Zendingsvereeniging ‘Onze hulp is in de naam des Heeren’ te Nijverdal
Naam | Zendingsvereeniging ‘Onze hulp is in de naam des Heeren’ te Nijverdal |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1890-1929. |
Denominatie | Vrije Evangelische Gemeente te Nijverdal |
Org | Zending |
Korte geschiedenis | Rond 1880 ontstond in Nijverdal de evangelisatievereniging Filippus als een vertakking van de zendingsgemeente van Ermelo. Filippus groeide in 1903 uit tot de zendingsgemeente Nijverdal die zendelingen financieel ondersteunde, zowel door haar uitgezonden zendelingen als anderen. In 1949 werd de naam veranderd in Vrije Evangelische Gemeente te Nijverdal. In 1897 zond de zendingsvereeniging 'De Nijverdalsche Zending' voor eigen rekening een zendeling, Johannes Poelakker, stoomwever van beroep, uit naar Natal (Zuid Afrika). Daarbij nam men tevens de naam 'Onze Hulp is in de Naam des Heren' aan. Poelakkers uitzending draaide door het uitbreken van de Boerenoorlog op een mislukking uit. In 1902 nam hij ontslag en werkte hij verder onder de 'Hollandsch-sprekende Afrikaners'. De Zendingsgemeente te Nijverdal zond vervolgens in 1904 zendeling J. Broekmate naar Pematangsiantar op Noord-Sumatra uit. De zendingsvereniging ondersteunde deze uitzending financieel, terwijl Broekmate officieel in dienst was van de Rheinische Missionsgesellschaft. In 1908 werd binnen de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten een zendingsraad in het leven geroepen die verschillende voorstellen deed inzake de stroomlijning van de zending. In 1911 leidde dit tot samenwerking tussen Dordrecht, Nijverdal en Amsterdam inzake de financiering van de zendingsopleiding van D. Rijkhoek. Bij zijn vertrek naar Sumatra in 1919 werd de Vereeniging voor Buitenlandsche Zending van de Vrije Christelijke gemeenten in Nederland opgericht.Nijverdal zou in de periode 1919-1926 met deze vereniging fuseren. Vanaf 1897 hield de vereniging ook nog zendingsfeesten, veelal op landgoed Duivecate op Hemelvaartsdag. (Uit onder meer: Velner, Een spoor werd uitgezet) |
Organisatie | Leden van Fillipus, later de zendingsgemeente, waren over het algemeen ook lid van de Zendingsvereeniging ‘Onze hulp is in de naam des Heeren’ te Nijverdal. Het bestuur bestond uit leden die gekozen werden uit de werkende leden. De plaatselijke voorganger was in principe ook voorzitter van de zendingsvereeniging. Daarnaast had men contribuerende leden. Deze konden de algemene vergadering bijwonen en hadden beslissingsrecht wanneer de stemmen in het bestuur staakten. In 1919 richtte de vereniging met de zendingsverenigingen van Amsterdam, Dordrecht en Veendam de Vereeniging voor Buitenlandsche Zending van de Vrije Christelijke gemeenten in Nederland op. De nieuwe vereniging werd echter pas in 1926 feitelijk opgericht toen enkele andere evangelische gemeenten bereid waren mede te werken. Er waren al vanaf 1911 contacten naar aanleiding van de eventuele uitzending van zendeling Rijkhoek. Vanaf 1913 functioneerde er een reglement van samenwerking. In de periode 1927-1929 werd het vermogen reeds naar de nieuwe vereniging overgeheveld en verschoof de aandacht, naast het inzamelen van gelden voor Samosir, naar binnenlandse 'zending'. [Uit onder meer: Velner, Een spoor werd uitgezet] |
Doelstelling | Statuten: art. 1 De Zendingsvereeniging 'Onze Hulp is in den Naam des Heeren' stelt zich ten doel om door plaatselijke Zending gehoorzaamheid te betonen aan het bevel des Heeren: 'Gaat heen in de geheele wereld, predikt het Evangelie allen Creaturen'. Mark. 16:15. art. 2 Zij tracht dit doel te bereiken, zoo mogelijk door het uitzenden van een eigen zendeling, of anders door het steunen van verschillende bestaande Zendingsvereenigingen in ons Vaderland. [Velner, Een spoor werd uitgezet, 272] |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||
Periodieken |
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||
Opmerkingen |
|
Geschiedenis
Korte geschiedenis | Rond 1880 ontstond in Nijverdal de evangelisatievereniging Filippus als een vertakking van de zendingsgemeente van Ermelo. Filippus groeide in 1903 uit tot de zendingsgemeente Nijverdal die zendelingen financieel ondersteunde, zowel door haar uitgezonden zendelingen als anderen. In 1949 werd de naam veranderd in Vrije Evangelische Gemeente te Nijverdal. In 1897 zond de zendingsvereeniging 'De Nijverdalsche Zending' voor eigen rekening een zendeling, Johannes Poelakker, stoomwever van beroep, uit naar Natal (Zuid Afrika). Daarbij nam men tevens de naam 'Onze Hulp is in de Naam des Heren' aan. Poelakkers uitzending draaide door het uitbreken van de Boerenoorlog op een mislukking uit. In 1902 nam hij ontslag en werkte hij verder onder de 'Hollandsch-sprekende Afrikaners'. De Zendingsgemeente te Nijverdal zond vervolgens in 1904 zendeling J. Broekmate naar Pematangsiantar op Noord-Sumatra uit. De zendingsvereniging ondersteunde deze uitzending financieel, terwijl Broekmate officieel in dienst was van de Rheinische Missionsgesellschaft. In 1908 werd binnen de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten een zendingsraad in het leven geroepen die verschillende voorstellen deed inzake de stroomlijning van de zending. In 1911 leidde dit tot samenwerking tussen Dordrecht, Nijverdal en Amsterdam inzake de financiering van de zendingsopleiding van D. Rijkhoek. Bij zijn vertrek naar Sumatra in 1919 werd de Vereeniging voor Buitenlandsche Zending van de Vrije Christelijke gemeenten in Nederland opgericht.Nijverdal zou in de periode 1919-1926 met deze vereniging fuseren. Vanaf 1897 hield de vereniging ook nog zendingsfeesten, veelal op landgoed Duivecate op Hemelvaartsdag. (Uit onder meer: Velner, Een spoor werd uitgezet) |
Organisatie | Leden van Fillipus, later de zendingsgemeente, waren over het algemeen ook lid van de Zendingsvereeniging ‘Onze hulp is in de naam des Heeren’ te Nijverdal. Het bestuur bestond uit leden die gekozen werden uit de werkende leden. De plaatselijke voorganger was in principe ook voorzitter van de zendingsvereeniging. Daarnaast had men contribuerende leden. Deze konden de algemene vergadering bijwonen en hadden beslissingsrecht wanneer de stemmen in het bestuur staakten. In 1919 richtte de vereniging met de zendingsverenigingen van Amsterdam, Dordrecht en Veendam de Vereeniging voor Buitenlandsche Zending van de Vrije Christelijke gemeenten in Nederland op. De nieuwe vereniging werd echter pas in 1926 feitelijk opgericht toen enkele andere evangelische gemeenten bereid waren mede te werken. Er waren al vanaf 1911 contacten naar aanleiding van de eventuele uitzending van zendeling Rijkhoek. Vanaf 1913 functioneerde er een reglement van samenwerking. In de periode 1927-1929 werd het vermogen reeds naar de nieuwe vereniging overgeheveld en verschoof de aandacht, naast het inzamelen van gelden voor Samosir, naar binnenlandse 'zending'. [Uit onder meer: Velner, Een spoor werd uitgezet] |
Doelstelling | Statuten: art. 1 De Zendingsvereeniging 'Onze Hulp is in den Naam des Heeren' stelt zich ten doel om door plaatselijke Zending gehoorzaamheid te betonen aan het bevel des Heeren: 'Gaat heen in de geheele wereld, predikt het Evangelie allen Creaturen'. Mark. 16:15. art. 2 Zij tracht dit doel te bereiken, zoo mogelijk door het uitzenden van een eigen zendeling, of anders door het steunen van verschillende bestaande Zendingsvereenigingen in ons Vaderland. [Velner, Een spoor werd uitgezet, 272] |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||
Periodieken |
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||
Opmerkingen |
|