Jan Willem Gunning
Burgelijke naam | Jan Willem Gunning |
Periode | 1862-1923 |
Denominatie | Nederlandse Hervormde Kerk |
Org | Zending |
Biografische gegevens | Jan Willem Gunning (1862-1923) studeerde theologie in Amsterdam. Hij sloot zich aan bij de ethische richting, waarvan zijn oom prof. dr. J.H. Gunning jr. een van de grondleggers was. Van 1886 tot 1897 was hij hervormd predikant in Eerbeek. In 1897 werd hij director van het zendelinghuis van het Nederlandsch Zendeling Genootschap te Rotterdam. Naast onderwijs waren hij en zijn vrouw ook huisvader en -moeder van de zendeling-kwekelingen. Zijn grootste verdiensten liggen echter op het terrein van de zendingsorganisatie. Een kwart eeuw lang was hij de spin in het web van de zending, althans voor zover deze geestelijk verbonden was met de Nederlandse Hervormde Kerk. Als organisator was Gunning begiftigd met een goede visie op de toekomst van de zending. In Nederland was hij de initiator van het streven naar meer eenheid in de zending wat leidde tot zijn benoeming als director van de Utrechtsche Zendingsvereeniging (UZV) en de vorming van de Samenwerkende Zendingscorporaties. Verder maakte hij twee grote inspectiereizen naar Indië (1900-1901 en 1916-1918). Aldaar bevorderde hij de coördinatie van het zendingswerk door de instelling van conferenties van zendelingen per zendingsterrein en van het Zendingsconsulaat. Hij was secretaris van het Nederlandsch Zendelinggenootschap en lid van het zogenaamde 'continuation committee' van de internationale zendingsconferentie in Edinburgh van 1910. Ook regering en bedrijfsleven werden door Gunning, beinvloed door de ethische theologie, betrokken bij het zendingswerk. Gunning werd door de overheid ingeschakeld bij de reorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederlands-Indië en in zijn tijd kwam er een stroom van subsidies voor de arbeid van de zending op het terrein van onderwijs en gezondheidszorg op gang. Gunning publiceerde een groot aantal artikelen en brochures over de zending. In de zendingsarchieven bevinden zich vele memoranda en nota's van zijn hand. In de jaren 1910-1929 verscheen een reeks monografieën, onder de titel van De Protestantsche Zending, die bedoelden de bestaande periodieken aan te vullen. Gunning schreef zes van de tien verschenen delen. (uit: Biografisch Lexicon voor de Geschiedenis van het Nederlands Protestantisme, deel II, p. 228-229, met een literatuurlijst, Van Randwijck, Handelen en Denken, 47-62 en de Inventaris van de Raad voor de Zending der Nederlandse Hervormde Kerk). |
Biografie(engels) | Jan Willem Gunning (1862-1923) studied theology in Amsterdam. He joined the ethical school, of which his uncle, Prof. J.H. Gunning, Jr., was one of the founders. From 1886 until 1897 he was a hervormd minister in Eerbeek. In 1897 he became the director of the missionary home of the Dutch Missionary Society in Rotterdam. Apart from teaching, he and his wife were also the home father and home mother of the candidate-missionaries. His greatest merits, however, are in the field of the organisation of the mission. For a quarter of a century he was the spider in the web of the mission, as far as it had mental connections with the Nederlandse Hervormde Kerk. Being a gifted organiser, Gunning had a great vision of the future of the mission. In the Netherlands he was the initiator of the strive for more unity in the mission, which led to his appointment as director of the Utrecht Missionary Association (UZV) and the formation of the Co-operating Missionary Corporations. Furthermore, he made two major inspection trips to the Netherlands Indies (1900-1901 and 1916-1918). In the Indies he promoted the co-ordination of the mission work by starting conferences of missionaries in each mission field and setting up the Mission Consulate. He was the secretary of the Dutch Missionary Society and a member of the so-called 'continuation committee' of the international missionary conference held in Edinburgh in 1910. Under the influence of the ethical school, government and the business world were also involved by Gunning in the mission work. Gunning was called in by the government during the reorganisation of the Protestant Church in the Netherlands Indies, and while he was active, a stream of subsidies were granted to support the work of the mission in the fields of education and health care. Gunning published a large number of articles and pamphlets about the mission (see Biografisch Lexicon voor het Nederlands Protestantisme, II, 228-229 for a list of the literature). In the archives of the mission, many memoranda and notes from his hand can be found. Between 1910 and 1929 a series of monographs under the title of De Protestantsche Zending appeared, which intended to fill up the existing periodicals. Gunning wrote six of the ten volumes published. (from: Biografisch Lexicon voor de Geschiedenis van het Nederlands Protestantisme, deel II, p. 228-229, Van Randwijck, Handelen en Denken,47-62 and the Inventory of the Council for the Mission of the Nederlandse Hervormde Kerk) . |
Activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie activiteiten |
|
Selectie uit de literatuur |
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||||
Opmerkingen |
|
||||||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Interressant archief |
Geschiedenis
Biografische gegevens | Jan Willem Gunning (1862-1923) studeerde theologie in Amsterdam. Hij sloot zich aan bij de ethische richting, waarvan zijn oom prof. dr. J.H. Gunning jr. een van de grondleggers was. Van 1886 tot 1897 was hij hervormd predikant in Eerbeek. In 1897 werd hij director van het zendelinghuis van het Nederlandsch Zendeling Genootschap te Rotterdam. Naast onderwijs waren hij en zijn vrouw ook huisvader en -moeder van de zendeling-kwekelingen. Zijn grootste verdiensten liggen echter op het terrein van de zendingsorganisatie. Een kwart eeuw lang was hij de spin in het web van de zending, althans voor zover deze geestelijk verbonden was met de Nederlandse Hervormde Kerk. Als organisator was Gunning begiftigd met een goede visie op de toekomst van de zending. In Nederland was hij de initiator van het streven naar meer eenheid in de zending wat leidde tot zijn benoeming als director van de Utrechtsche Zendingsvereeniging (UZV) en de vorming van de Samenwerkende Zendingscorporaties. Verder maakte hij twee grote inspectiereizen naar Indië (1900-1901 en 1916-1918). Aldaar bevorderde hij de coördinatie van het zendingswerk door de instelling van conferenties van zendelingen per zendingsterrein en van het Zendingsconsulaat. Hij was secretaris van het Nederlandsch Zendelinggenootschap en lid van het zogenaamde 'continuation committee' van de internationale zendingsconferentie in Edinburgh van 1910. Ook regering en bedrijfsleven werden door Gunning, beinvloed door de ethische theologie, betrokken bij het zendingswerk. Gunning werd door de overheid ingeschakeld bij de reorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederlands-Indië en in zijn tijd kwam er een stroom van subsidies voor de arbeid van de zending op het terrein van onderwijs en gezondheidszorg op gang. Gunning publiceerde een groot aantal artikelen en brochures over de zending. In de zendingsarchieven bevinden zich vele memoranda en nota's van zijn hand. In de jaren 1910-1929 verscheen een reeks monografieën, onder de titel van De Protestantsche Zending, die bedoelden de bestaande periodieken aan te vullen. Gunning schreef zes van de tien verschenen delen. (uit: Biografisch Lexicon voor de Geschiedenis van het Nederlands Protestantisme, deel II, p. 228-229, met een literatuurlijst, Van Randwijck, Handelen en Denken, 47-62 en de Inventaris van de Raad voor de Zending der Nederlandse Hervormde Kerk). |
Biografie(engels) | Jan Willem Gunning (1862-1923) studied theology in Amsterdam. He joined the ethical school, of which his uncle, Prof. J.H. Gunning, Jr., was one of the founders. From 1886 until 1897 he was a hervormd minister in Eerbeek. In 1897 he became the director of the missionary home of the Dutch Missionary Society in Rotterdam. Apart from teaching, he and his wife were also the home father and home mother of the candidate-missionaries. His greatest merits, however, are in the field of the organisation of the mission. For a quarter of a century he was the spider in the web of the mission, as far as it had mental connections with the Nederlandse Hervormde Kerk. Being a gifted organiser, Gunning had a great vision of the future of the mission. In the Netherlands he was the initiator of the strive for more unity in the mission, which led to his appointment as director of the Utrecht Missionary Association (UZV) and the formation of the Co-operating Missionary Corporations. Furthermore, he made two major inspection trips to the Netherlands Indies (1900-1901 and 1916-1918). In the Indies he promoted the co-ordination of the mission work by starting conferences of missionaries in each mission field and setting up the Mission Consulate. He was the secretary of the Dutch Missionary Society and a member of the so-called 'continuation committee' of the international missionary conference held in Edinburgh in 1910. Under the influence of the ethical school, government and the business world were also involved by Gunning in the mission work. Gunning was called in by the government during the reorganisation of the Protestant Church in the Netherlands Indies, and while he was active, a stream of subsidies were granted to support the work of the mission in the fields of education and health care. Gunning published a large number of articles and pamphlets about the mission (see Biografisch Lexicon voor het Nederlands Protestantisme, II, 228-229 for a list of the literature). In the archives of the mission, many memoranda and notes from his hand can be found. Between 1910 and 1929 a series of monographs under the title of De Protestantsche Zending appeared, which intended to fill up the existing periodicals. Gunning wrote six of the ten volumes published. (from: Biografisch Lexicon voor de Geschiedenis van het Nederlands Protestantisme, deel II, p. 228-229, Van Randwijck, Handelen en Denken,47-62 and the Inventory of the Council for the Mission of the Nederlandse Hervormde Kerk) . |
Activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie activiteiten |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||||
Opmerkingen |
|
||||||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Interressant archief |