Repertorium van Nederlandse zendings- en missie-archieven 1800-1960

 
English | Nederlands

Comité tot voorziening in de geestelijke behoeften van de gevestigde Inlandsche Protestantsche Christengemeenten op de Sangir- en Talaud-eilanden

Naam Comité tot voorziening in de geestelijke behoeften van de gevestigde Inlandsche Protestantsche Christengemeenten op de Sangir- en Talaud-eilanden
Naamsvarianten
  • Sangi- en Talaut-Comité
  • Sangir- en Talaut-Comité
  • Sangi- en Talaud-Comité
  • Sangir- en Talaud-Comité
  • STC
  • Sangihe- en Talaudcomité
Periode 1891-1951
Denominatie Nederlandse Hervormde Kerk
Org Zending

Korte geschiedenis

Oorsprong

De christelijke gemeenten op de Sangihe Eilanden stamden nog uit de tijd van de Verenigde Oostindische Compagnie en waren blijven bestaan dankzij de vasthoudendheid van inheemse voorgangers. Bij gebrek aan predikanten konden de sacramenten echter niet meer worden toegediend. Op de Talaud Eilanden was van het christendom in 1815 niet veel meer overgebleven. In 1817 bracht Jozef Kam voor het eerst weer een bezoek aan dit gebied. In 1854 bezocht ds. Buddingh de eilanden en doopte er in negen dagen tijds 1658 personen.

 

Samenwerking met de overheid

Vanaf 1857 waren zendeling-werklieden van het comite 'De Christen-Werkman' zonder veel succes actief geweest op de eilanden. Een aantal van hen ontving een jaarlijkse toelage van de koloniale regering, een unicum omdat het gouvernement in principe geen financiële steun gaf aan de zending. De doorslag gaf dat de salarissen van de predikanten en hulppredikers van de Indische Kerk betaald werden door het gouvernement, maar dat deze kerk de eilanden niet bediende. Via het Genootschap voor In- en Uitwendige Zending te Batavia kwam in 1885 het verzoek om zendelingen voor de Sangihe- en Talaud eilanden binnen. Dit verzoek werd doorgezonden naar het Java-comité, en via het Java-comité naar de Utrechtse Zendingsvereniging en de Nederlandsche Zendingsvereeniging. Deze besloten zich gedrieën verantwoordelijk te stellen voor de zending op de eilanden, wat tot 1904 neerkwam op het zoeken en uitzenden van nieuwe zendingsmedewerkers. In 1900 verzochten de zendeling-werklieden, inmiddels ook ondersteund door het Sangihe- en Talaudcomite, dan ook om een aanstelling tot hulpprediker van de Indische Kerk. Aanvankelijk steunde het STC dit voorstel, maar als snel verzocht zij de regering om een subsidie voor de eigen organisatie, in plaats van voor aparte zendelingen. Deze subsidie werd toegewezen (KB van 25 maart 1904 nr. 23), maar om te voorkomen dat zij als subsdidie aan de zending zou worden opgevat -de regering moet op zijn minst in religieuze zaken neutraal lijken te zijn- volgde in 1901 een naamswijziging. De subsidie is tot aan de Japanse bezetting in 1942 uitbetaald. Van 1904 tot 1909 ging het om f 31.500 per jaar. Tot 1940 schommelde het bedrag tussen de f 3.500 en f 5.250 per dienaar des Woords tot een maximum van 10 (eerst 9, later 6).

 

De zendelingen

Voor 1891 waren de zendelingen geheel zelfstandig in hun handelen; zij hoefden geen verantwoording af te leggen aan Nederland noch aan elkaar. Na 1904 hielden de zendelingen jaarlijks een conferentie. Strikt genomen was men echter, ook volgens de eigen statuten, dienaar des Woords. Daarnaast ontplooide men activiteiten op het gebied van landbouw (overname van de plantage Goenoeng), onderwijs en medisch werk. Voor de theologische opleiding maakte men gebruik van de opleiding in Tomohon (in de Minahassa). In 1947 werd de Gereja Masehi Indjili Sangir Talaud (GMIST) opgericht. Daarvoor had men als overlegorgaan de conferentie van inlandse medearbeiders. In 1950 vertrokken alle Nederlandse zendelingen noodgedwongen. Het werk had zich al die jaren juist gekenmerkt door een grote continuïteit in het bestand van zendingsmedewerkers. De kerk had in 2006 ongeveer 198.000 leden. C.W.J. Steller vertaalde voor het Nederlands Bijbelgenootschap gedeelten van de bijbel in het Sangir. Door de grote trek van de eilanden naar met name Java en de Fillipijnen verspreidde de GMIST zich tot ver buiten Sangir en Talaut. 

Organisatie

Tot 1891 vergaderde het comité niet apart maar werden de zaken behandeld tijdens de vergaderingen van het Java-Comité. In 1901 constitueerde het comité zich als een vereniging omdat een legaat anders niet uitbetaald kon worden. In 1904 werd het STC een zelfstandig genootschap met als officiele naam: 'Comité tot voorziening in de geestelijke behoeften van de gevestigde Inlandsche Protestantsche Christengemeenten op de Sangir- en Talaud-eilanden'. Die officiële naam had een goede reden, namelijk dat men dan het al lang bestaande regeringssubsidie in ontvangst kon nemen. Het STCwerd dus pas in 1904 een echte zendingscorporatie. Opmerkelijk was het feit dat een derde van de leden van het STC vrouw moest zijn.

In 1913 sloot het STC zich aan bij de combinatie van NZG en UZV, de latere Samenwerkende Zendingscorporaties. In 1909 werden de eilanden gekoppeld aan de Zendingsvereniging van Noord- en Zuid-Beveland. Dit paste in de zich ontwikkelende classicale zendingsorganisatie.

Doelstelling

(1885) Geschikte arbeiders voor de Noorder-eilanden (Sangihe en Talaud) te zoeken en hun uitrusting en overtocht te bezorgen.

In 1901 wordt het comité een vereniging met statuten (afgedrukt in Staatscourant 1901, bijvoegsel nr. 197; KB van 24 augustus 1901). De doelstelling luidt dan: 'de behartiging van de belangen der Christelijke zending op de Sangir- en Talaut-eilanden' (art. 2). De grondslag is 'het Evangelie van Jezus Christus den Zoon van God (Marcus 1, vs. 1; art. 4, welk artikel volgens art. 14 van deze statuten niet veranderd mocht worden). De vereniging tracht haar doel te bereiken door 'de opleiding, uiitrusting en uitzending van de door de Regeering bezoldigde zendeling; b) in bijzondere gevallen, door het bezoldigen van één of meer zendelingen op genoemde eilanden' (art. 3). In 1903 wordt gemeld dat het Sangihe- en Talaud comité een zelfstandige vereniging is die ‘verbindt zich te voorzien in de godsdienstige behoeften der Inlandsche Protestanten op de Sangi- en Talaud-eilanden, door de opleiding, uitzending en aanstelling van de noodige dienaren des Woords als bedoeld in Art. 3 sub a van de statuten van het Comité. Artikel 3 sub a: ‘het Comité tracht zijn doel te bereiken door opleiding, uitzending en onderhoud van voor den dienst in deze gemeenten geschikte dienaren des Woords, minstens gelijkstaande met zendeling-leeraren in dienst der diverse Protestantsche zendingscorporaties of hulppredikers der Indische Kerk’.

 

Taken en activiteiten
  • Ontwikkelingswerk (Landbouw/Technische opleiding etc.)
  • Onderwijs (hieronder ook kweekscholen)
  • Geldwerving
  • Gezondheidszorg
  • Informatievoorziening en propaganda
  • Pastoraal werk
  • Evangelieverkondiging en catechese
  • Bestudering en beschrijving van taal en cultuur
  • Christelijke lectuurvoorziening/colportage
  • Opleiding van (inheemse) werkkrachten (Te denken valt aan zendelingen, missionarissen, assistenten enz.)
  • Uitzending van zendingswerkers en missionarissen
  • Werk van en voor vrouwen en meisjes
Continenten
  • Azië
Lokatie
  • Nederlands Indië
  • Sangihe- en Talaud-eilanden
Selectie uit de literatuur
Titel
  • Der Protestantismus in Indonesien : Geschichte und Gestalt / Theodor Müller-Krüger
Auteur
  • Theodor Müller-Krüger (1902-)
Reeks
  • Die Kirchen der Welt. Reihe B ; Bd. 5
Paginering
  • 388 p
Uitgever
  • Stuttgart : Evangelisches Verlagswerk
Jaar van uitgave
  • [1968]

Titel
  • De zending op de Sangi- en Talaud-eilanden
Auteur
  • D. Brilman
Reeks
  • Onze Zendingsvelden
Paginering
  • VII, 263 p
Uitgever
  • [Zeist] : Zendingsstudie-raad
Jaar van uitgave
  • 1938

Titel
  • Het Sangir- en Talaut-comité / door J.J.P. Valeton
Auteur
  • Josue Jean Philippe Valeton jr (1848-1912)
Reeks
  • Lichtstralen op den akker der wereld ; 10e jrg., afl. V
Paginering
  • 35 p., [3] bl. pl
Uitgever
  • Rotterdam : Bredée
Jaar van uitgave
  • 1904

Titel
  • Handelen en denken in dienst der zending : Oegstgeest, 1897-1942 / S.C. Graaf van Randwijck
Auteur
  • Steven Cornelis van Randwijck (1901-1997)
Paginering
  • 2 dl. (920 p.)
Uitgever
  • 's-Gravenhage : Het Boekencentrum
Jaar van uitgave
  • cop. 1981


Periodieken
Titel
  • Nederlandsche zendingsbode : centraalblad voor de zending in de koloniën / onder red. van: H.G. Keppel Hesselink
Paginering
  • Jrg. 3, no. 37 (9 sep. 1892) - jrg. 29, no. 26 (27 dec. 1918)
Uitgever
  • Ermelo : Zendingsstudieraad
Jaar van uitgave
  • 1892-1918

Titel
  • Mededeelingen vanwege het Comité tot Voorziening in de Godsdienstige Behoeften van de Gevestigde Inlandsche Protestantsche Christengemeenten op de Sangi- en Talauer Eilanden
Paginering
  • Nr. 1 (1906) - .. (1918)
Uitgever
  • [Rotterdam : Comité tot Voorziening in de Godsdienstige Behoeften van de Gevestigde Inlandsche Protestantsche Christengemeenten op de Sangi- en Talauer Eilanden]
Jaar van uitgave
  • 1906-1918

Titel
  • Maandblad der samenwerkende zendings-corporatiesMededeelingen vanwege het Comité tot Voorziening in de Godsdienstige Behoeften van de Gevestigde Inlandsche Protestantsche Christengemeenten op de Sangi- en Talauer EilandenMaandblad der vier samenwerkende zendings-corporaties
Paginering
  • Jrg. 1 (1918) - jrg. 3 (1920)
Uitgever
  • Oegstgeest : Nederlandsch Zendelinggenootschap [etc.]
Jaar van uitgave
  • 1918-1920

Titel
  • Nederlandsch zendingsblad / uitg. door de samenwerkende zendingscorporatiesVrouwen-zendingsbladMededeelingenblad van de samenwerkende zendingscorporaties te OegstgeestNederlands zendingsblad
Paginering
  • Jrg. 4, no. 1 (jan. 1921) - jrg. 35, no. 9 (sept. 1951)
Uitgever
  • Oegstgeest : Zendingsbureau
Jaar van uitgave
  • 1921-1951
Meer over het archief
Beschrijving archief

Het archief van het STC is goed geordend en beschreven. Het geeft ook een goed beeld van de werkzaamheden van het comité. De ordening is volgens het gebruikelijke schema van stukken van algemene aard (vergaderstukken van zowel het moderamen in Nederland als de zendelingen op de eilanden en correspondentie) en stukken van bijzondere aard (organisatie, eigendom en bezit, financiën, taakuitvoering binnenland, manuscripten/lezingen/artikelen, taakuitvoering overzee). In de categorie taakuitvoering overzee is met name de uitgebreide correspondentie met zendelingen vermeldenswaard.

Bewaarplaats Het Utrechts Archief, Utrecht
Periode archief 1885-1951
Openbaarheid openbaar
Omvang 245 inv. nrs.
Toegang soort
  • Inventaris met inleiding
Opmerkingen toegang soort Toegangsnummer 1102-1
Toegang titel Archief van de Raad voor de Zending der Nederlandse Hervormde Kerk. Toegangsnummer 1102-1
Subarchief van

Raad voor de Zending der Ned. Hervormde Kerk

Bijzondere relevantie
Toon

Verberg

Selectie

 

 

2770.

Afschriften van correspondentie van de Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië inzake de huwelijksregeling voor inheemse christenen, 1916 - 1917.

 

2777.

Liturgieën in het Sangirees van de geredja Maséhi Indjilu su Tahanusan Sangihe & Talaude (de Evangelisch-Christelijke Kerk op de Sangi- en Talaud-eilanden), z.j.

Broek, G. ten, 1911 - 1918 zendeling op Groot-Sangir, 1905 -1920.
N.B. Met adatregeling voor de inlandse christenen op de Sangir-eilanden.

 

2941.

Ingekomen vragen van zendelingen inzake liturgie en ceremoniën, 1947 - 1949.

 

 

 

 

 

 

Audio-visueel materiaal

Films, dia's, foto's e.d. bevinden zich op het Landelijk Protestants Dienstencentrum van de PKN te Utrecht. Deze bestanden zullen op termijn worden geinventariseerd. In het archief van de Raad voor de Zending (Het Utrechts Archief) bevinden zich diverse (verouderde) inventarisaties van het audiovisuele materiaal. Toegangsnummer 1102-2. Inventarisnummers 2060-2062

Bronnen met verslaglegging

Conferenties van zendelingen

 

2787-2789.

Conferenties, notulen, 1904-1941.

 

2793.

Conferentie gehouden in 1935, notulen, 1935.

 

 

Conferenties van goeroes

 

2794-2795.

Conferenties, notulen, 1921-1938.

 

 

Dagboeken en journalen

 

--

 

 

Visitatierapporten

 

2952.

Rapporten van kerkvisitaties op de Sangi- en Talaud-eilanden, 1918.

 

2943.

Visitatierapport van Noord- en Zuid Taboekan, 1935.

 

2952.

Idem diverse eilanden, 1918.

 

 

Jaar- en andere periodieke verslagen en statistieken

 

2945-2949.

Jaarverslagen en statistieken van diverse ressorten op de Sangir- en Talaud-eilanden, 1891 - 1940.

 

2823.

Jaarverslagen en statistieken van Tamako en Manganitoe, 1891-1903.

 

2851.

Jaarverslagen van zendeling K. Seibold, 1922-1924.

 

2862.

Jaarverslagen, statistieken en rekeningen van zendeling K.G.F. Steller, 1899-1912.

 

2882.

Jaarverslag schoolopziener op Groot Sangir, 1921-1922.

 

2950-2951.

Staten der scholen en gemeenten van diverse ressorten, 1912 - 1926.

 

2805.

Verslagen van de kweekschool in Kaloewatoe, 1914-1919.

 

2854.

Idem, 1909-1919.

 

2944.

Statistische overzichten van de eilanden opgesteld door de zendelingen P. Kelling en E. Steller, 1865-1892.

 

2945-2949.

Jaarverslagen en statistieken van diverse ressorten, 1891-1940.

 

2950-2951.

Staten van de scholen en gemeenten van diverse ressorten, 1912-1926.

 

Archivalie elders

In het Reveil-archief (Bijzondere Collecties UvA) bevindt zich een brief van P. Gunther (gedateerd 28 augustus 1865) over zijn werkzaamheden op Talaud. Dit is, voor zover bekend, het oudste document over de zending op Talaud.

Verwijzing naar andere archiefvormers
Informatiewaarde Interressant archief

Geschiedenis

Korte geschiedenis

Oorsprong

De christelijke gemeenten op de Sangihe Eilanden stamden nog uit de tijd van de Verenigde Oostindische Compagnie en waren blijven bestaan dankzij de vasthoudendheid van inheemse voorgangers. Bij gebrek aan predikanten konden de sacramenten echter niet meer worden toegediend. Op de Talaud Eilanden was van het christendom in 1815 niet veel meer overgebleven. In 1817 bracht Jozef Kam voor het eerst weer een bezoek aan dit gebied. In 1854 bezocht ds. Buddingh de eilanden en doopte er in negen dagen tijds 1658 personen.

 

Samenwerking met de overheid

Vanaf 1857 waren zendeling-werklieden van het comite 'De Christen-Werkman' zonder veel succes actief geweest op de eilanden. Een aantal van hen ontving een jaarlijkse toelage van de koloniale regering, een unicum omdat het gouvernement in principe geen financiële steun gaf aan de zending. De doorslag gaf dat de salarissen van de predikanten en hulppredikers van de Indische Kerk betaald werden door het gouvernement, maar dat deze kerk de eilanden niet bediende. Via het Genootschap voor In- en Uitwendige Zending te Batavia kwam in 1885 het verzoek om zendelingen voor de Sangihe- en Talaud eilanden binnen. Dit verzoek werd doorgezonden naar het Java-comité, en via het Java-comité naar de Utrechtse Zendingsvereniging en de Nederlandsche Zendingsvereeniging. Deze besloten zich gedrieën verantwoordelijk te stellen voor de zending op de eilanden, wat tot 1904 neerkwam op het zoeken en uitzenden van nieuwe zendingsmedewerkers. In 1900 verzochten de zendeling-werklieden, inmiddels ook ondersteund door het Sangihe- en Talaudcomite, dan ook om een aanstelling tot hulpprediker van de Indische Kerk. Aanvankelijk steunde het STC dit voorstel, maar als snel verzocht zij de regering om een subsidie voor de eigen organisatie, in plaats van voor aparte zendelingen. Deze subsidie werd toegewezen (KB van 25 maart 1904 nr. 23), maar om te voorkomen dat zij als subsdidie aan de zending zou worden opgevat -de regering moet op zijn minst in religieuze zaken neutraal lijken te zijn- volgde in 1901 een naamswijziging. De subsidie is tot aan de Japanse bezetting in 1942 uitbetaald. Van 1904 tot 1909 ging het om f 31.500 per jaar. Tot 1940 schommelde het bedrag tussen de f 3.500 en f 5.250 per dienaar des Woords tot een maximum van 10 (eerst 9, later 6).

 

De zendelingen

Voor 1891 waren de zendelingen geheel zelfstandig in hun handelen; zij hoefden geen verantwoording af te leggen aan Nederland noch aan elkaar. Na 1904 hielden de zendelingen jaarlijks een conferentie. Strikt genomen was men echter, ook volgens de eigen statuten, dienaar des Woords. Daarnaast ontplooide men activiteiten op het gebied van landbouw (overname van de plantage Goenoeng), onderwijs en medisch werk. Voor de theologische opleiding maakte men gebruik van de opleiding in Tomohon (in de Minahassa). In 1947 werd de Gereja Masehi Indjili Sangir Talaud (GMIST) opgericht. Daarvoor had men als overlegorgaan de conferentie van inlandse medearbeiders. In 1950 vertrokken alle Nederlandse zendelingen noodgedwongen. Het werk had zich al die jaren juist gekenmerkt door een grote continuïteit in het bestand van zendingsmedewerkers. De kerk had in 2006 ongeveer 198.000 leden. C.W.J. Steller vertaalde voor het Nederlands Bijbelgenootschap gedeelten van de bijbel in het Sangir. Door de grote trek van de eilanden naar met name Java en de Fillipijnen verspreidde de GMIST zich tot ver buiten Sangir en Talaut. 

Organisatie

Tot 1891 vergaderde het comité niet apart maar werden de zaken behandeld tijdens de vergaderingen van het Java-Comité. In 1901 constitueerde het comité zich als een vereniging omdat een legaat anders niet uitbetaald kon worden. In 1904 werd het STC een zelfstandig genootschap met als officiele naam: 'Comité tot voorziening in de geestelijke behoeften van de gevestigde Inlandsche Protestantsche Christengemeenten op de Sangir- en Talaud-eilanden'. Die officiële naam had een goede reden, namelijk dat men dan het al lang bestaande regeringssubsidie in ontvangst kon nemen. Het STCwerd dus pas in 1904 een echte zendingscorporatie. Opmerkelijk was het feit dat een derde van de leden van het STC vrouw moest zijn.

In 1913 sloot het STC zich aan bij de combinatie van NZG en UZV, de latere Samenwerkende Zendingscorporaties. In 1909 werden de eilanden gekoppeld aan de Zendingsvereniging van Noord- en Zuid-Beveland. Dit paste in de zich ontwikkelende classicale zendingsorganisatie.

Doelstelling

(1885) Geschikte arbeiders voor de Noorder-eilanden (Sangihe en Talaud) te zoeken en hun uitrusting en overtocht te bezorgen.

In 1901 wordt het comité een vereniging met statuten (afgedrukt in Staatscourant 1901, bijvoegsel nr. 197; KB van 24 augustus 1901). De doelstelling luidt dan: 'de behartiging van de belangen der Christelijke zending op de Sangir- en Talaut-eilanden' (art. 2). De grondslag is 'het Evangelie van Jezus Christus den Zoon van God (Marcus 1, vs. 1; art. 4, welk artikel volgens art. 14 van deze statuten niet veranderd mocht worden). De vereniging tracht haar doel te bereiken door 'de opleiding, uiitrusting en uitzending van de door de Regeering bezoldigde zendeling; b) in bijzondere gevallen, door het bezoldigen van één of meer zendelingen op genoemde eilanden' (art. 3). In 1903 wordt gemeld dat het Sangihe- en Talaud comité een zelfstandige vereniging is die ‘verbindt zich te voorzien in de godsdienstige behoeften der Inlandsche Protestanten op de Sangi- en Talaud-eilanden, door de opleiding, uitzending en aanstelling van de noodige dienaren des Woords als bedoeld in Art. 3 sub a van de statuten van het Comité. Artikel 3 sub a: ‘het Comité tracht zijn doel te bereiken door opleiding, uitzending en onderhoud van voor den dienst in deze gemeenten geschikte dienaren des Woords, minstens gelijkstaande met zendeling-leeraren in dienst der diverse Protestantsche zendingscorporaties of hulppredikers der Indische Kerk’.

 

Taken en activiteiten
  • Ontwikkelingswerk (Landbouw/Technische opleiding etc.)
  • Onderwijs (hieronder ook kweekscholen)
  • Geldwerving
  • Gezondheidszorg
  • Informatievoorziening en propaganda
  • Pastoraal werk
  • Evangelieverkondiging en catechese
  • Bestudering en beschrijving van taal en cultuur
  • Christelijke lectuurvoorziening/colportage
  • Opleiding van (inheemse) werkkrachten (Te denken valt aan zendelingen, missionarissen, assistenten enz.)
  • Uitzending van zendingswerkers en missionarissen
  • Werk van en voor vrouwen en meisjes

Geografie

Continenten
  • Azië
Lokatie
  • Nederlands Indië
  • Sangihe- en Talaud-eilanden

Niet-archivalische bronnen

Selectie uit de literatuur
Titel
  • Der Protestantismus in Indonesien : Geschichte und Gestalt / Theodor Müller-Krüger
Auteur
  • Theodor Müller-Krüger (1902-)
Reeks
  • Die Kirchen der Welt. Reihe B ; Bd. 5
Paginering
  • 388 p
Uitgever
  • Stuttgart : Evangelisches Verlagswerk
Jaar van uitgave
  • [1968]

Titel
  • De zending op de Sangi- en Talaud-eilanden
Auteur
  • D. Brilman
Reeks
  • Onze Zendingsvelden
Paginering
  • VII, 263 p
Uitgever
  • [Zeist] : Zendingsstudie-raad
Jaar van uitgave
  • 1938

Titel
  • Het Sangir- en Talaut-comité / door J.J.P. Valeton
Auteur
  • Josue Jean Philippe Valeton jr (1848-1912)
Reeks
  • Lichtstralen op den akker der wereld ; 10e jrg., afl. V
Paginering
  • 35 p., [3] bl. pl
Uitgever
  • Rotterdam : Bredée
Jaar van uitgave
  • 1904

Titel
  • Handelen en denken in dienst der zending : Oegstgeest, 1897-1942 / S.C. Graaf van Randwijck
Auteur
  • Steven Cornelis van Randwijck (1901-1997)
Paginering
  • 2 dl. (920 p.)
Uitgever
  • 's-Gravenhage : Het Boekencentrum
Jaar van uitgave
  • cop. 1981


Periodieken
Titel
  • Nederlandsche zendingsbode : centraalblad voor de zending in de koloniën / onder red. van: H.G. Keppel Hesselink
Paginering
  • Jrg. 3, no. 37 (9 sep. 1892) - jrg. 29, no. 26 (27 dec. 1918)
Uitgever
  • Ermelo : Zendingsstudieraad
Jaar van uitgave
  • 1892-1918

Titel
  • Mededeelingen vanwege het Comité tot Voorziening in de Godsdienstige Behoeften van de Gevestigde Inlandsche Protestantsche Christengemeenten op de Sangi- en Talauer Eilanden
Paginering
  • Nr. 1 (1906) - .. (1918)
Uitgever
  • [Rotterdam : Comité tot Voorziening in de Godsdienstige Behoeften van de Gevestigde Inlandsche Protestantsche Christengemeenten op de Sangi- en Talauer Eilanden]
Jaar van uitgave
  • 1906-1918

Titel
  • Maandblad der samenwerkende zendings-corporatiesMededeelingen vanwege het Comité tot Voorziening in de Godsdienstige Behoeften van de Gevestigde Inlandsche Protestantsche Christengemeenten op de Sangi- en Talauer EilandenMaandblad der vier samenwerkende zendings-corporaties
Paginering
  • Jrg. 1 (1918) - jrg. 3 (1920)
Uitgever
  • Oegstgeest : Nederlandsch Zendelinggenootschap [etc.]
Jaar van uitgave
  • 1918-1920

Titel
  • Nederlandsch zendingsblad / uitg. door de samenwerkende zendingscorporatiesVrouwen-zendingsbladMededeelingenblad van de samenwerkende zendingscorporaties te OegstgeestNederlands zendingsblad
Paginering
  • Jrg. 4, no. 1 (jan. 1921) - jrg. 35, no. 9 (sept. 1951)
Uitgever
  • Oegstgeest : Zendingsbureau
Jaar van uitgave
  • 1921-1951

Het archief

Meer over het archief
Beschrijving archief

Het archief van het STC is goed geordend en beschreven. Het geeft ook een goed beeld van de werkzaamheden van het comité. De ordening is volgens het gebruikelijke schema van stukken van algemene aard (vergaderstukken van zowel het moderamen in Nederland als de zendelingen op de eilanden en correspondentie) en stukken van bijzondere aard (organisatie, eigendom en bezit, financiën, taakuitvoering binnenland, manuscripten/lezingen/artikelen, taakuitvoering overzee). In de categorie taakuitvoering overzee is met name de uitgebreide correspondentie met zendelingen vermeldenswaard.

Bewaarplaats Het Utrechts Archief, Utrecht
Periode archief 1885-1951
Openbaarheid openbaar
Omvang 245 inv. nrs.
Toegang soort
  • Inventaris met inleiding
Opmerkingen toegang soort Toegangsnummer 1102-1
Toegang titel Archief van de Raad voor de Zending der Nederlandse Hervormde Kerk. Toegangsnummer 1102-1
Subarchief van

Raad voor de Zending der Ned. Hervormde Kerk

Bijzondere relevantie

Selectie

 

 

2770.

Afschriften van correspondentie van de Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië inzake de huwelijksregeling voor inheemse christenen, 1916 - 1917.

 

2777.

Liturgieën in het Sangirees van de geredja Maséhi Indjilu su Tahanusan Sangihe & Talaude (de Evangelisch-Christelijke Kerk op de Sangi- en Talaud-eilanden), z.j.

Broek, G. ten, 1911 - 1918 zendeling op Groot-Sangir, 1905 -1920.
N.B. Met adatregeling voor de inlandse christenen op de Sangir-eilanden.

 

2941.

Ingekomen vragen van zendelingen inzake liturgie en ceremoniën, 1947 - 1949.

 

 

 

 

 

 

Audio-visueel materiaal

Films, dia's, foto's e.d. bevinden zich op het Landelijk Protestants Dienstencentrum van de PKN te Utrecht. Deze bestanden zullen op termijn worden geinventariseerd. In het archief van de Raad voor de Zending (Het Utrechts Archief) bevinden zich diverse (verouderde) inventarisaties van het audiovisuele materiaal. Toegangsnummer 1102-2. Inventarisnummers 2060-2062

Bronnen met verslaglegging

Conferenties van zendelingen

 

2787-2789.

Conferenties, notulen, 1904-1941.

 

2793.

Conferentie gehouden in 1935, notulen, 1935.

 

 

Conferenties van goeroes

 

2794-2795.

Conferenties, notulen, 1921-1938.

 

 

Dagboeken en journalen

 

--

 

 

Visitatierapporten

 

2952.

Rapporten van kerkvisitaties op de Sangi- en Talaud-eilanden, 1918.

 

2943.

Visitatierapport van Noord- en Zuid Taboekan, 1935.

 

2952.

Idem diverse eilanden, 1918.

 

 

Jaar- en andere periodieke verslagen en statistieken

 

2945-2949.

Jaarverslagen en statistieken van diverse ressorten op de Sangir- en Talaud-eilanden, 1891 - 1940.

 

2823.

Jaarverslagen en statistieken van Tamako en Manganitoe, 1891-1903.

 

2851.

Jaarverslagen van zendeling K. Seibold, 1922-1924.

 

2862.

Jaarverslagen, statistieken en rekeningen van zendeling K.G.F. Steller, 1899-1912.

 

2882.

Jaarverslag schoolopziener op Groot Sangir, 1921-1922.

 

2950-2951.

Staten der scholen en gemeenten van diverse ressorten, 1912 - 1926.

 

2805.

Verslagen van de kweekschool in Kaloewatoe, 1914-1919.

 

2854.

Idem, 1909-1919.

 

2944.

Statistische overzichten van de eilanden opgesteld door de zendelingen P. Kelling en E. Steller, 1865-1892.

 

2945-2949.

Jaarverslagen en statistieken van diverse ressorten, 1891-1940.

 

2950-2951.

Staten van de scholen en gemeenten van diverse ressorten, 1912-1926.

 

Archivalie elders

In het Reveil-archief (Bijzondere Collecties UvA) bevindt zich een brief van P. Gunther (gedateerd 28 augustus 1865) over zijn werkzaamheden op Talaud. Dit is, voor zover bekend, het oudste document over de zending op Talaud.

Verwijzing naar andere archiefvormers
Informatiewaarde Interressant archief