Stichting Elisabeth Fonds
Naam | Stichting Elisabeth Fonds |
Periode | 1902-1997 |
Denominatie | Interdenominationeel |
Org | Zending |
Korte geschiedenis | Zendelingen zonden hun kinderen voor een bij hun stand behorende opvoeding en opleiding doorgaans naar Europa. De kosten moesten zij soms zelf dragen, maar grotere zendingsorganisaties, zoals de Rheinische Missionsgesellschaft, richtten daarvoor internaten in. Het Ned. Zendelinggenootschap en de Utrechtsche Zendingsvereeniging hadden dergelijke internaten. In 1902 besloot het Nederlands Zendelinggenootschap aan de zendelingen kindertoelagen te geven voor zoons en dochters. Voor meisjes werd in dat jaar dankzij een schenking van een vermogende dame in Utrecht een huis aan de Nieuwegracht aangekocht waarin meisjes konden worden gehuisvest. In 1913 werd even verderop aan de Wittevrouwensingel een huis voor jongens in gebruik genomen. Beide huizen werden beheerd door een vereniging, resp. de Elisabethvereeniging tot opvoeding en opleiding van dochters van Evangelie-arbeiders in onze overzeesche bezittingen en de Vereeniging tot opvoeding van zonen van Evangeliearbeiders in onze Overzeesche Bezittingen. In 1958 fuseerden beide verenigingen in de Stichting Elisabeth Fonds. Dit ging in 1997 op in de Raad voor de Zending der Nederlandse Hervormde Kerk. De belangrijkste taak van het bestuur bestond uit het toezicht houden over de fondsen en overige bezittingen van de stichting. Men verstrekte studietoelagen en geldelijke steun aan (oud) zendingswerkers (zie doelstelling). |
Organisatie | Het Elisabethfonds had een bestuur met minstens vijf leden (voorzitter, secretaris, penningmeester en tenminste twee leden). De bestuursleden traden jaarlijks bij toerbeurt af en waren terstond verkiesbaar. |
Doelstelling | De beide verenigingen die aan de stichting voorafgingen stelden zich ten doel kinderen van zendelingen in Europa op te voedenn en op te leiden. 'De Stichting stelde zich ten doel: 1. aan Kinderen van hen, die aan de Protestantsche Zending verbonden zijn of geweest zijn, geldelijken steun te verleenen ten behoeve van hun opleiding, 2. geldelijke steun te verleenen aan de Protestantsche Zending of aan personen die daarbij betrokken zijn of geweest zijn.' (uit: Statuten 1958, Archief Raad voor de Zending, inv. nr. 5575) |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Gering |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | Zendelingen zonden hun kinderen voor een bij hun stand behorende opvoeding en opleiding doorgaans naar Europa. De kosten moesten zij soms zelf dragen, maar grotere zendingsorganisaties, zoals de Rheinische Missionsgesellschaft, richtten daarvoor internaten in. Het Ned. Zendelinggenootschap en de Utrechtsche Zendingsvereeniging hadden dergelijke internaten. In 1902 besloot het Nederlands Zendelinggenootschap aan de zendelingen kindertoelagen te geven voor zoons en dochters. Voor meisjes werd in dat jaar dankzij een schenking van een vermogende dame in Utrecht een huis aan de Nieuwegracht aangekocht waarin meisjes konden worden gehuisvest. In 1913 werd even verderop aan de Wittevrouwensingel een huis voor jongens in gebruik genomen. Beide huizen werden beheerd door een vereniging, resp. de Elisabethvereeniging tot opvoeding en opleiding van dochters van Evangelie-arbeiders in onze overzeesche bezittingen en de Vereeniging tot opvoeding van zonen van Evangeliearbeiders in onze Overzeesche Bezittingen. In 1958 fuseerden beide verenigingen in de Stichting Elisabeth Fonds. Dit ging in 1997 op in de Raad voor de Zending der Nederlandse Hervormde Kerk. De belangrijkste taak van het bestuur bestond uit het toezicht houden over de fondsen en overige bezittingen van de stichting. Men verstrekte studietoelagen en geldelijke steun aan (oud) zendingswerkers (zie doelstelling). |
Organisatie | Het Elisabethfonds had een bestuur met minstens vijf leden (voorzitter, secretaris, penningmeester en tenminste twee leden). De bestuursleden traden jaarlijks bij toerbeurt af en waren terstond verkiesbaar. |
Doelstelling | De beide verenigingen die aan de stichting voorafgingen stelden zich ten doel kinderen van zendelingen in Europa op te voedenn en op te leiden. 'De Stichting stelde zich ten doel: 1. aan Kinderen van hen, die aan de Protestantsche Zending verbonden zijn of geweest zijn, geldelijken steun te verleenen ten behoeve van hun opleiding, 2. geldelijke steun te verleenen aan de Protestantsche Zending of aan personen die daarbij betrokken zijn of geweest zijn.' (uit: Statuten 1958, Archief Raad voor de Zending, inv. nr. 5575) |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Gering |