Repertorium van Nederlandse zendings- en missie-archieven 1800-1960

 
English | Nederlands

Georganiseerde Guldens Collecte

Naam Georganiseerde Guldens Collecte
Naamsvarianten
  • GGC
Periode 1921-1954
Denominatie Interdenominationeel
Org Zending

Korte geschiedenis

De collecte was een initiatief van ds. H.W. Creutzberg van de Duinoordkerk in Den Haag en ds. C.W. Coolsma van Groningen. De eerste bedacht in 1921, toen de zendingsfinanciën op een dieptepunt waren aanbeland, het plan om buiten alle bestaande acties om driemaal per jaar een gulden voor de zending te geven. Op 3 oktober van dat jaar werd in een vergadering van vertegenwoordigers van de zendingscorporaties, in tegenwoordigheid van Creutzberg en Coolsma, het landelijk comité opgezet. 

Men zamelde geld in voor verschillende zendingscorporaties, onder andere voor het Nederlandsch Zendeling Genootschap, de Utrechtse Zendingsvereeniging, de Nederlandsche Zendingsvereeniging, de Rheinische Missionsgesellschaft, het Sangi- en Talaud Comité, het Zeister Zendingsgenootschap, het Java Comité, het Nederlandsch Bijbelgenootschap, de Soemba-zending, de Gereformeerde Zendingsbond, de Doopsgezinde zending, de Lutherse zending, de Zending van de Classis Amsterdam en het pensioenfonds van de Samenwerkende Zendingscorporaties.

De GGC bracht tot aan de Tweede Wereldoorlog gemiddeld ongeveer f 50.000 per jaar op. De organisatie wordt voor de laatste keer vermeld in 1955.

Zie o.a. Randwijck, Handelen en denken, 736. 

Organisatie

Er bestond een hoofdcomité, ook wel dagelijks bestuur genoemd. C.M.R. Gravin van Limburg Stirum - van Sminia (echtgenote van oud-gouverneur-generaal van ned. Indië John, graaf van Limburg Stirum (1916-1921) was de eerste voorzitster, ds. C.W. Coolsma was secretaris.

Verder werden er provinciale chefs benoemd voor elke provincie in Nederland. Tenslotte had men vóór de Tweede Wereldoorlog een vertegenwoordiger naar buiten.

Zie o.a. Van Randwijck, Handelen en denken, 736.

Doelstelling

'De GGC bedoelt te voorzien in den nood der Zending, zooals die jaren geleden bekend werd en die toen zelfs zoo hoog steeg, dat er ernstig aan belangrijke inkrimping moest worden gedacht en reeds de mogelijkheid van een niet-kunnen-betalen aan de Europeesche en … Inlandsche krachten en hulpkrachten onder het oog moest worden gezien. Toen kreeg Ds. H.W. Creutzberg de zeer goede gedachte: een groot aantal menschen zou zich bereid verklaren om, telkens als de noord der Zending zich weer voordeed, een gulden op te brengen.'

Bovenstaande opzet werd echter nooit gehaald. Men introduceerde een systeem van ‘opcenten’, waarbij naast de contributie tweemaal per jaar een gulden werd gegeven. (Ned. Zendingsjaarboek 1937)

Taken en activiteiten
  • Geldwerving
Continenten
  • Europa
Lokatie
  • Nederland
Meer over het archief
Beschrijving archief

Het archief bevat alle jaarverslagen uit de periode 1921-1955, correspondentie met de SZC en de verslagen van vergaderingen.

Bewaarplaats Het Utrechts Archief
Periode archief 1921-1955
Openbaarheid openbaar
Omvang inv. nrs. 5641-5644
Toegang soort
  • Inventaris met inleiding
Opmerkingen toegang soort digitaal (pdf)
Toegang titel 2.1.07 Archief van de Georganiseerde Guldens Collecte voor de zending in Oost-
Subarchief van

Archief van de Raad voor de Zending der NHK 1102-2

Websites

www.hetutrechtsarchief.nl

Opmerkingen

Ook in het archief van de profiterende organisatie (zie geschiedenis) zijn veelal stukken m.b.t. de GGC terug te vinden.

Geschiedenis

Korte geschiedenis

De collecte was een initiatief van ds. H.W. Creutzberg van de Duinoordkerk in Den Haag en ds. C.W. Coolsma van Groningen. De eerste bedacht in 1921, toen de zendingsfinanciën op een dieptepunt waren aanbeland, het plan om buiten alle bestaande acties om driemaal per jaar een gulden voor de zending te geven. Op 3 oktober van dat jaar werd in een vergadering van vertegenwoordigers van de zendingscorporaties, in tegenwoordigheid van Creutzberg en Coolsma, het landelijk comité opgezet. 

Men zamelde geld in voor verschillende zendingscorporaties, onder andere voor het Nederlandsch Zendeling Genootschap, de Utrechtse Zendingsvereeniging, de Nederlandsche Zendingsvereeniging, de Rheinische Missionsgesellschaft, het Sangi- en Talaud Comité, het Zeister Zendingsgenootschap, het Java Comité, het Nederlandsch Bijbelgenootschap, de Soemba-zending, de Gereformeerde Zendingsbond, de Doopsgezinde zending, de Lutherse zending, de Zending van de Classis Amsterdam en het pensioenfonds van de Samenwerkende Zendingscorporaties.

De GGC bracht tot aan de Tweede Wereldoorlog gemiddeld ongeveer f 50.000 per jaar op. De organisatie wordt voor de laatste keer vermeld in 1955.

Zie o.a. Randwijck, Handelen en denken, 736. 

Organisatie

Er bestond een hoofdcomité, ook wel dagelijks bestuur genoemd. C.M.R. Gravin van Limburg Stirum - van Sminia (echtgenote van oud-gouverneur-generaal van ned. Indië John, graaf van Limburg Stirum (1916-1921) was de eerste voorzitster, ds. C.W. Coolsma was secretaris.

Verder werden er provinciale chefs benoemd voor elke provincie in Nederland. Tenslotte had men vóór de Tweede Wereldoorlog een vertegenwoordiger naar buiten.

Zie o.a. Van Randwijck, Handelen en denken, 736.

Doelstelling

'De GGC bedoelt te voorzien in den nood der Zending, zooals die jaren geleden bekend werd en die toen zelfs zoo hoog steeg, dat er ernstig aan belangrijke inkrimping moest worden gedacht en reeds de mogelijkheid van een niet-kunnen-betalen aan de Europeesche en … Inlandsche krachten en hulpkrachten onder het oog moest worden gezien. Toen kreeg Ds. H.W. Creutzberg de zeer goede gedachte: een groot aantal menschen zou zich bereid verklaren om, telkens als de noord der Zending zich weer voordeed, een gulden op te brengen.'

Bovenstaande opzet werd echter nooit gehaald. Men introduceerde een systeem van ‘opcenten’, waarbij naast de contributie tweemaal per jaar een gulden werd gegeven. (Ned. Zendingsjaarboek 1937)

Taken en activiteiten
  • Geldwerving

Geografie

Continenten
  • Europa
Lokatie
  • Nederland

Niet-archivalische bronnen


Het archief

Meer over het archief
Beschrijving archief

Het archief bevat alle jaarverslagen uit de periode 1921-1955, correspondentie met de SZC en de verslagen van vergaderingen.

Bewaarplaats Het Utrechts Archief
Periode archief 1921-1955
Openbaarheid openbaar
Omvang inv. nrs. 5641-5644
Toegang soort
  • Inventaris met inleiding
Opmerkingen toegang soort digitaal (pdf)
Toegang titel 2.1.07 Archief van de Georganiseerde Guldens Collecte voor de zending in Oost-
Subarchief van

Archief van de Raad voor de Zending der NHK 1102-2

Websites

www.hetutrechtsarchief.nl

Opmerkingen

Ook in het archief van de profiterende organisatie (zie geschiedenis) zijn veelal stukken m.b.t. de GGC terug te vinden.