Hesselle, Caspar de
Burgelijke naam | Hesselle, Caspar de |
Periode | 1822-1854 |
Denominatie | rooms-katholiek |
Org | Missie |
Biografische gegevens | Caspar de Hesselle werd in 1822 in Heerlen geboren. Na in 1844 in Roermond tot priester te zijn gewijd werkte hij als kapelaan in Roermond en Maastricht. De internuntius mgr. De Belgrado overreedde hem en Jan Jozef Langenhoff naar Ned. Indië te gaan. Na zijn aankomst in 1851 werd hij eerst geplaatst als kapelaan in Soerabaja van waaruit hij in 1851 een missiereis naar Madoera maakte. Na een tweejarige reis door het oosten van de archipel op zoek naar een geschikt missiegebied kreeg hij na lang aandringen van apostolisch vicaris Vrancken in 1853 toestemming om onder de Bataks in noord-oost Sumatra te gaan werken. Vrancken was geen voorstander van missiewerk omdat hij zijn priesters liever aanwendde voor de zielzorg onder Europeanen. De regering in Batavia zag graag dat missie en zending zich gingen richten op dit nog heidense volk. In januari 1854 kwam De Hesselle in Padang aan van waaruit hij over Natal naar het Batakse gebied reisde. Op Sumatra werd De Hesselle ziek zodat hij poogde per schip het eiland Nias te bereiken. Daar aangekomen overleed hij op 31 augustus 1854. De Hesselle stond in nauw contact met zijn seminarievriend de priester Jan Langenhoff die hetzelfde wilde en verlof kreeg zich in 1853 in Soengeislan op Bangka te vestigen. Volgens de uitgever van zijn brieven Odulf van der Vat ofm, en Arn. van der Velden sj maakte De Hesselle ook taalkundige en etnografische studies. De seculiere priesters De Hesselle en Langenhoff waren de eerste priesters die in Ned. Indië missionerend werkzaam waren. Zie ook: Journal historique et littéraire 1851, p. 49 e.v. en 102 e.v. en De Godsdienstvriend, 1852, p. 40 e.v. en 1857, p. 89 e.v. |
Biografie(engels) | Caspar de Hesselle was born in Heerlen in 1822. After being ordained as a priest in Roermond in 1844, he worked as a chaplain in Roermond and Maastricht. The internuntius Mgr. De Belgrado persuaded him and Jan Jozef Langenhoff to go to the Netherlands Indies. After his arrival in 1851, he was stationed as a chaplain in Surabaya from whence he made a missionary trip to Madura in 1851. After travelling for two years through the eastern part of the archipelago and after continuous pleading, he received permission from the apostolic vicar Vrancken in 1853 to start working among the Bataks in the northeastern part of Sumatra. Vrancken was not an advocate of mission work because he preferred assigning his priests to provide spiritual care among Europeans. The government in Batavia wanted the Protestant and Catholic mission to concentrate on the people who were still heathen. In January 1854 De Hesselle arrived in Padang, from whence he travelled along Natal to Batak country. On Sumatra, De Hesselle became ill, so he tried to reach the island of Nias by ship. After his arrival he died on 31 August 1854. De Hesselle was in close contact with his friend from the seminary days and priest Jan Langenhoff, who wanted the same mission and received permission to settle in Soengeislan on Bangka in 1853. According to the publisher of his letters, Odulf van der Vat ofm, and Arn. van der Velden sj, De Hesselle also carried out linguistic and ethnographic investigations. The secular priests De Hesselle and Langenhoff were the first to be active in the mission in the Netherlands Indies. See also: Journal historique et littéraire, 1851, p. 49 ff. and 102 ff. and De Godsdienstvriend , 1852, p. 40 ff. and 1857, f 89ff. |
Activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie activiteiten |
|
Selectie uit de literatuur |
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||
Archivalie elders | In het missiearchief van de Minderbroeders-Franciscanen (Het Utrechts Archief) bevindt zich:
810. Brieven afkomstig van Caspar de Hesselle, 1851-1857. 1 omslag |
||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers |
|
||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Interressant archief |
Geschiedenis
Biografische gegevens | Caspar de Hesselle werd in 1822 in Heerlen geboren. Na in 1844 in Roermond tot priester te zijn gewijd werkte hij als kapelaan in Roermond en Maastricht. De internuntius mgr. De Belgrado overreedde hem en Jan Jozef Langenhoff naar Ned. Indië te gaan. Na zijn aankomst in 1851 werd hij eerst geplaatst als kapelaan in Soerabaja van waaruit hij in 1851 een missiereis naar Madoera maakte. Na een tweejarige reis door het oosten van de archipel op zoek naar een geschikt missiegebied kreeg hij na lang aandringen van apostolisch vicaris Vrancken in 1853 toestemming om onder de Bataks in noord-oost Sumatra te gaan werken. Vrancken was geen voorstander van missiewerk omdat hij zijn priesters liever aanwendde voor de zielzorg onder Europeanen. De regering in Batavia zag graag dat missie en zending zich gingen richten op dit nog heidense volk. In januari 1854 kwam De Hesselle in Padang aan van waaruit hij over Natal naar het Batakse gebied reisde. Op Sumatra werd De Hesselle ziek zodat hij poogde per schip het eiland Nias te bereiken. Daar aangekomen overleed hij op 31 augustus 1854. De Hesselle stond in nauw contact met zijn seminarievriend de priester Jan Langenhoff die hetzelfde wilde en verlof kreeg zich in 1853 in Soengeislan op Bangka te vestigen. Volgens de uitgever van zijn brieven Odulf van der Vat ofm, en Arn. van der Velden sj maakte De Hesselle ook taalkundige en etnografische studies. De seculiere priesters De Hesselle en Langenhoff waren de eerste priesters die in Ned. Indië missionerend werkzaam waren. Zie ook: Journal historique et littéraire 1851, p. 49 e.v. en 102 e.v. en De Godsdienstvriend, 1852, p. 40 e.v. en 1857, p. 89 e.v. |
Biografie(engels) | Caspar de Hesselle was born in Heerlen in 1822. After being ordained as a priest in Roermond in 1844, he worked as a chaplain in Roermond and Maastricht. The internuntius Mgr. De Belgrado persuaded him and Jan Jozef Langenhoff to go to the Netherlands Indies. After his arrival in 1851, he was stationed as a chaplain in Surabaya from whence he made a missionary trip to Madura in 1851. After travelling for two years through the eastern part of the archipelago and after continuous pleading, he received permission from the apostolic vicar Vrancken in 1853 to start working among the Bataks in the northeastern part of Sumatra. Vrancken was not an advocate of mission work because he preferred assigning his priests to provide spiritual care among Europeans. The government in Batavia wanted the Protestant and Catholic mission to concentrate on the people who were still heathen. In January 1854 De Hesselle arrived in Padang, from whence he travelled along Natal to Batak country. On Sumatra, De Hesselle became ill, so he tried to reach the island of Nias by ship. After his arrival he died on 31 August 1854. De Hesselle was in close contact with his friend from the seminary days and priest Jan Langenhoff, who wanted the same mission and received permission to settle in Soengeislan on Bangka in 1853. According to the publisher of his letters, Odulf van der Vat ofm, and Arn. van der Velden sj, De Hesselle also carried out linguistic and ethnographic investigations. The secular priests De Hesselle and Langenhoff were the first to be active in the mission in the Netherlands Indies. See also: Journal historique et littéraire, 1851, p. 49 ff. and 102 ff. and De Godsdienstvriend , 1852, p. 40 ff. and 1857, f 89ff. |
Activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie activiteiten |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||
Archivalie elders | In het missiearchief van de Minderbroeders-Franciscanen (Het Utrechts Archief) bevindt zich:
810. Brieven afkomstig van Caspar de Hesselle, 1851-1857. 1 omslag |
||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers |
|
||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Interressant archief |