Witte Paters (wp)
Naam | Witte Paters (wp) |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1868-2011 |
Denominatie | rooms-katholiek |
Org | Missie |
Korte geschiedenis | De congregatie De Sociëteit van de Missionarissen van Afrika werd gesticht in Algiers (Algerije) in 1868 door kardinaal Charles Martial Allemand Lavigerie (1825-1892), aartsbisschop van Algiers. Een jaar later zou hij de Missiezusters van Onze Lieve Vrouw van Afrika stichten. Lavigerie stond een congregatie voor ogen die zich zou toeleggen op de missionering onder islamieten in Algerije dat toen een Franse kolonie was. Al spoedig verschoof de aandacht naar Afrika ten zuiden van de Sahara. Wegens hun witte habijt waren deze missionarissen bekend als de Witte Paters. In dat werelddeel waren de Witte Paters bijna overal actief. Vanaf het begin was het de bedoeling dat de nieuwe kerken zo snel mogelijk over eigen, inheemse priesters konden beschikken. Regel was dat elke missiepost een bezetting had van tenminste drie leden, te weten twee priesters en één broeder. In 1933 telde de socïeteit 1.475 leden (1.056 priesters en 419 broeders). In 1936 woonden er in de missiegebieden van de Witte Paters bijna één miljoen gedoopte katholieken en bijna een half miljoen mensen die catechismusonderricht volgden. Vestiging in Nederland was het gevolg van anti-religieuze politiek in Frankrijk. Huize Gerra in Haaren (provincie Noord-Brabant) was de eerste vestigingsplaats in Nederland in 1889. Overigens volgden toen al 19 Nederlanders een opleiding in de congregatie. Drie jaar later verhuisde men naar het nieuw gebouwde missiehuis St. Charles aan de hoofdweg van Vught naar Boxtel. Hier werden de paters en broeders opgeleid, later werd de missieprocuur ondergebracht in een huis in Boxtel.
De missie Afrika De Nederlandse missionarissen kregen geen eigen missiegebied toegewezen en werkten over heel Afrika samen met Witte Paters uit andere landen en/of provincies. Zo vertrokken meerdere Nederlandse Witte Paters na 1889 naar Uganda, later volgden er meer Nederlandse broeders . De internationale oriëntatie van de congregatie weerspiegelde zich in zowel de opleiding tot missionaris als in het apostolaat zelf. In Noord-Afrika werkten de Witte Patersvanaf 1868 in Algerije en Tunesië. Op last van de paus werkten Witte Paters vanaf 1878 ook in Zuid-Amerika in Argentinië. In 1879 gaf paus Leo XIII de opdracht aan Lavigerie om in Afrika vier missiecentra op te zetten, waaronder bij het Victoria- en Tanganyika-meer. Van daaruit verspreidden de Witte Paters zich over Afrika. Op het einde van de eeuw waren er achttien karavanen met 220 missionarissen vertrokken en werkten de Witte Paters in vrijwel alle delen van dit continent ten zuiden van de Sahara. Andere missiegebieden waren: Libanon, de Verenigde Staten en India. De Witte Paters leidden niet alleen inheemse geestelijken op, maar zij bestudeerden ook de inheemse talen en boden op grote schaal medische hulp. Broeders waren geheel opgenomen in het gemeenschapsleven met de paters, maar leverden een eigen bijdrage door het bouwen van kerken en scholen, het geven vakonderwijs, catechismusonderricht en door werkzaamheden in de katholieke jeugdbeweging. In 1958 waren 258 paters en 83 broeders werkzaam in het veld (Pius-almanak 1958). Volgens de in het archief bewaarde registers van priesters en broeders heeft de Nederlandse provincie tussen 1882 en 1993 572 priesters en 334 broeders gehad. In 1923 wordt melding gemaakt van een Afrikaans museum dat is ondergebracht in de missieprocuur in Boxtel (Van der Burgt, Kruis geplant, 478; daar ook statistische gegevens: 485-493).
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 46, Willemsen, I, par. 35, bezoekverslag KAN 1996, Pius-almanak 1960/61, 336 en 421-425 en Derix, Brengers van de boodschap.
|
Organisatie | De congregatie De Sociëteit bestond uit paters en broeders, die geen geloften maar een eed aflegden. Volgens het kanoniek recht waren zij 'in communi viventes sine votis' (in gemeenschap levend zonder geloften). Het bestuur van de congregatie is centralistisch opgezet. Het bestuur was in handen van het kapittel dat elke tien jaar bijeenkwam om de generaal-overste en de vier consultoren die hem bijstonden te kiezen. De Nederlandse provincie werd in 1937/38 opgericht. In dat jaar had de congregatie huizen in Boxtel (Burgakker met de missieprocuur en St. Charles met de opleiding voor broeders en de studie filosofie voor aankomende priesters) en in Sterksel (St. Paulus; gymnasium). Thans is de congregatie gevestigd in Dongen. De rechtspersoon was in Nederland de St. Charles-Stichting der Witte Paters van Kardinaal Lavigerie. Het generalaat bevindt zich in Rome.
De missie De Witte Paters concentreerden zich helemaal op Afrika ten zuiden van de Sahara. De missie-gebieden vielen direct onder bestuur van de generaal overste (Pius-almanak 1960/61, 336). Het was een witte pater, G. van der Ven, die in 1949 het initiatief nam tot de oprichting van Raptim (zie daar).
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 46, Pius-almanak 1960/61, 336.
|
Doelstelling | De congregatie was een echte missiecongregatie. Aanvankelijk richtte men zich op de bekering van de islamitische bevolking vanuit Algiers in Afrika, later verlegde men de aandacht naar Afrika ten zuiden van de Sahara. Het geven van een christelijke opvoeding aan honderden weeskinderen die bij een hongersnood in 1867 bijeengebracht waren, was daar een eerste uiting van. Verder was strijd tegen slavernij een oogmerk van de stichter. Pastoraal werk en missiewerk waren daarmee de doelstellingen, waarbij kerkplanting en vorming van een inheemse clerus voorop stonden. Voor de missie was er het Liefdewerk van den H. Augustinus en de St. Charles Stichting (Van Woesik, 46 en Willemsen, 35). |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | In totaal 54 interviews, namelijk de nrs.:
3 14 20 71 108 185 235 252 276 309 356 374 394 404 431 435 443 507 511 512 528 597 604 618 623 626 635 636 642 645 657 663 664 677 683 691 694 700 711 726 727 745 748 755 758 761-764 767 774 777 779
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Losse archiefstukken | In het Katholiek Documentatie Centrum in Nijmegen bevinden zich in de Verzameling Losse Archivalia: LARC nr. 4469. Brieven van August van Rooy, witte pater, aan zijn familie, verzonden vanuit diverse missieposten. Met bijlagen. Copieën. 1902-1909, 1 omslag.; LARC nr. 4643. Brief van mgr. Antoon Oomen, Witte Pater en bisschop van Mwanza (Tanzania), aan pater (onbekend). Met bijlage. 1950, 1 omslag. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opmerkingen | De Nederlandse archieven gaan op termijn naar het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven.
website: www.mafroma.org, cf. www.africamission-mafr.org/index.php (identiek?) e-mail: m.afr@mafroma.org |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Interressant archief |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | De congregatie De Sociëteit van de Missionarissen van Afrika werd gesticht in Algiers (Algerije) in 1868 door kardinaal Charles Martial Allemand Lavigerie (1825-1892), aartsbisschop van Algiers. Een jaar later zou hij de Missiezusters van Onze Lieve Vrouw van Afrika stichten. Lavigerie stond een congregatie voor ogen die zich zou toeleggen op de missionering onder islamieten in Algerije dat toen een Franse kolonie was. Al spoedig verschoof de aandacht naar Afrika ten zuiden van de Sahara. Wegens hun witte habijt waren deze missionarissen bekend als de Witte Paters. In dat werelddeel waren de Witte Paters bijna overal actief. Vanaf het begin was het de bedoeling dat de nieuwe kerken zo snel mogelijk over eigen, inheemse priesters konden beschikken. Regel was dat elke missiepost een bezetting had van tenminste drie leden, te weten twee priesters en één broeder. In 1933 telde de socïeteit 1.475 leden (1.056 priesters en 419 broeders). In 1936 woonden er in de missiegebieden van de Witte Paters bijna één miljoen gedoopte katholieken en bijna een half miljoen mensen die catechismusonderricht volgden. Vestiging in Nederland was het gevolg van anti-religieuze politiek in Frankrijk. Huize Gerra in Haaren (provincie Noord-Brabant) was de eerste vestigingsplaats in Nederland in 1889. Overigens volgden toen al 19 Nederlanders een opleiding in de congregatie. Drie jaar later verhuisde men naar het nieuw gebouwde missiehuis St. Charles aan de hoofdweg van Vught naar Boxtel. Hier werden de paters en broeders opgeleid, later werd de missieprocuur ondergebracht in een huis in Boxtel.
De missie Afrika De Nederlandse missionarissen kregen geen eigen missiegebied toegewezen en werkten over heel Afrika samen met Witte Paters uit andere landen en/of provincies. Zo vertrokken meerdere Nederlandse Witte Paters na 1889 naar Uganda, later volgden er meer Nederlandse broeders . De internationale oriëntatie van de congregatie weerspiegelde zich in zowel de opleiding tot missionaris als in het apostolaat zelf. In Noord-Afrika werkten de Witte Patersvanaf 1868 in Algerije en Tunesië. Op last van de paus werkten Witte Paters vanaf 1878 ook in Zuid-Amerika in Argentinië. In 1879 gaf paus Leo XIII de opdracht aan Lavigerie om in Afrika vier missiecentra op te zetten, waaronder bij het Victoria- en Tanganyika-meer. Van daaruit verspreidden de Witte Paters zich over Afrika. Op het einde van de eeuw waren er achttien karavanen met 220 missionarissen vertrokken en werkten de Witte Paters in vrijwel alle delen van dit continent ten zuiden van de Sahara. Andere missiegebieden waren: Libanon, de Verenigde Staten en India. De Witte Paters leidden niet alleen inheemse geestelijken op, maar zij bestudeerden ook de inheemse talen en boden op grote schaal medische hulp. Broeders waren geheel opgenomen in het gemeenschapsleven met de paters, maar leverden een eigen bijdrage door het bouwen van kerken en scholen, het geven vakonderwijs, catechismusonderricht en door werkzaamheden in de katholieke jeugdbeweging. In 1958 waren 258 paters en 83 broeders werkzaam in het veld (Pius-almanak 1958). Volgens de in het archief bewaarde registers van priesters en broeders heeft de Nederlandse provincie tussen 1882 en 1993 572 priesters en 334 broeders gehad. In 1923 wordt melding gemaakt van een Afrikaans museum dat is ondergebracht in de missieprocuur in Boxtel (Van der Burgt, Kruis geplant, 478; daar ook statistische gegevens: 485-493).
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 46, Willemsen, I, par. 35, bezoekverslag KAN 1996, Pius-almanak 1960/61, 336 en 421-425 en Derix, Brengers van de boodschap.
|
Organisatie | De congregatie De Sociëteit bestond uit paters en broeders, die geen geloften maar een eed aflegden. Volgens het kanoniek recht waren zij 'in communi viventes sine votis' (in gemeenschap levend zonder geloften). Het bestuur van de congregatie is centralistisch opgezet. Het bestuur was in handen van het kapittel dat elke tien jaar bijeenkwam om de generaal-overste en de vier consultoren die hem bijstonden te kiezen. De Nederlandse provincie werd in 1937/38 opgericht. In dat jaar had de congregatie huizen in Boxtel (Burgakker met de missieprocuur en St. Charles met de opleiding voor broeders en de studie filosofie voor aankomende priesters) en in Sterksel (St. Paulus; gymnasium). Thans is de congregatie gevestigd in Dongen. De rechtspersoon was in Nederland de St. Charles-Stichting der Witte Paters van Kardinaal Lavigerie. Het generalaat bevindt zich in Rome.
De missie De Witte Paters concentreerden zich helemaal op Afrika ten zuiden van de Sahara. De missie-gebieden vielen direct onder bestuur van de generaal overste (Pius-almanak 1960/61, 336). Het was een witte pater, G. van der Ven, die in 1949 het initiatief nam tot de oprichting van Raptim (zie daar).
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 46, Pius-almanak 1960/61, 336.
|
Doelstelling | De congregatie was een echte missiecongregatie. Aanvankelijk richtte men zich op de bekering van de islamitische bevolking vanuit Algiers in Afrika, later verlegde men de aandacht naar Afrika ten zuiden van de Sahara. Het geven van een christelijke opvoeding aan honderden weeskinderen die bij een hongersnood in 1867 bijeengebracht waren, was daar een eerste uiting van. Verder was strijd tegen slavernij een oogmerk van de stichter. Pastoraal werk en missiewerk waren daarmee de doelstellingen, waarbij kerkplanting en vorming van een inheemse clerus voorop stonden. Voor de missie was er het Liefdewerk van den H. Augustinus en de St. Charles Stichting (Van Woesik, 46 en Willemsen, 35). |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | In totaal 54 interviews, namelijk de nrs.:
3 14 20 71 108 185 235 252 276 309 356 374 394 404 431 435 443 507 511 512 528 597 604 618 623 626 635 636 642 645 657 663 664 677 683 691 694 700 711 726 727 745 748 755 758 761-764 767 774 777 779
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Losse archiefstukken | In het Katholiek Documentatie Centrum in Nijmegen bevinden zich in de Verzameling Losse Archivalia: LARC nr. 4469. Brieven van August van Rooy, witte pater, aan zijn familie, verzonden vanuit diverse missieposten. Met bijlagen. Copieën. 1902-1909, 1 omslag.; LARC nr. 4643. Brief van mgr. Antoon Oomen, Witte Pater en bisschop van Mwanza (Tanzania), aan pater (onbekend). Met bijlage. 1950, 1 omslag. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opmerkingen | De Nederlandse archieven gaan op termijn naar het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven.
website: www.mafroma.org, cf. www.africamission-mafr.org/index.php (identiek?) e-mail: m.afr@mafroma.org |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Interressant archief |