Sociëteit voor Afrikaanse Missiën (SMA)
Naam | Sociëteit voor Afrikaanse Missiën (SMA) |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1856-2011 |
Denominatie | rooms-katholiek |
Org | Missie |
Korte geschiedenis | De congregatie De Sociëteit voor Afrikaanse Missiën is gesticht in 1856 in Lyon (Frankrijk) door M.M.J. (Melchior) de Marion-Brésillac (1813-1859), overigens op verzoek van de prefect van de congregatie De Propaganda Fide, kardinaal Barnabo. De nieuwe congregatie richtte zich op missionering van moeilijke gebieden zoals de westkust van Afrika waar malaria en andere tropische ziekten onder Europeanen veel slachtoffers maakten. Sinds 1892 is de Sociëteit in Nederland gevestigd. Hoewel de wetten van Combes de Sociëteit ertoe brachten uit te wijken naar Nederland bleef zij Frans georiënteerd en tot de Eerste Wereldoorlog traden er slechts enkele Nederlanders in, al had de congregatie diverse opleidingsmogelijkheden . Nadien veranderde dat. De meeste leden kwamen uit Limburg en Noord-Brabant. Over de geschiedenis van de congregatie is veel geschreven door pater J. van Brakel (1930-) die weer terug kon vallen op het werk van zijn confrater Jan (John) van Heesewijk (1897-1982) die ook onderzoek deed in het archief van het generalaat in Rome.
De missie West-Afrika De eerste door de Sociëteit ondernomen missie was in 1859 naar Sierra Leone (toen aangeduid als de Afrikaanse slavenkust), waarbij de stichter en zijn metgezellen op één na stierven aan de gele koorts (Ëtat de la Société des Missions Africaines, 1960-1961, 7-8) . Na de dood van de Marion-Brésillac werd de sociëteit voortgezet door Augustin Planque die in 1876 de congregatie van de zusters van Onze Lieve Vrouw der Apostelen stichtte.Toch werd in 1860 alweer gemissioneerd in het apostolisch vicariaat van Dahomey (Benin) in opdracht van paus Pius IX. In 1880 arriveerden de eerste paters in Elmina aan de Gold Coast (Goudkust), destijds een Engelse kolonie. Drie jaar later voegden de eerste religieuzen van de congregatie van de Zusters van O.L. Vrouw der Apostelen zich daarbij. SMA en deze congregatie zouden in dit missiegebied blijven samenwerken. In 1906 waren er ongeveer 7.500 katholieken in de Gold Coast en werkten er 17 priester-missionarissen, zes zusters, zeven catechisten en 33 inheemse schoolmeesters. De congregatie had toen 13 kerken en kapellen en 19 scholen met voornamelijk mannelijke leerlingen. Na de Eerste Wereldoorlog werd de Duitse kolonie Togo gesplitst in een westelijk en een oostelijk deel. Het westelijke deel werd gevoegd bij de kolonie Gold Coast, terwijl de Sociëteit het missiewerk in dit gebied overnam van het Gezelschap van het Goddelijk Woord (SVD). Rome voegde dit gebied toe aan het vicariaat Gold Coast. In 1923 werd dit missiegebied aan de nog maar net opgerichte Nederlandse provincie toevertrouwd. Aangezien Engels de voertaal was, was het grootseminarie tot 1939 in Hastings (VK) gevestigd, daarna werd dit omdat Engeland door de oorlog niet meer bereikbaar was ondergebracht in een van de jezuieten gehuurd gebouw in Aalbeek (provincie Limburg). In 1938 werkten 82 paters en broeders in Afrika, de meesten van hen in Gold Coast (Pius-almanak 1938). In 1960 bestond de missie in Ghana uit het aartsbisdom Cape Coast (60 missionarissen), en de bisdommen Keta (36 missionarissen ) en Kumasi (28 missionarissen). Verder was de Sociëteit actief in Ivoorkust en Nieuw-Zeeland, Egypte (apostolisch vicariaat Nijldelta), Marokko, Tanzania en de Filipijnen. De hier werkzame aantallen missionarissen waren overigens gering (1960: aartsbisdom Lomé: 3 misssionarissen) en apostolisch vicariaat Nijldelta (4 missionarissen). In de Verenigde Staten oefende de Sociëteit sinds 1907 zielzorg onder de Afro-Amerikaanse bevolking uit.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 26-27, Willemsen, I, par. 1-34, bezoekrapport KAN 1996, Pius-almanak 1960/61, 325, Derix, Brengers van de boodschap, 270 en 323-324 en Van Brakel.
|
Organisatie | De congregatie De congregatie bestond overwegend uit priesters. In 1938 telde zij wereldwijd 820 leden en leidde zij 14 apostolische vicariaten en prefecturen, alle gelegen in Afrika. Zij werd lange tijd vanuit Lyon geleid door een generaal overste, die in 1931 werd bijgestaan door een vicaris-generaal, een procureur-generaal in Rome, een econoom-generaal en vijf adviseurs ('conseillers'). Eens in de vijf tot zes jaar kwam het generaal kapittel bijeen. In 1961 was het generalaat in Rome gevestigd en werd de congregatie bestuurd door een generaal-overste, bijgestaan door een vicaris- en procureur-generaal en vier adviseurs. (État de la Société des Missions Africaines, 1930-1931 en 1960-1961, nieuwe inv. nrs. 206 en 219). In 1930 bestond de congregatie uit de provincies Frankrijk, Elzas-Lotharingen, de Ver. Staten, Ierland en Nederland (État de la société 1930-1931). De Nederlandse provincie werd in 1923 opgericht. De oudste vestiging is in Cadier en Keer (provincie Limburg), waar het provincialaat en een etnografisch museum zijn ondergebracht. Andere huizen stonden in 1938 in St. Michielsgestel (Nieuw Herlaar, provincie Noord-Brabant), Bemelen (provincie Limburg) en Hastings (Ver. Koninkrijk). Het generalaat bevindt zich in Rome. De Nederlandse rechtspersoon was de vereniging van mannen onder de naam 'Missionarissen voor Africa'.
Generaal-overste waren: Augustin Planque 1859-1907 Paul Pellet 1907-1914 Augustin Duret 1914-1919 Jean-Marie Chabert 1919-1933 Auguste Bruhat als vicaris-generaal 1933-1937 Maurice Slattery 1937-1947 Stephen Harrington 1947-1958 Henri Mondé 1958-
De missie De missies werden uitgevoerd onder rechtstreeks gezag van de Propaganda Fide met uitzondering van de missie in de Verenigde Staten onder de Afro-Amerikanen. Gold Coast werd in 1879 een apostolische prefectuur, in 1901 verheven tot apostolisch vicariaat. In 1931 was dit missiegebied onderverdeeld in 13 districten die ieder weer een groot aantal stations hadden. Het vicariaat Neder-Volta werd opgericht in 1923 en bestond in 1931 uit 15 districten. In 1950 werden de vicariaten Gold Coast, Neder Volta en Kumasi verheven tot resp. de aartsbisdommen Cape Coast en de bisdommen Keta en Kumasi.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, afkomstig uit: Van Woesik 25-26, Katholieke Encyclopaedie 1938, lemma 'Sociëteit voor de Afrikaansche Missiën, Willemsen, I, par. 1-34, bezoekverslag KAN 1996, Pius-almanak 1960/61, 325 |
Doelstelling | De Sociëteit is speciaal gesticht voor de missie in (West) Afrika (bezoekverslag KAN 1996). Tot de doelstellingen behoorden dan ook pastoraal werk en missiewerk. Voor het liefdewerk was er Liefdewerk der Afrikaansche Missiën en Studiefonds voor missionarissen (Willemsen, 34). |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | In totaal 28 interviews, en wel de nrs.: 70 88 122 123 166 170 182 193 200 236 272 281 297 301 336 384 388 402 422 495 583 620 649 650 652 696 728 759
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||
Websites | http://www.sma-nederland.nl/
website: www.smainternational.net e-mail: secgen@smaroma.org website SMA in Nederland: www.missions-africaines.net
|
||||||||||||||||||||
Bronnen met verslaglegging | In de drie beschikbare inventarissen zijn in maart 2010 de volgende bescheiden aangetroffen (met periode waarover deze lopen):
Dagboeken en memoires NB: in het Nederlands, Engels en soms Frans. Herinneringen bajesleven, leven in de gevangenis 3 juli 1943-4 november 1944, vertaling van W. van Frankenhuysen (nieuwe inv. nr. 582) Memoires van Kees Breukel, 1934-1962 (inv. nr. 582) Memoires vermengd met beschouwingen van Leo Brouwer over de Ewestam, z.j. (inv. nr. 584) Dagboeken van Jan Doeswijk in Kete Krachi, 1935-1951, 10 schriften (nieuwe inv. nr. 586) Dagboeken van Antoon Domensino, periode 1946-1951 toen hij werkzaam was in het gebied van de Ashanti, 3 schriften, (nieuwe inv. nr. 587) Dagboeken van Antoon Domensino, periode 1923-1939 toen hij in Ghana werkzaam was (nieuwe inv. nr. 587) Dagboek over reis naar Afrika van Bernard Eerden, 1947 (nieuwe inv. nr. 589) Dagboek Afrikareis van Bernard Eerden, 1956-1958 (nieuwe inv. nr. 589) Memoires van Huub van Gastel, 1906-1983 (nieuwe inv. nr. 588) Memoires van Harrie Huiskamp, 1923-1994 (nieuwe inv. nr. 597) NB: met veel etnografische uitwijdingen Memoires van Jos. Mouren, 1882-? (nieuwe inv. nr. 621) Memoires van Jos. Mouren, 1899-na 1960 (nieuwe inv. nr. 621) Dagboek van een reis in Ivoorkust, Opper-Volta, Togo en Dahomey (tegenwoordig Benin), 1937 (nieuwe inv. nr. 621) NB: tijdens deze reis werd in opdracht van de congregatie de film 'Tropenoffer' opgenomen. 'Souvenirs d'un vieux Broussard' door Jos. Mouren, met Nederlandse vertaling (nieuwe inv. nr. 621) NB: in 1950 in het Nederlands vertaald door Frits Koolen sma, maar geen van beide werken is uitgegeven. Het boek gaat over de missie van Mouren in West-Nigeria en naburiige landstreken. Memoires van Koos Nadorp, 1904-1975 (nieuwe inv. nr. 624) NB: broeder en van beroep drukker-typograaf Dagboek van Cor van der Plas, 1939-1952 en 1946-1947 en 1967 (nieuwe inv. nr. 629) Dagboek van Han (F.J.) Terlinden, 1933-1936 (nieuwe inv. nr. 637) Memoires van Bernard Wieggers, 1952-1991 (nieuwe inv. nr.653 )
Statistiek Statistische gegevens 1932 en 1951 (nieuwe inv. nr. 3) Statistieken van de Nederlandse provincie, 1949-1973 (nieuwe inv. nr. 690)
Overige stukken 'De Ewe-stam in Ghana. West-Afrika. 1947-1973 door Leo Brouwer, Nederlands origineel en Engelse vertaling uit 1998 door Wiel Eggen sma (nieuwe inv. nr. 584) 'Uit mijn missieleven', 3 schriften met een etnografie van de Ewe door Toon Domensino, bestrijkend de periode 1923-1939 en 1946-1951 (nieuwe inv. nr. 587)'Uit mijn missieleven in Ashanti'(1946-1951) door Toon Domensino (nieuwe inv. nr. 587) 'Grammar Outlines of Belmer and Grant Fanti-Akan' door Toon Domensino, Nijmegen, 1943/Aalbeek, 1944 (nieuwe inv. nr. 587) Opstel over dood en begrafenis in Ghana door Bernard Eerden, z.j. (nieuwe inv. nr. 589) 'Vie quotidienne des Anciens Senufo', manuscript in drie delen, door Pierre Knops (nieuwe inv. nr. 609) Woordenboek Frans-Senufo, door Pierre Knops, door hem geannoteerd en verbeterd, z.j. (nieuwe inv. nr. 621) NB: komt niet voor in de NCC. De Senufo wonen in het noorden van Ivoorkust. Het woordenboek is niet uitgegeven. Polygamie bij de Ashanties, manuscript, aanwezig in het persoonsarchief van Wynand Ruyling (nieuwe inv. nr. 631)
Het archief bevat persoonsdossiers van overleden leden met daarin vaak briefwisseling tussen de pater of broeder en zijn oversten, confraters en familieleden. Deze brieven kunnen informatie bevatten over de wijze waarop men te werk ging bij zielzorg en onderwijs en over ervaringen en gebeurtenissen. Dagboeken en memoires werden in de inventarissen niet aangetroffen, wat niet betekent dat ze er niet geweest zijn.
|
||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||
Opmerkingen |
|
||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Groot |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | De congregatie De Sociëteit voor Afrikaanse Missiën is gesticht in 1856 in Lyon (Frankrijk) door M.M.J. (Melchior) de Marion-Brésillac (1813-1859), overigens op verzoek van de prefect van de congregatie De Propaganda Fide, kardinaal Barnabo. De nieuwe congregatie richtte zich op missionering van moeilijke gebieden zoals de westkust van Afrika waar malaria en andere tropische ziekten onder Europeanen veel slachtoffers maakten. Sinds 1892 is de Sociëteit in Nederland gevestigd. Hoewel de wetten van Combes de Sociëteit ertoe brachten uit te wijken naar Nederland bleef zij Frans georiënteerd en tot de Eerste Wereldoorlog traden er slechts enkele Nederlanders in, al had de congregatie diverse opleidingsmogelijkheden . Nadien veranderde dat. De meeste leden kwamen uit Limburg en Noord-Brabant. Over de geschiedenis van de congregatie is veel geschreven door pater J. van Brakel (1930-) die weer terug kon vallen op het werk van zijn confrater Jan (John) van Heesewijk (1897-1982) die ook onderzoek deed in het archief van het generalaat in Rome.
De missie West-Afrika De eerste door de Sociëteit ondernomen missie was in 1859 naar Sierra Leone (toen aangeduid als de Afrikaanse slavenkust), waarbij de stichter en zijn metgezellen op één na stierven aan de gele koorts (Ëtat de la Société des Missions Africaines, 1960-1961, 7-8) . Na de dood van de Marion-Brésillac werd de sociëteit voortgezet door Augustin Planque die in 1876 de congregatie van de zusters van Onze Lieve Vrouw der Apostelen stichtte.Toch werd in 1860 alweer gemissioneerd in het apostolisch vicariaat van Dahomey (Benin) in opdracht van paus Pius IX. In 1880 arriveerden de eerste paters in Elmina aan de Gold Coast (Goudkust), destijds een Engelse kolonie. Drie jaar later voegden de eerste religieuzen van de congregatie van de Zusters van O.L. Vrouw der Apostelen zich daarbij. SMA en deze congregatie zouden in dit missiegebied blijven samenwerken. In 1906 waren er ongeveer 7.500 katholieken in de Gold Coast en werkten er 17 priester-missionarissen, zes zusters, zeven catechisten en 33 inheemse schoolmeesters. De congregatie had toen 13 kerken en kapellen en 19 scholen met voornamelijk mannelijke leerlingen. Na de Eerste Wereldoorlog werd de Duitse kolonie Togo gesplitst in een westelijk en een oostelijk deel. Het westelijke deel werd gevoegd bij de kolonie Gold Coast, terwijl de Sociëteit het missiewerk in dit gebied overnam van het Gezelschap van het Goddelijk Woord (SVD). Rome voegde dit gebied toe aan het vicariaat Gold Coast. In 1923 werd dit missiegebied aan de nog maar net opgerichte Nederlandse provincie toevertrouwd. Aangezien Engels de voertaal was, was het grootseminarie tot 1939 in Hastings (VK) gevestigd, daarna werd dit omdat Engeland door de oorlog niet meer bereikbaar was ondergebracht in een van de jezuieten gehuurd gebouw in Aalbeek (provincie Limburg). In 1938 werkten 82 paters en broeders in Afrika, de meesten van hen in Gold Coast (Pius-almanak 1938). In 1960 bestond de missie in Ghana uit het aartsbisdom Cape Coast (60 missionarissen), en de bisdommen Keta (36 missionarissen ) en Kumasi (28 missionarissen). Verder was de Sociëteit actief in Ivoorkust en Nieuw-Zeeland, Egypte (apostolisch vicariaat Nijldelta), Marokko, Tanzania en de Filipijnen. De hier werkzame aantallen missionarissen waren overigens gering (1960: aartsbisdom Lomé: 3 misssionarissen) en apostolisch vicariaat Nijldelta (4 missionarissen). In de Verenigde Staten oefende de Sociëteit sinds 1907 zielzorg onder de Afro-Amerikaanse bevolking uit.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 26-27, Willemsen, I, par. 1-34, bezoekrapport KAN 1996, Pius-almanak 1960/61, 325, Derix, Brengers van de boodschap, 270 en 323-324 en Van Brakel.
|
Organisatie | De congregatie De congregatie bestond overwegend uit priesters. In 1938 telde zij wereldwijd 820 leden en leidde zij 14 apostolische vicariaten en prefecturen, alle gelegen in Afrika. Zij werd lange tijd vanuit Lyon geleid door een generaal overste, die in 1931 werd bijgestaan door een vicaris-generaal, een procureur-generaal in Rome, een econoom-generaal en vijf adviseurs ('conseillers'). Eens in de vijf tot zes jaar kwam het generaal kapittel bijeen. In 1961 was het generalaat in Rome gevestigd en werd de congregatie bestuurd door een generaal-overste, bijgestaan door een vicaris- en procureur-generaal en vier adviseurs. (État de la Société des Missions Africaines, 1930-1931 en 1960-1961, nieuwe inv. nrs. 206 en 219). In 1930 bestond de congregatie uit de provincies Frankrijk, Elzas-Lotharingen, de Ver. Staten, Ierland en Nederland (État de la société 1930-1931). De Nederlandse provincie werd in 1923 opgericht. De oudste vestiging is in Cadier en Keer (provincie Limburg), waar het provincialaat en een etnografisch museum zijn ondergebracht. Andere huizen stonden in 1938 in St. Michielsgestel (Nieuw Herlaar, provincie Noord-Brabant), Bemelen (provincie Limburg) en Hastings (Ver. Koninkrijk). Het generalaat bevindt zich in Rome. De Nederlandse rechtspersoon was de vereniging van mannen onder de naam 'Missionarissen voor Africa'.
Generaal-overste waren: Augustin Planque 1859-1907 Paul Pellet 1907-1914 Augustin Duret 1914-1919 Jean-Marie Chabert 1919-1933 Auguste Bruhat als vicaris-generaal 1933-1937 Maurice Slattery 1937-1947 Stephen Harrington 1947-1958 Henri Mondé 1958-
De missie De missies werden uitgevoerd onder rechtstreeks gezag van de Propaganda Fide met uitzondering van de missie in de Verenigde Staten onder de Afro-Amerikanen. Gold Coast werd in 1879 een apostolische prefectuur, in 1901 verheven tot apostolisch vicariaat. In 1931 was dit missiegebied onderverdeeld in 13 districten die ieder weer een groot aantal stations hadden. Het vicariaat Neder-Volta werd opgericht in 1923 en bestond in 1931 uit 15 districten. In 1950 werden de vicariaten Gold Coast, Neder Volta en Kumasi verheven tot resp. de aartsbisdommen Cape Coast en de bisdommen Keta en Kumasi.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, afkomstig uit: Van Woesik 25-26, Katholieke Encyclopaedie 1938, lemma 'Sociëteit voor de Afrikaansche Missiën, Willemsen, I, par. 1-34, bezoekverslag KAN 1996, Pius-almanak 1960/61, 325 |
Doelstelling | De Sociëteit is speciaal gesticht voor de missie in (West) Afrika (bezoekverslag KAN 1996). Tot de doelstellingen behoorden dan ook pastoraal werk en missiewerk. Voor het liefdewerk was er Liefdewerk der Afrikaansche Missiën en Studiefonds voor missionarissen (Willemsen, 34). |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | In totaal 28 interviews, en wel de nrs.: 70 88 122 123 166 170 182 193 200 236 272 281 297 301 336 384 388 402 422 495 583 620 649 650 652 696 728 759
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||
Websites | http://www.sma-nederland.nl/
website: www.smainternational.net e-mail: secgen@smaroma.org website SMA in Nederland: www.missions-africaines.net
|
||||||||||||||||||||
Bronnen met verslaglegging | In de drie beschikbare inventarissen zijn in maart 2010 de volgende bescheiden aangetroffen (met periode waarover deze lopen):
Dagboeken en memoires NB: in het Nederlands, Engels en soms Frans. Herinneringen bajesleven, leven in de gevangenis 3 juli 1943-4 november 1944, vertaling van W. van Frankenhuysen (nieuwe inv. nr. 582) Memoires van Kees Breukel, 1934-1962 (inv. nr. 582) Memoires vermengd met beschouwingen van Leo Brouwer over de Ewestam, z.j. (inv. nr. 584) Dagboeken van Jan Doeswijk in Kete Krachi, 1935-1951, 10 schriften (nieuwe inv. nr. 586) Dagboeken van Antoon Domensino, periode 1946-1951 toen hij werkzaam was in het gebied van de Ashanti, 3 schriften, (nieuwe inv. nr. 587) Dagboeken van Antoon Domensino, periode 1923-1939 toen hij in Ghana werkzaam was (nieuwe inv. nr. 587) Dagboek over reis naar Afrika van Bernard Eerden, 1947 (nieuwe inv. nr. 589) Dagboek Afrikareis van Bernard Eerden, 1956-1958 (nieuwe inv. nr. 589) Memoires van Huub van Gastel, 1906-1983 (nieuwe inv. nr. 588) Memoires van Harrie Huiskamp, 1923-1994 (nieuwe inv. nr. 597) NB: met veel etnografische uitwijdingen Memoires van Jos. Mouren, 1882-? (nieuwe inv. nr. 621) Memoires van Jos. Mouren, 1899-na 1960 (nieuwe inv. nr. 621) Dagboek van een reis in Ivoorkust, Opper-Volta, Togo en Dahomey (tegenwoordig Benin), 1937 (nieuwe inv. nr. 621) NB: tijdens deze reis werd in opdracht van de congregatie de film 'Tropenoffer' opgenomen. 'Souvenirs d'un vieux Broussard' door Jos. Mouren, met Nederlandse vertaling (nieuwe inv. nr. 621) NB: in 1950 in het Nederlands vertaald door Frits Koolen sma, maar geen van beide werken is uitgegeven. Het boek gaat over de missie van Mouren in West-Nigeria en naburiige landstreken. Memoires van Koos Nadorp, 1904-1975 (nieuwe inv. nr. 624) NB: broeder en van beroep drukker-typograaf Dagboek van Cor van der Plas, 1939-1952 en 1946-1947 en 1967 (nieuwe inv. nr. 629) Dagboek van Han (F.J.) Terlinden, 1933-1936 (nieuwe inv. nr. 637) Memoires van Bernard Wieggers, 1952-1991 (nieuwe inv. nr.653 )
Statistiek Statistische gegevens 1932 en 1951 (nieuwe inv. nr. 3) Statistieken van de Nederlandse provincie, 1949-1973 (nieuwe inv. nr. 690)
Overige stukken 'De Ewe-stam in Ghana. West-Afrika. 1947-1973 door Leo Brouwer, Nederlands origineel en Engelse vertaling uit 1998 door Wiel Eggen sma (nieuwe inv. nr. 584) 'Uit mijn missieleven', 3 schriften met een etnografie van de Ewe door Toon Domensino, bestrijkend de periode 1923-1939 en 1946-1951 (nieuwe inv. nr. 587)'Uit mijn missieleven in Ashanti'(1946-1951) door Toon Domensino (nieuwe inv. nr. 587) 'Grammar Outlines of Belmer and Grant Fanti-Akan' door Toon Domensino, Nijmegen, 1943/Aalbeek, 1944 (nieuwe inv. nr. 587) Opstel over dood en begrafenis in Ghana door Bernard Eerden, z.j. (nieuwe inv. nr. 589) 'Vie quotidienne des Anciens Senufo', manuscript in drie delen, door Pierre Knops (nieuwe inv. nr. 609) Woordenboek Frans-Senufo, door Pierre Knops, door hem geannoteerd en verbeterd, z.j. (nieuwe inv. nr. 621) NB: komt niet voor in de NCC. De Senufo wonen in het noorden van Ivoorkust. Het woordenboek is niet uitgegeven. Polygamie bij de Ashanties, manuscript, aanwezig in het persoonsarchief van Wynand Ruyling (nieuwe inv. nr. 631)
Het archief bevat persoonsdossiers van overleden leden met daarin vaak briefwisseling tussen de pater of broeder en zijn oversten, confraters en familieleden. Deze brieven kunnen informatie bevatten over de wijze waarop men te werk ging bij zielzorg en onderwijs en over ervaringen en gebeurtenissen. Dagboeken en memoires werden in de inventarissen niet aangetroffen, wat niet betekent dat ze er niet geweest zijn.
|
||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||
Opmerkingen |
|
||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Groot |