Comité voor Algemeene Nederlandsche Zendingsconferenties
Naam | Comité voor Algemeene Nederlandsche Zendingsconferenties |
Periode | 1887-1950 |
Denominatie | Interdenominationeel |
Org | Zending |
Korte geschiedenis | In 1887, ontstond op initiatief van de Evangelisch-Lutherse ds. P. van Wijk Jr. te Rotterdam en het Centraal Comité voor het Seminarium te Depok, in Nederland het Comité voor de Algemeene Nederlandsche Zendings Conferenties (ANZC). Tot 1911 waren de georganiseerde conferenties openbaar. De eerste werd bijvoorbeeld gehouden in het 'Maison Stroucken' te Amsterdam en bestond uit twee bijeenkomsten: overdag een bijeenkomst van 'wetenschappelijke aard' en s' avonds van stichtelijken aard. Na die tijd was toegang alleen weggelegd voor leden. Voor die tijd was het comité echter het centrale punt wat betreft algemene zendingsbelangen. Naast de organisatie van conferenties hield men zich ook bezig met de uitgave van het Nederlandsch Zendingstijdschrift (1889-1900). De deelnemende leden beloofden niet op elkaars terreinen te werken. Met de oprichting van het Zendingsconsulaat in 1906 en de Nederlandse Zendingsraad in 1929 nam het belang van het comité af omdat zijn taken werden overgenomen door de Zendingsraad.
|
Organisatie | Het comité had geen grondslag, statuten of reglement. Wel koos men een moderamen met voorzitter, vice-voorzitter, secretaris en penningmeester. Men vergaderde tweemaal per jaar, afwisselend in Utrecht en Rotterdam. In het Comité waren in de loop der tijd vertegenwoordigd: de Zendingsstudieraad, het Nederlandsche Zendeling Genootschap, de VrouwenZendingsBond, de Gereformeerde Zendingsbond, de Zendingsdeputaten der Gereformeerde kerken (in hersteld verband), de Salatiga-zending, het Christelijk Comité voor Indië, de Nederlandsche Zendingsvereeniging, het Sangi- en Talaud-comité, het Java-comité, de Nederlandse Zendingsschool, de Zendingsdeputaten der Christelijke Gereformeerde Kerken, de Soemba-deputaten van de Gereformeerde Kerken, de Evangelische Broedergemeente, het Centraal-comité Seminarie Depok, de Nederlandsche Vereeniging voor Israel, de Hemmensche Zendingsstichting, de Vereeniging voor Christelijk Hollandsch Onderwijs in Indië, de Zendingsdeputaten der Gereformeerde Kerken, de Chr. Militaire bond voor Oost- en West-Indië, het Nederlandsch Bijbel Genootschap, de Utrechtse Zendings Vereeniging, de Egypte-zending, de Doopsgezinde zending, het Christelijk Nationaal Zendingsfeest, het Nederlandsch-Luthersch genootschap voor in- en uitwendige zending, de Vereeniging Ter bevordering der belangen van het Rijnsche Zendingsgenootschap, de Classicale Zendingscommissie voor de classis Amsterdam, de Studenten Zendingscommissie en de Utrechtse studentenvereniging 'Elthetho'.
|
Doelstelling | Geen officiele doelstelling [Het organiseren van zendingsconferenties, soms ook voorbereiding en realisatie van gezamenlijke acties van verschillende verenigingen] |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||
Opmerkingen | In een oudere inventaris (gebruikt tot aan de inventarisatie van 2009) wordt ook melding gemaakt van notulen uit de periode 1877-1940 en verslagen van 1912-1913. Deze berusten ongetwijfeld nog op een andere plek in het (zeer uitgebreide) archief van de Raad voor de Zending. |
||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Gering |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | In 1887, ontstond op initiatief van de Evangelisch-Lutherse ds. P. van Wijk Jr. te Rotterdam en het Centraal Comité voor het Seminarium te Depok, in Nederland het Comité voor de Algemeene Nederlandsche Zendings Conferenties (ANZC). Tot 1911 waren de georganiseerde conferenties openbaar. De eerste werd bijvoorbeeld gehouden in het 'Maison Stroucken' te Amsterdam en bestond uit twee bijeenkomsten: overdag een bijeenkomst van 'wetenschappelijke aard' en s' avonds van stichtelijken aard. Na die tijd was toegang alleen weggelegd voor leden. Voor die tijd was het comité echter het centrale punt wat betreft algemene zendingsbelangen. Naast de organisatie van conferenties hield men zich ook bezig met de uitgave van het Nederlandsch Zendingstijdschrift (1889-1900). De deelnemende leden beloofden niet op elkaars terreinen te werken. Met de oprichting van het Zendingsconsulaat in 1906 en de Nederlandse Zendingsraad in 1929 nam het belang van het comité af omdat zijn taken werden overgenomen door de Zendingsraad.
|
Organisatie | Het comité had geen grondslag, statuten of reglement. Wel koos men een moderamen met voorzitter, vice-voorzitter, secretaris en penningmeester. Men vergaderde tweemaal per jaar, afwisselend in Utrecht en Rotterdam. In het Comité waren in de loop der tijd vertegenwoordigd: de Zendingsstudieraad, het Nederlandsche Zendeling Genootschap, de VrouwenZendingsBond, de Gereformeerde Zendingsbond, de Zendingsdeputaten der Gereformeerde kerken (in hersteld verband), de Salatiga-zending, het Christelijk Comité voor Indië, de Nederlandsche Zendingsvereeniging, het Sangi- en Talaud-comité, het Java-comité, de Nederlandse Zendingsschool, de Zendingsdeputaten der Christelijke Gereformeerde Kerken, de Soemba-deputaten van de Gereformeerde Kerken, de Evangelische Broedergemeente, het Centraal-comité Seminarie Depok, de Nederlandsche Vereeniging voor Israel, de Hemmensche Zendingsstichting, de Vereeniging voor Christelijk Hollandsch Onderwijs in Indië, de Zendingsdeputaten der Gereformeerde Kerken, de Chr. Militaire bond voor Oost- en West-Indië, het Nederlandsch Bijbel Genootschap, de Utrechtse Zendings Vereeniging, de Egypte-zending, de Doopsgezinde zending, het Christelijk Nationaal Zendingsfeest, het Nederlandsch-Luthersch genootschap voor in- en uitwendige zending, de Vereeniging Ter bevordering der belangen van het Rijnsche Zendingsgenootschap, de Classicale Zendingscommissie voor de classis Amsterdam, de Studenten Zendingscommissie en de Utrechtse studentenvereniging 'Elthetho'.
|
Doelstelling | Geen officiele doelstelling [Het organiseren van zendingsconferenties, soms ook voorbereiding en realisatie van gezamenlijke acties van verschillende verenigingen] |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||
Opmerkingen | In een oudere inventaris (gebruikt tot aan de inventarisatie van 2009) wordt ook melding gemaakt van notulen uit de periode 1877-1940 en verslagen van 1912-1913. Deze berusten ongetwijfeld nog op een andere plek in het (zeer uitgebreide) archief van de Raad voor de Zending. |
||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Gering |