag in 1938 met 750 leden. De congregatie was toen op 20 plaatsen in Limburg gevestigd; daarnaast waren er huizen in de provincies Noord-Brabant, Gelderland, Utrecht en Noord-Holland .
De missie Brazilië De congregatie aanvaardde missiewerk in Brazilië in 1895 op aandringen van de daar werkzame Duitse priester-missionaris Topp. De zusters werkten daar onder Duitse kolonisten in Branco do Norte. In 1905 werd een afzonderlijke provincie gevormd. Hier werkten in de jaren zestig van de twintigste eeuw honderden zusters verdeeld over tientallen huizen.
Kameroen Tussen 1914 en 1916 waren er zusters werkzaam in Kameroen, het missiegebied dat was toevertrouwd aan de Duitse tak van de congregatie van de Priesters van het H Hart in Sittard.
Ned. Indië/Indonesië De apostolisch prefect van Bandoeng verzocht in 1933 of de zusters bereid waren missiewerk te verrichten onder de Chinese bevolking van zijn ambtsgebied. Het jaar daarop vertrokken de eerste zusters. Men richtte zich op onderwijs met internaat voor Chinese leerlingen. Een grote uitbreiding volgde in 1938 toen men ook in Semarang aan de slag ging. Ook hier richtten de zusters zich op de Chinese bevolking, met name op straat- en weeskinderen. Ook later bleef het werk gericht op Chinezen. In de jaren zestig hadden de zusters nog een noviciaat voor inlandse zusters te Semarang. In totaal werden 28 Nederlandse zusters naar Indonesië uitgezonden.
Ned. Antillen Van 1955 tot 1981 waren er zusters actief op Aruba. Zij namen op verzoek van mgr. Holterman scholen over van de zusters Dominicanessen. De zusters hielden zich hier bezig met onderwijs en zorg voor gehandicapten, ouderen en jeugdigen. In totaal werkten 21 zusters in deze periode op Aruba.
De missie in Malawi ving in 1960 aan en valt buiten het bestek van deze gids.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld geput uit: Van Woesik, 85, Willemsen, I, par. 2-55, Pius-almanak 1960/61, 382, 436 en 458, Spanings en Stoffelen, Inventaris, |
Organisatie | De congregatie De bisschop van Münster benoemde een superior die de spirituele vorming en geestelijke belangen van de congregatieleden moest behartigen. De invloed van deze priester binnen de congregatie was zeer groot. In 1957 kreeg de congregatie echter een voorlopige pauselijke erkenning; in 1967 werd deze definitief. Dat had tot gevolg dat de invloed van de bisschop en de door hem benoemde priester-directeur sterk afnam. Aanvankelijk vielen alle huizen onder het algemeen bestuur, maar door de sterke groei ontstonden er provincies en regio's. Het algemeen bestuur bestond uit de algemeen-overste en een adviserende raad die uit vier tot zes leden bestond. Het algemeen kapittel bestond uit het algemeen bestuur, een secretaresse en een econome, de provinciale besturen, en de oversten van de regio's. De afgevaardigden werden gekozen op provinciale en regionale kapittels die direct aan het generaal kapittel vooraf gingen. De provincies werden bestuurd door een overste met haar raad die door het provinciaal kapittel voor een termijn van zes jaar werden gekozen. Het moederhuis was van 1878 tot 1892 gevestigd in Steyl (provincie Limburg), daarna keerde het terug naar Münster. Nederland werd een provincie in 1920 met het moederhuis in Steyl. Zie voor een lijst van provinciale oversten de inventaris van Spanings en Stoffelen. Het eerste provinciaal kapittel werd pas in 1955 gehouden. Tot dan toe werd nog veel geregeld door het algemeen bestuur in Duitsland. Sinds 1951 is de burgerlijke rechtspersoon de 'Nederlandse provincie van de Congregatie der Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid', gevestigd in Venlo .
De missie De missiegebieden in Brazilië werden zelfstandige provincies in 1906 (Florianópolis) en 1956 (Porto Alegre). Indonesië werd in 1954 een zelfstandige provincie met het moederhuis in Semarang. Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 85, Willemsen, I, par. 2-55, Pius-almanak 1960/61, Spanings en Stoffelen, Inventaris, inleiding. |
Doelstelling | De congregatie is opgericht, omdat er behoefte bestond aan personeel voor een armenweeshuis in Munster. De stichter zag als eerste taak voor zijn religieuzen het geven van opvoeding en onderwijs aan weeskinderen en kinderen in arme milieus. Meer in het algemeen had de congregatie als doelstellingen het onderwijs, gezondheidszorg en missiewerk. Deze doelstellingen kregen concrete vormen in diverse onderwijsinstellingen, opvanginstellingen en vormen van verzorging en verpleging, zowel in Nederland als in de missie. |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Bronnenpublicatie |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | Zes interviews, en wel de nrs.: 194 324 416 491 508 602 |
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||
Websites | |||||||||||||||
Archivalie elders |
|
||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||
Opmerkingen | In 1989 heeft de congregatie een deel van boeken en documentatie afgestaan aan het Katholiek Documentatie Centrum, Nijmegen. Zie daartoe de Collectie Knipsels en Afbeeldingen, die overigens geen betrekking hebben op de missie [foto's KAN dossier].
|
||||||||||||||
Informatiewaarde | Gering |