Broeders van Liefde
Naam | Broeders van Liefde |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1807-2011 |
Denominatie | rooms-katholiek |
Org | Missie |
Korte geschiedenis | De congregatie De Congregatie van de Broeders van Liefde is gesticht in Gent (België) in 1807 door Pierre Joseph Triest (1760-1836), kanunnik en pastoor in deze stad . Het duurde vier jaar voordat een stabiele groep broeders tot stand kwam. Deze werd geleid door overste vader Bernardus, die daarom ook wel als medestichter wordt beschouwd (Stockman, Ontstaan congregatie, 209-219, 209-210). Het eerste huis in Nederland werd in 1894 geopend, en wel in Eindhoven op het buitengoed Eikenburg, dat was overgenomen van de Franse Redemptoristen. Later zou hier ook de missieprocuur gevestigd worden. In 1949 werd de kleine congregatie van de Broeders van de Heilige Norbertus van Elshout in de congregatie opgenomen (Stockman, Ontstaan congregatie, 216).
De missie De broeders van Liefde ontwikkelden zich internationaal en waren missionair actief in vele landen, waaronder Congo (1911), Rwanda (1929) en Burundi (1939). Omstreeks 1938 bestonden de missie-districten van de congregatie uit Belgisch-Congo, Rwanda-Urundi, Java en Noord-Transvaal. Rond 1960 waren missionarissen van de Nederlandse provincie actief in Indonesië, de leden van de Belgische provincie in Belgisch Congo en Rwanda-Urundi en de leden van de Engelse en Ierse provincie in Transvaal. Leden van de Noordamerikaanse provincie werkten op Cuba .
Ned. Indië In 1926 verzochten de Missionarissen van het Heilig Hart (MSC) de generale overste in Gent om hulp. Aanvankelijk dacht men aan een weeshuis, later bleek dat het om onderwijs aan Javaanse kinderen ging. De generaal zegde hulp toe zodra er broeders beschikbaar waren. In 1929 ging men aan het werk in Poerworedjo op de Hollands-Indische school, later uitgebreid met een schakelschool en een internaat. Uitbreiding volgde al in 1931 met een Hollands-Chinese school en internaat in Poerwokerto, spoedig uitgebreid met een Hollands-Indische school (Van Woesik, 95). Tegal werd in 1934 bij de werkzaamheden van de broeders betrokken, toen de Dochters van Onze Lieve vrouw van het Heilig Hart met succes een beroep op de broeders deden om hulp bij de Hollands-Chinese School. De Nederlandse huizen waren net op dat moment (1934) een zelfstandige provincie gaan vormen en om dit te vieren stemde de provinciale raad toe. De Tweede Wereldoorlog zou een einde maken aan de inspanningen van de broeders in Tegal. In 1933 was er een eigenlandse congregatie opgericht, de Broeders van Goddelijke Liefde ofwel Bruder-Bruder Sihing Widi, die tijdens de Tweede Wereldoorlog en Bersiap zoveel mogelijk van de werken in stand hielden. Na onderbreking door de oorlog kon men in Poerwokerto al in 1947 het werk hervatten, nu met het Bahasa Indonesia als voertaal en met een financiering die gelijkwaardig was aan gouvernementsscholen. Ook na 1949 konden de broeders dit voortzetten. Op verzoek van ouders begonnen zij zelfs een hogere middelbare school, een zogenaamde SMA. De missie in Poerwaredja kon na onderbreking in de oorlog pas in 1950 weer hervat worden, waarbij in 1951 een kweekschool geopend werd. Enkele jaren later (1953) gingen de Bruder-Bruder op in de congregatie. Hoewel de broeders al in 1936 met de Zusters van de Choorstraat het plan hadden opgevat samen te werken in een dovenschool in Wonosobo, konden zij dit pas in 1955 waarmaken. De zusters waren al in 1938 waren gestart en werden vanaf 1955 bijgestaan door een buitengewoon lagere school, in 1960 aangevuld met een vakschool. Nog rond 1960 waren de broeders actief in Purwokerto met lagere en middelbare scholen en in Wonosobo met een instituut voor doofstommen .
Alle gegevens zijn, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 95, Willemnsen, I, par. 2-6, Pius-almanak 1960/61, 349 en 428, bezoekverslag KAN 1998, Koopmanschap, Broeders van Liefde en Buijs, Ten dienste). |
Organisatie | In 1888 ontving de congregatie pauselijke erkenning, wat belangrijk was, omdat ze hierdoor in iets losser verband kwam te staan tot de priester-directeur die met de vader overste de congregatie bestuurde (Stockmans, Ontstaan congregatie, 212-216). In 1934 werd Nederland een zelfstandige provincie. De congregatie werd bestuurd door een algemeen overste, bijgestaan door vier raadsleden. Omstreeks 1938 was de congregatie verdeeld in een Nederlandse, Belgische, Engelse, Amerikaanse en Canadese provincie. Het generalaat bevindt zich sinds 1967 in Rome. De Nederlandse rechtspersonen waren: de Nederlandse provincie van de congregatie van de Broeders van Liefde en de Vereniging van de Broeders van Liefde .
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 95 en Pius-almanak 1960/61, 349. |
Doelstelling | Directe aanleiding voor de stichting was de zorg van de stichter Triest voor de verzorging van oude mannen in Bijloke (België), waarvoor hij jonge mannen aanzocht en benoemde als 'hospitaalbroeders van de H. Vincentius' (Buijs, 202). De congregatie is daarom gesticht met als specifieke doel de verzorging van oudere mannen, maar omvatte eveneens ander liefdewerk ten aanzien van arme en ellendige mensen, zoals de verpleging van krankzinnigen en het geven van volksonderwijs aan arme kinderen, ook in de missie (René Stockman, "De congregatie anno 2007 wereldwijd. 200 jaar Broeders van Liefde, een historisch overzicht" in: Ten dienste van de medemens. Nederland en de Broeders van Liefde, 209-219, 209; Pius-almanak 1960/61, 349). Deze doelstellingen kwamen tot uiting in zorgverlening, onder meer in de geestelijke gezondheidszorg, onderwijs, gehandicaptenzorg en in de missie (bezoekverslag KAN 1998; Willemsen, B06; Stockman, 212). Afgezien van deze praktische doelstellingen, lag het in de bedoeling dat de broeders deze activiteiten geïnspireerd op Vincent à Paulo combineerden met contemplatief leven volgens de kloosterregel (Stockman, 210, 212). |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | Geen interviews. |
Meer over het archief |
|
||||||||||||||
Archivalie elders | Zusters H Kindsheid Jezus (1835, Gent)
|
||||||||||||||
Losse archiefstukken | In het Katholiek Documentatie Centrum in Nijmegen bevindt zich in de Verzameling Losse Archivalia: LARC nr. 3628. Aantekeningen van (onbekend) over de Congregatie der Broeders van Liefde. Met kanttekeningen en met artikel ‘Onze missies op Java’. Typescript. z.j. 1 stuk. |
||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||
Opmerkingen |
website: http://www.brothersofcharity.org/en/ e-mail: casa.generalizia@fracarita.org |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | De congregatie De Congregatie van de Broeders van Liefde is gesticht in Gent (België) in 1807 door Pierre Joseph Triest (1760-1836), kanunnik en pastoor in deze stad . Het duurde vier jaar voordat een stabiele groep broeders tot stand kwam. Deze werd geleid door overste vader Bernardus, die daarom ook wel als medestichter wordt beschouwd (Stockman, Ontstaan congregatie, 209-219, 209-210). Het eerste huis in Nederland werd in 1894 geopend, en wel in Eindhoven op het buitengoed Eikenburg, dat was overgenomen van de Franse Redemptoristen. Later zou hier ook de missieprocuur gevestigd worden. In 1949 werd de kleine congregatie van de Broeders van de Heilige Norbertus van Elshout in de congregatie opgenomen (Stockman, Ontstaan congregatie, 216).
De missie De broeders van Liefde ontwikkelden zich internationaal en waren missionair actief in vele landen, waaronder Congo (1911), Rwanda (1929) en Burundi (1939). Omstreeks 1938 bestonden de missie-districten van de congregatie uit Belgisch-Congo, Rwanda-Urundi, Java en Noord-Transvaal. Rond 1960 waren missionarissen van de Nederlandse provincie actief in Indonesië, de leden van de Belgische provincie in Belgisch Congo en Rwanda-Urundi en de leden van de Engelse en Ierse provincie in Transvaal. Leden van de Noordamerikaanse provincie werkten op Cuba .
Ned. Indië In 1926 verzochten de Missionarissen van het Heilig Hart (MSC) de generale overste in Gent om hulp. Aanvankelijk dacht men aan een weeshuis, later bleek dat het om onderwijs aan Javaanse kinderen ging. De generaal zegde hulp toe zodra er broeders beschikbaar waren. In 1929 ging men aan het werk in Poerworedjo op de Hollands-Indische school, later uitgebreid met een schakelschool en een internaat. Uitbreiding volgde al in 1931 met een Hollands-Chinese school en internaat in Poerwokerto, spoedig uitgebreid met een Hollands-Indische school (Van Woesik, 95). Tegal werd in 1934 bij de werkzaamheden van de broeders betrokken, toen de Dochters van Onze Lieve vrouw van het Heilig Hart met succes een beroep op de broeders deden om hulp bij de Hollands-Chinese School. De Nederlandse huizen waren net op dat moment (1934) een zelfstandige provincie gaan vormen en om dit te vieren stemde de provinciale raad toe. De Tweede Wereldoorlog zou een einde maken aan de inspanningen van de broeders in Tegal. In 1933 was er een eigenlandse congregatie opgericht, de Broeders van Goddelijke Liefde ofwel Bruder-Bruder Sihing Widi, die tijdens de Tweede Wereldoorlog en Bersiap zoveel mogelijk van de werken in stand hielden. Na onderbreking door de oorlog kon men in Poerwokerto al in 1947 het werk hervatten, nu met het Bahasa Indonesia als voertaal en met een financiering die gelijkwaardig was aan gouvernementsscholen. Ook na 1949 konden de broeders dit voortzetten. Op verzoek van ouders begonnen zij zelfs een hogere middelbare school, een zogenaamde SMA. De missie in Poerwaredja kon na onderbreking in de oorlog pas in 1950 weer hervat worden, waarbij in 1951 een kweekschool geopend werd. Enkele jaren later (1953) gingen de Bruder-Bruder op in de congregatie. Hoewel de broeders al in 1936 met de Zusters van de Choorstraat het plan hadden opgevat samen te werken in een dovenschool in Wonosobo, konden zij dit pas in 1955 waarmaken. De zusters waren al in 1938 waren gestart en werden vanaf 1955 bijgestaan door een buitengewoon lagere school, in 1960 aangevuld met een vakschool. Nog rond 1960 waren de broeders actief in Purwokerto met lagere en middelbare scholen en in Wonosobo met een instituut voor doofstommen .
Alle gegevens zijn, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 95, Willemnsen, I, par. 2-6, Pius-almanak 1960/61, 349 en 428, bezoekverslag KAN 1998, Koopmanschap, Broeders van Liefde en Buijs, Ten dienste). |
Organisatie | In 1888 ontving de congregatie pauselijke erkenning, wat belangrijk was, omdat ze hierdoor in iets losser verband kwam te staan tot de priester-directeur die met de vader overste de congregatie bestuurde (Stockmans, Ontstaan congregatie, 212-216). In 1934 werd Nederland een zelfstandige provincie. De congregatie werd bestuurd door een algemeen overste, bijgestaan door vier raadsleden. Omstreeks 1938 was de congregatie verdeeld in een Nederlandse, Belgische, Engelse, Amerikaanse en Canadese provincie. Het generalaat bevindt zich sinds 1967 in Rome. De Nederlandse rechtspersonen waren: de Nederlandse provincie van de congregatie van de Broeders van Liefde en de Vereniging van de Broeders van Liefde .
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 95 en Pius-almanak 1960/61, 349. |
Doelstelling | Directe aanleiding voor de stichting was de zorg van de stichter Triest voor de verzorging van oude mannen in Bijloke (België), waarvoor hij jonge mannen aanzocht en benoemde als 'hospitaalbroeders van de H. Vincentius' (Buijs, 202). De congregatie is daarom gesticht met als specifieke doel de verzorging van oudere mannen, maar omvatte eveneens ander liefdewerk ten aanzien van arme en ellendige mensen, zoals de verpleging van krankzinnigen en het geven van volksonderwijs aan arme kinderen, ook in de missie (René Stockman, "De congregatie anno 2007 wereldwijd. 200 jaar Broeders van Liefde, een historisch overzicht" in: Ten dienste van de medemens. Nederland en de Broeders van Liefde, 209-219, 209; Pius-almanak 1960/61, 349). Deze doelstellingen kwamen tot uiting in zorgverlening, onder meer in de geestelijke gezondheidszorg, onderwijs, gehandicaptenzorg en in de missie (bezoekverslag KAN 1998; Willemsen, B06; Stockman, 212). Afgezien van deze praktische doelstellingen, lag het in de bedoeling dat de broeders deze activiteiten geïnspireerd op Vincent à Paulo combineerden met contemplatief leven volgens de kloosterregel (Stockman, 210, 212). |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | Geen interviews. |
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||
Archivalie elders | Zusters H Kindsheid Jezus (1835, Gent)
|
||||||||||||||
Losse archiefstukken | In het Katholiek Documentatie Centrum in Nijmegen bevindt zich in de Verzameling Losse Archivalia: LARC nr. 3628. Aantekeningen van (onbekend) over de Congregatie der Broeders van Liefde. Met kanttekeningen en met artikel ‘Onze missies op Java’. Typescript. z.j. 1 stuk. |
||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||
Opmerkingen |
website: http://www.brothersofcharity.org/en/ e-mail: casa.generalizia@fracarita.org |