Franciscanessen van Etten
Naam | Franciscanessen van Etten |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1820-2011 |
Denominatie | rooms-katholiek |
Org | Missie |
Korte geschiedenis | De Penitenten-Recollectinen Uit de stichting van Franciscus van Assisi ontstonden al in de middeleeuwen diverse groepen kloosters doordat de meningen over hoe streng de regel moest worden toegepast verschilden. Een van deze op strenge onderhouding gerichte bewegingen was die van de Zusters Penitenten-Recolettinen. Onderdeel daarvan was een groep kloosters die in 1623 ontstond en de naam kreeg van Reform van Limburg. Deze zusters leiden een contemplatief bestaan in een slotklooster. Uit de Reform van Limburg zijn na 1795 voortgekomen: de Franciscanessen van Oirschot (1797) en de Franciscanessen van Dongen (1801). Uit deze twee congregaties ontstonden door afsplitsingen weer veel nieuwe congregaties. We onderscheiden twee families. De eerste ontstond uit de Franciscanessen van Oirschot: de Franciscanessen van Oisterwijk (1844) en de Franciscanessen van Gemert (1848). De aanvankelijke zelfstandige communiteiten in Oisterwijk en Gemert werden in 1891 weer ondergeschikt aan het moederhuis te Oirschot. De tweede familie ontstond uit de Franciscanessen van Dongen: de Franciscanessen van Etten (1820), de Franciscanessen van Roosendaal (1832) en de Franciscanessen van Oudenbosch (1838). Uiteindelijk ontstonden in het kleine bisdom Breda acht zustercongregaties die tot deze groep behoorden, en wel de congregaties van: Dongen, Etten-Leur, Roosendaal, Oudenbosch, Bergen op Zoom (voortgekomen uit Bredase gasthuiszusters), Roosendaal en twee in Breda (de zusters van Mater Dei [Moeder van God] die gespecialiseerd waren in ziekenhuiszorg en het St. Elisabethgesticht voortgekomen uit de zusters van Mater Dei. Buiten het bisdom Breda ontstonden de congregaties in Bennebroek (eveneens afgescheiden van de gasthuiszusters van Breda) en Veghel.
De congregatie De congregatie van de Franciscanessen van Etten werd in 1820 gesticht in Etten (provincie Noord-Brabant) door enkele Franciscanessen van Dongen, waaronder Maria Raaijmakers (1781-1867). Zij was door haar overste naar Etten gestuurd met de opdracht daar een zelfstandige congregatie te stichten, omdat Dongen het door de regering gestelde maximum van twintig leden zou gaan overschrijden. In 1832 zou moeder Marie Joseph zo vanuit Etten weer een klooster in Roosendaal stichten (de Franciscanessen van Mariadal). De zelfstandige dochterstichtingen pasten in het streven naar uitbreiding en voorzagen in de toenemende behoefte aan katholiek lager onderwijs dat de Franciscanessenkonden bieden.
De missie Ned.-Indië Vanaf 1924 waren de zusters werkzaam in Ned.-Indië. Rond 1920 had de congregatie al plannen om zich met de missie te gaan bezighouden. Op verzoek van de apostolisch vicaris van Pontianak op Borneo, mgr. Pacificus Bos, besloot de algemene overste, moeder Clotilde van Turnhout, om een missiestatie op te richten in Sambas, in de zogenaamde Westerafdeling van dit eiland. De zusters werkten in Sambas, Pamangkat (1929) en Bengkajang in scholen, met in- en externe leerlingen, en in de gezondheidszorg met ziekenhuizen, poliklinieken en wijkverpleging. In 1929 waren er 29 zusters werkzaam. Ook werkten zij aan de opleiding van inheemse zusters. Voor Chinese en Dajakse vrouwen werden eigen congregaties gesticht die na 1960 zelfstandig zouden worden.
Andere missiegebieden In 1959 begonnen de zusters ook in Belgisch Congo. Dit besluit was beïnvloed door de pauselijke encycliek Fidei Donum. In opdracht van mgr. Van den Berg probeerde pater Jacques Brosens omi tijdens zijn verlof in Nederland vrouwelijke religieuzen te werven. Algemeen overste Annette Verbeeten ging op zijn verzoek in. Er werden vier zusters gezonden die zich vestigden in Ndage (1959), Takaya (1960) en Bobadi (1961). Vanaf de stichting van de congregatie werkten zusters in Suriname, maar deze missie werd geleid door de Zusters Franciscanessen van Roosendaal, een dochterstichting van Etten.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 65-66, Willemsen, I, par. 2-23, Piusalmanak 1960/61, 364 en 432, Van Huijgevoort, Plaatsingslijst. |
Organisatie | De congregatie In 1855 verkreeg de congregatie rechtspersoonlijkheid in de vorm van een vereniging. De rechtspersoon is 'Het zedelijk lichaam Opvoedingsgesticht 't Withof'. De congregatie kent een algemeen bestuur met aan het hoofd de algemeen overste, bijgestaan door ten minste twee raadsleden. Zij wordt door het algemeen Kapittel gekozen voor een termijn van ten minste drie en maximaal zes jaar, waarbij de ononderbroken zittingstermijn maximaal twaalf jaar mag bedragen. Het algemeen kapittel bestaat uit de zittende algemene overste met raadsleden, regionale oversten en zusters die daar door rechtstreekse verkiezing toe zijn afgevaardigd. Tot de bevoegdheden van de algemene overste behoorden onder andere benoemingen van huisoversten en regionale oversten alsmede het oprichten en besturen van regio's. De raadszusters moeten wel instemmen met deze besluiten. De overste kan haar taken en functies ook delegeren lagere oversten. Het moederhuis bevindt zich in Etten, waar ook de missieprocuur gevestigd is. Het generalaat bevindt zich in Nederland.
Missie Indonesië zou binnen de congregatie pas in 1969 de status van regio verkrijgen. Congo had vanaf het begin in 1959 die status al.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 65-66, Van Huijgevoort, Plaatsingslijst. |
Doelstelling | Bijzonder doel bij de stichting was geven van opvoeding en onderwijs aan meisjes. Daarmee werd meteen vanaf de stichting begonnen in Nederland en is daarna in diverse vormen en op verschillende plaatsen uitgebreid. Tot de doelstellingen van de congregatie behoorden dan ook in algemene zin opvoeding, onderwijs en ziekenverpleging. Ook in de missie werden deze doelstellingen uitgedragen. |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | Zeven interviews, en wel de nrs.: 79 161 183 521 559 560 571 |
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||
Bronnen met verslaglegging | Kronieken
1411. "Kroniek" van de regio Indonesië. [1924-1929, 1945-1956]. 1 deeltje
2266-2272. Pemangkat (Indonesië), Sint-Theresiaklooster: kronieken van het klooster. 1929-1967. 5 cahiers en 2 delen
2301-2303. Sambas (Indonesië), Sint-Franciscusklooster: kronieken van het klooster. 1924-1971. 3 delen
2169-2170. Benkayang (Indonesië), Mariaklooster: kronieken van het klooster. 1950-1961. 2 cahiers
Dagboeken
1550-1564. Dagboeken van zuster Elisabeth en andere zusters. 1941-1948. 15 cahiers
1709. Dagboek "De Zusters van Etten in gevangenschap en in het Concentratiekamp der Japanners op Borneo" door zuster Elisabeth. ca. 1940<?>. 1 deel Gedrukt
1710. Dagboek "De Zusters Recollectinen Penitenten van de Congregatie van Etten (N.-Br.) in gevangenschap en in het Concentratiekamp der Japanners op Borneo" door zuster Elisabeth en na haar dood voortgezet door verschillende zusters. 2e druk. ca. 1940<?>. 1 deel
Memoires
2965. Persoonlijke herinneringen van zr. Auxilia Crombeecke aan de aankomst van onze eerste zusters in Sambas in 1924. Geschreven op verzoek in 1994. 1 omslag
Visitatieverslagen
1682. Stukken betreffende de canonieke visitatie door mgr. H.J. van Valenberg, apostolisch vicaris van Pontianak, van de staties te Pemangkat en Sambas. 1937, 1946, 1950. 1 omslag
1683 Stukken betreffende de visitatie door de algemene overste van de staties. 1939-1988. 1 omslag Indonesisch en Nederlands.
Conferenties van missiewerkers
1686. Verslagen van de vergaderingen van de huisoversten. Met bijlagen. 1952-1988. 1 omslag Indonesisch en Nederlands.
|
||||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||||
Opmerkingen | In het Koloniaal Missie-Tijdschrift is een artikel te vinden getiteld "Een Kapucijn-Missionaris. 12,5 Jubileum der Eerwaarde zusters Recollectinen-Penitenten van Etten en de missie van Borneo-Sambas", (1936). Verder zijn er artikelen over de zusters te vinden in tijdschriften van de Capucijnen, te weten Christus-Koning en St. Fidelisklokje. |
||||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Groot |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | De Penitenten-Recollectinen Uit de stichting van Franciscus van Assisi ontstonden al in de middeleeuwen diverse groepen kloosters doordat de meningen over hoe streng de regel moest worden toegepast verschilden. Een van deze op strenge onderhouding gerichte bewegingen was die van de Zusters Penitenten-Recolettinen. Onderdeel daarvan was een groep kloosters die in 1623 ontstond en de naam kreeg van Reform van Limburg. Deze zusters leiden een contemplatief bestaan in een slotklooster. Uit de Reform van Limburg zijn na 1795 voortgekomen: de Franciscanessen van Oirschot (1797) en de Franciscanessen van Dongen (1801). Uit deze twee congregaties ontstonden door afsplitsingen weer veel nieuwe congregaties. We onderscheiden twee families. De eerste ontstond uit de Franciscanessen van Oirschot: de Franciscanessen van Oisterwijk (1844) en de Franciscanessen van Gemert (1848). De aanvankelijke zelfstandige communiteiten in Oisterwijk en Gemert werden in 1891 weer ondergeschikt aan het moederhuis te Oirschot. De tweede familie ontstond uit de Franciscanessen van Dongen: de Franciscanessen van Etten (1820), de Franciscanessen van Roosendaal (1832) en de Franciscanessen van Oudenbosch (1838). Uiteindelijk ontstonden in het kleine bisdom Breda acht zustercongregaties die tot deze groep behoorden, en wel de congregaties van: Dongen, Etten-Leur, Roosendaal, Oudenbosch, Bergen op Zoom (voortgekomen uit Bredase gasthuiszusters), Roosendaal en twee in Breda (de zusters van Mater Dei [Moeder van God] die gespecialiseerd waren in ziekenhuiszorg en het St. Elisabethgesticht voortgekomen uit de zusters van Mater Dei. Buiten het bisdom Breda ontstonden de congregaties in Bennebroek (eveneens afgescheiden van de gasthuiszusters van Breda) en Veghel.
De congregatie De congregatie van de Franciscanessen van Etten werd in 1820 gesticht in Etten (provincie Noord-Brabant) door enkele Franciscanessen van Dongen, waaronder Maria Raaijmakers (1781-1867). Zij was door haar overste naar Etten gestuurd met de opdracht daar een zelfstandige congregatie te stichten, omdat Dongen het door de regering gestelde maximum van twintig leden zou gaan overschrijden. In 1832 zou moeder Marie Joseph zo vanuit Etten weer een klooster in Roosendaal stichten (de Franciscanessen van Mariadal). De zelfstandige dochterstichtingen pasten in het streven naar uitbreiding en voorzagen in de toenemende behoefte aan katholiek lager onderwijs dat de Franciscanessenkonden bieden.
De missie Ned.-Indië Vanaf 1924 waren de zusters werkzaam in Ned.-Indië. Rond 1920 had de congregatie al plannen om zich met de missie te gaan bezighouden. Op verzoek van de apostolisch vicaris van Pontianak op Borneo, mgr. Pacificus Bos, besloot de algemene overste, moeder Clotilde van Turnhout, om een missiestatie op te richten in Sambas, in de zogenaamde Westerafdeling van dit eiland. De zusters werkten in Sambas, Pamangkat (1929) en Bengkajang in scholen, met in- en externe leerlingen, en in de gezondheidszorg met ziekenhuizen, poliklinieken en wijkverpleging. In 1929 waren er 29 zusters werkzaam. Ook werkten zij aan de opleiding van inheemse zusters. Voor Chinese en Dajakse vrouwen werden eigen congregaties gesticht die na 1960 zelfstandig zouden worden.
Andere missiegebieden In 1959 begonnen de zusters ook in Belgisch Congo. Dit besluit was beïnvloed door de pauselijke encycliek Fidei Donum. In opdracht van mgr. Van den Berg probeerde pater Jacques Brosens omi tijdens zijn verlof in Nederland vrouwelijke religieuzen te werven. Algemeen overste Annette Verbeeten ging op zijn verzoek in. Er werden vier zusters gezonden die zich vestigden in Ndage (1959), Takaya (1960) en Bobadi (1961). Vanaf de stichting van de congregatie werkten zusters in Suriname, maar deze missie werd geleid door de Zusters Franciscanessen van Roosendaal, een dochterstichting van Etten.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 65-66, Willemsen, I, par. 2-23, Piusalmanak 1960/61, 364 en 432, Van Huijgevoort, Plaatsingslijst. |
Organisatie | De congregatie In 1855 verkreeg de congregatie rechtspersoonlijkheid in de vorm van een vereniging. De rechtspersoon is 'Het zedelijk lichaam Opvoedingsgesticht 't Withof'. De congregatie kent een algemeen bestuur met aan het hoofd de algemeen overste, bijgestaan door ten minste twee raadsleden. Zij wordt door het algemeen Kapittel gekozen voor een termijn van ten minste drie en maximaal zes jaar, waarbij de ononderbroken zittingstermijn maximaal twaalf jaar mag bedragen. Het algemeen kapittel bestaat uit de zittende algemene overste met raadsleden, regionale oversten en zusters die daar door rechtstreekse verkiezing toe zijn afgevaardigd. Tot de bevoegdheden van de algemene overste behoorden onder andere benoemingen van huisoversten en regionale oversten alsmede het oprichten en besturen van regio's. De raadszusters moeten wel instemmen met deze besluiten. De overste kan haar taken en functies ook delegeren lagere oversten. Het moederhuis bevindt zich in Etten, waar ook de missieprocuur gevestigd is. Het generalaat bevindt zich in Nederland.
Missie Indonesië zou binnen de congregatie pas in 1969 de status van regio verkrijgen. Congo had vanaf het begin in 1959 die status al.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 65-66, Van Huijgevoort, Plaatsingslijst. |
Doelstelling | Bijzonder doel bij de stichting was geven van opvoeding en onderwijs aan meisjes. Daarmee werd meteen vanaf de stichting begonnen in Nederland en is daarna in diverse vormen en op verschillende plaatsen uitgebreid. Tot de doelstellingen van de congregatie behoorden dan ook in algemene zin opvoeding, onderwijs en ziekenverpleging. Ook in de missie werden deze doelstellingen uitgedragen. |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | Zeven interviews, en wel de nrs.: 79 161 183 521 559 560 571 |
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||
Bronnen met verslaglegging | Kronieken
1411. "Kroniek" van de regio Indonesië. [1924-1929, 1945-1956]. 1 deeltje
2266-2272. Pemangkat (Indonesië), Sint-Theresiaklooster: kronieken van het klooster. 1929-1967. 5 cahiers en 2 delen
2301-2303. Sambas (Indonesië), Sint-Franciscusklooster: kronieken van het klooster. 1924-1971. 3 delen
2169-2170. Benkayang (Indonesië), Mariaklooster: kronieken van het klooster. 1950-1961. 2 cahiers
Dagboeken
1550-1564. Dagboeken van zuster Elisabeth en andere zusters. 1941-1948. 15 cahiers
1709. Dagboek "De Zusters van Etten in gevangenschap en in het Concentratiekamp der Japanners op Borneo" door zuster Elisabeth. ca. 1940<?>. 1 deel Gedrukt
1710. Dagboek "De Zusters Recollectinen Penitenten van de Congregatie van Etten (N.-Br.) in gevangenschap en in het Concentratiekamp der Japanners op Borneo" door zuster Elisabeth en na haar dood voortgezet door verschillende zusters. 2e druk. ca. 1940<?>. 1 deel
Memoires
2965. Persoonlijke herinneringen van zr. Auxilia Crombeecke aan de aankomst van onze eerste zusters in Sambas in 1924. Geschreven op verzoek in 1994. 1 omslag
Visitatieverslagen
1682. Stukken betreffende de canonieke visitatie door mgr. H.J. van Valenberg, apostolisch vicaris van Pontianak, van de staties te Pemangkat en Sambas. 1937, 1946, 1950. 1 omslag
1683 Stukken betreffende de visitatie door de algemene overste van de staties. 1939-1988. 1 omslag Indonesisch en Nederlands.
Conferenties van missiewerkers
1686. Verslagen van de vergaderingen van de huisoversten. Met bijlagen. 1952-1988. 1 omslag Indonesisch en Nederlands.
|
||||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||||
Opmerkingen | In het Koloniaal Missie-Tijdschrift is een artikel te vinden getiteld "Een Kapucijn-Missionaris. 12,5 Jubileum der Eerwaarde zusters Recollectinen-Penitenten van Etten en de missie van Borneo-Sambas", (1936). Verder zijn er artikelen over de zusters te vinden in tijdschriften van de Capucijnen, te weten Christus-Koning en St. Fidelisklokje. |
||||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Groot |