Classicale Zendingscommissie in de classis ’s-Gravenhage der Nederlandse Hervormde Kerk
Naam | Classicale Zendingscommissie in de classis ’s-Gravenhage der Nederlandse Hervormde Kerk |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1935-2003 |
Denominatie | Nederlandse Hervormde Kerk |
Org | Zending |
Korte geschiedenis | Volgens de nieuwe kerkorde van de Nederlandse Hervormde Kerk (NHK) van 1951 werd de zending een van de taken van deze kerk. Bijgevolg fuseerden de met de kerk geestelijk verbonden zendingscorporaties en werd de Raad voor de Zending (RvdZ) van de Nederlandse Hervormde Kerk opgericht. Iedere classis werd verplicht om een zendingscommissie in te stellen. De voornaamste taak van een dergelijke commissie was het verschaffen van financiële en materiële steun aan de zending buiten Europa. Veel classes hadden overigens al vóór 1951 een dergelijke commissie of vereniging. Het lijkt erop dat, met name in classes die dit in 1951 nog niet hadden gedaan, de commissie al spoedig aan belang inboette. Wat de slagkracht van de classicale commissies belemmerde was het gegeven dat de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) niet wilde fuseren met de andere hervormde corporaties. In classes waar de Gereformeerde Bond veel aanhangers had, steunde de classicale commissie ofwel het zendingswerk van de GZB, ofwel men verdeelde de inkomsten tussen GZB en RdvZ. Door de verschillende richtingen binnen de NHK, gecombineerd met het gegeven dat de RvdZ en de GZB het zendingsbeleid zelf vormgaven, functioneerden de classicale commissies over het algemeen moeizaam.
De Classicale Zendingscommissie in de classis 's-Gravenhage 'werkte' , dat wilde zeggen zamelde geld in voor de posten Malang en Soerabaja op Oost-Java van het Nederlandsch Zendeling Genootschap; in het bijzonder ondersteunde men daar in 1937 de zendeling A. Kooistra. Een andere post die steun ontving was Sentani op Papoea van de Utrechsche Zendings Vereeniging; in het bijzonder ondersteunde men daar in 1937 de zendelingen G. Schneider en H. Spreeuwenberg. Na de Tweede Wereldoorlog bleef men in eerste instantie slechts het werk op Oost-Java ondersteunen. In de jaren vijftig breidde de ondersteuning zich uit naar Manokwari, Miei met de leprozerie, Manggurai en Sorong (Nieuw-Guinea). Als classicale zendingscommissie probeerde men bovendien contact te onderhouden met zendelingen (en vrouwen) van het betreffende veld.
|
Organisatie | De commissie werd ingesteld door de classis 's-Gravenhage. Zij had een bestuur met een voorzitter, vice-voorzitter, secretaris, en penningmeester. De overige leden vertegenwoordigden elk hun eigen gemeente binnen de classis. Verder had de commissie enige subcommissies te weten: -een commissie voor zendings-persberichten -een commissie voor de classicale zendingsmiddagen -een commissie voor de arbeid van vrouwen en meisjes ten behoeve van het Zendingsziekenhuis 'Soekoen' te Malang. |
Doelstelling | 'Deze commissie (d.i. de Classicale Zendingscommissie) heeft tot taak, de zendingsarbeid der gemeente in breder verband te brengen en de verbinding te vormen tussen de gemeenten en de raad voor de zending, inzonderheid ook door het voorleggen aan de gemeenten binnen haar ressort van een aandeel in de kosten van het zendingswerk.' (Kerkorde Ned. Hervormde Kerk 1951. Ordinantie voor het Apostolaat, artikel 7 'het werk der zending) |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Meer over het archief |
|
||
Opmerkingen |
|
Geschiedenis
Korte geschiedenis | Volgens de nieuwe kerkorde van de Nederlandse Hervormde Kerk (NHK) van 1951 werd de zending een van de taken van deze kerk. Bijgevolg fuseerden de met de kerk geestelijk verbonden zendingscorporaties en werd de Raad voor de Zending (RvdZ) van de Nederlandse Hervormde Kerk opgericht. Iedere classis werd verplicht om een zendingscommissie in te stellen. De voornaamste taak van een dergelijke commissie was het verschaffen van financiële en materiële steun aan de zending buiten Europa. Veel classes hadden overigens al vóór 1951 een dergelijke commissie of vereniging. Het lijkt erop dat, met name in classes die dit in 1951 nog niet hadden gedaan, de commissie al spoedig aan belang inboette. Wat de slagkracht van de classicale commissies belemmerde was het gegeven dat de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) niet wilde fuseren met de andere hervormde corporaties. In classes waar de Gereformeerde Bond veel aanhangers had, steunde de classicale commissie ofwel het zendingswerk van de GZB, ofwel men verdeelde de inkomsten tussen GZB en RdvZ. Door de verschillende richtingen binnen de NHK, gecombineerd met het gegeven dat de RvdZ en de GZB het zendingsbeleid zelf vormgaven, functioneerden de classicale commissies over het algemeen moeizaam.
De Classicale Zendingscommissie in de classis 's-Gravenhage 'werkte' , dat wilde zeggen zamelde geld in voor de posten Malang en Soerabaja op Oost-Java van het Nederlandsch Zendeling Genootschap; in het bijzonder ondersteunde men daar in 1937 de zendeling A. Kooistra. Een andere post die steun ontving was Sentani op Papoea van de Utrechsche Zendings Vereeniging; in het bijzonder ondersteunde men daar in 1937 de zendelingen G. Schneider en H. Spreeuwenberg. Na de Tweede Wereldoorlog bleef men in eerste instantie slechts het werk op Oost-Java ondersteunen. In de jaren vijftig breidde de ondersteuning zich uit naar Manokwari, Miei met de leprozerie, Manggurai en Sorong (Nieuw-Guinea). Als classicale zendingscommissie probeerde men bovendien contact te onderhouden met zendelingen (en vrouwen) van het betreffende veld.
|
Organisatie | De commissie werd ingesteld door de classis 's-Gravenhage. Zij had een bestuur met een voorzitter, vice-voorzitter, secretaris, en penningmeester. De overige leden vertegenwoordigden elk hun eigen gemeente binnen de classis. Verder had de commissie enige subcommissies te weten: -een commissie voor zendings-persberichten -een commissie voor de classicale zendingsmiddagen -een commissie voor de arbeid van vrouwen en meisjes ten behoeve van het Zendingsziekenhuis 'Soekoen' te Malang. |
Doelstelling | 'Deze commissie (d.i. de Classicale Zendingscommissie) heeft tot taak, de zendingsarbeid der gemeente in breder verband te brengen en de verbinding te vormen tussen de gemeenten en de raad voor de zending, inzonderheid ook door het voorleggen aan de gemeenten binnen haar ressort van een aandeel in de kosten van het zendingswerk.' (Kerkorde Ned. Hervormde Kerk 1951. Ordinantie voor het Apostolaat, artikel 7 'het werk der zending) |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Het archief
Meer over het archief |
|
||
Opmerkingen |
|