HaNA 1.05.06 invnr. 140 1772-07-11 Publicatie e0214 Demarara Essequibo Plantation owners Servants, free Slaves Amerindians Skippers Slaves, artisan Trade, slave Essequibo Demerara Werck, A. de Jochem Voltzkov, L. Zeegers, A. Kaecks, H.B. Steencken, C.T.F.S. Ramsden, S. Charter, G. Grovestins, L.I.D. Sirtema van Bourda, J. Storm van 's-Gravesande, J. (2) Hecke, C.J. Vogdt, J.E. Stegman, J.H. Changuion jr., F. Cuming, T. Raef, A. de Vlaming, G. La Motte, W.P. Heemstede Vlielandt, C. van Raasfeldt, N.G. Sukow, M. Spooner, S. Filips, J. Jahnson, C.W. von Callaart, P. Kaecks, W. Donovan, P.C. Dijkman, weduwe G.L. Trotz, G.H. Fort Zeelandia Opsporing en inbeslagname van wapens en ammunitie in het bezit van rode of zwarte slaven; verbod om wapens aan deze te overhandigen. Verbod Amerindianen lastig te vallen. Verbod slaven uit Britse koloniën in te voeren. Tracking and seizure of weapons and ammunition in the possession of red and black slaves; prohibition of handing over weapons to the latter. Prohibition of harassing Amerindians. Prohibition of importing slaves from British colonies.
---- Doen te weeten, dat, also ter kennisse van deese vergadering is gekomen, dat op veele en wel de meeste der plantagien in deese Colonie geleegen, zo in de negerijen, als buyten dezelve onders de bokken, bokkinnen, neegers en neegerinnen, zijn berustende snaphaanen, kruyt of lood en ander handgeweer, en alzulks aan dezelve door blanke ingeseetene werd verkogt, waaruyt niet dan de grootste en allergevaerlijkste prejuditien voor deese onse Colonie staat te proflueeren,
Zoo is ‘t, dat wij mits deesen alle en een ygelijk onzer respective ingeseetenen, wie hij ook zij, ’t zij eygenaer, directeur oftewel andere blanke bediendens aan wien deese publicatie zal werden vertoont, gelasten deezen te onderteekenen met hunne gewoone naamteekening, teneynde van ’t vertoonen deeses geen ignorantie te kunnen pretendeeren, en over den inhoude van dien zig aan niemand uyt te laten, ’t zij bij monde of geschrifte, alvoorens aan den inhoude deeses zal zijn voldaan, en wijders dezelve wel expresselijk gelasten en ordonneeren, terstond naar den ontfangst en het leesen deeser inhoude.
1o Hunne neegereyen of bokshuyzen te visiteeren (immediaat op het vertoonen deeses) en alle daarin te vindene schietgeweeren, kruyt of loot of andere amunitie van oorlog te naderen, zonder zodanige amunitie van oorlog naer den tijd weeder aan dezelve uyt te leeveren, wel verstaande dat ieder eygenaer, directeur of andere blanke bediendens aan niemand hunner slaaven eenig schietgeweer zullen mogen geeven, verkopen ofte ter hand stellen, dan alleen aen een ofte desnoods twee jagers ieder een geweer met het daarbij behoorende kruyt en hagel, welke eygenaeren, directeuren of anderen gehouden zijn zullen, zorge te draegen, dat de afgegeevene geweeren etca. alle avonden precies aan hunlieden weder werden gerestitueerd, die gehouden zullen zijn alsdan zodanige geweeren in behoorlijke bewaeringe te neemen, alles op eene boete van een duyzend guldens.
2o Dat aan alle en een ieder mits deesen werd verboden van dato deeses nimmer aan eenige slaeven of slavinnen hoegenaamt ’t zij roode of swarte, eenige schietgeweeren, kruyt of loot te verkoopen ofte veralieneeren onder welk pretext ’t zij, of voorgeeven dat hetzelve voor betalinge van werkloon als anderzints zoude mogen zijn, en wel indien dezelve door de schippers of stuurlieden of andere persoonen vaerende of zijnde aan boord van de scheepen bereyds in deese Colonie leggende ofte nog komen te arriveeren, verkogt ofte veralieneert werden, alsdan door den schipper van zodanig schip als waarop de fraude zal geschieden, zowel als de respective ingeseetenen die aan den inhoude deeses zullen komen te fraudeeren, gecondemneert werden, immediaat te betaalen eene boete van twee duyzend guldens, werdende alle degeene welke aan de intentie ofte inhoude deeses indertijd mogten komen te frandeeren, mits deesen prealabel gecondemneerd tot het ipso facto betalen van de twee bovengemelde boetens ten behoeve van den Heere Raad fiscaal, wien mits deesen (Ratione Officii) is geauthoriseerd in zoortgelijke gevallen zijn [Edeles] recht immediaat bij wijse van parate executie te verhaelen als werdende zodanige boetens praeferent verklaart voor eenige hypotheecq of legaal verband welke leggende mogte zijn op de staaten of effecten dergeenen welke aan den inhoude deeses indertijd mogte komen te contrarieeren.
3o Werd een ieder gelast de vrij Indiaanen, derzelver wijven en kinderen, vrij en ongemolesteerd te laaten en dezelve in geenen deele hoegenaamt te molesteeren maar ter contrarie dezelve zoveel mogelijk te favoriseeren, wel verstaande dat, indien iemand der respective ingeseetenen dezelve in hun werk mogten komen te employeeren, zodanige Indiaanen behoorlijk te betalen voor hunne gedaene moeyte, waaronder zowel d’Edele Compagnie en publicque werken als d’eygenaeren van particuliere plantagien meede begreepen zijn, werdende de Indiaanen dewelke zo van weegens d’Edele Compagnie, Colony als particulieren voor hun gedaan werk niet behoorlijk zijn betaald geworden, de vrijheyd gegeeven, zig desweegens te addresseeren aan twee der respective Raaden van dit Collegie, welke naaste geleegen zijn aan de plantagien alwaar de Indiaanen hun werk hebben verrigt, welke Raaden van dit Collegie mitsdeesen werden geauthoriseerd zorge te draagen dat de Indiaanen immediaat hunne betaalinge erlangen. En werd mits deesen gestatueerd teegen degeenen welke eenige mishandeling aan de Indiaanen zowel als aan de slaaven en slavinnen, hun in eygendom toekomende indertijd mogte komen te doen, in maniere voorschreeven te betaalen eene boete van vijfhonderd guldens ten behoeve van den Heer Raad fiscaal.
4o Dat niemand eenige slaaven in deese Colonie zal mogen inbrengen, verkopen of veralieneeren, welke werden aangebragt van de Engelsche eylanden, St. Eustatius ofwel uyt eenige andere naburige Colonien tenzij de eygenaeren of verkopers van zodanige slaaven voorzien zijn van een behoorlijk certificaat der magistraat alwaar dezelve zijn ingekogt, dat die slaaven niet zijn geweest in handen der justitie ofte door dezelve verzonden, op poene dat de verkoper zal hebben te betalen voor ieder slaaff de somma van drie duyzend guldens, waarvan een derde ten behoeve van den Heer Raad fiscaal, een derde ten behoeve van den armen deeser Colonie en de laatste een derde ten behoeve van den aanbrenger, wiens naam des begeerende zal werden gesecreteerd. Egter werd een yder vrijheyd gelaten (des benodigd zijnde) ambagtsneegers van elders te ontbieden, onder die mits nogtans, dat dezelve gehouden zullen zijn, alvorens eenige ingeseetene ambagtsneegers mogen inbrengen ofte doen inbrengen in deese Colonie, daartoe van de respective opperhoofden der rivieren, waarinne de ingeseetene woonagtig zijn, ’t zij den Heer Directeur-Generaal of Commandeur over de rivier Demerary behoorlijk consent in scriptis zal hebben geobtineerd.
En werd mits deesen alle degeenen die eenige ingeseetenen of andere persoonen voor deesen Hove indertijd mogte komen te dagvaerden, en in persoon of door hunne gevolmagtigdens niet compareeren, gecondemneerd in eene boete van vijfentwintig guldens ten behoeven van de armen deeser Colonie.
Alzo zeekere Alexander de Werck zig bij requeste aan ons heeft geaddresseert gehad ten opzigte van deszelfs neegerjongen genaamt Jochem die op den 20 Maart 1771 in het water is gevallen en zig met swemmen heeft gesalveerd en door ingeseetene deeser Colonie werd opgehouden, zo werd eenieder gelast en geordonneerd onder wien of door wien de gemelde neegerjongen mogt worden opgehouden, dezelven ten eersten alhier aan het fort Zeelandia ofte op ’t eyland Borsselen te laten brengen, teneynde dezelve aan zijn eygenaaren te kunnen doen geworden, op poene dat bij wien de gemelde neegerjonge mogte werden bevonden, zal hebben de voorszegde neegerjongen te restitueeren en te betaalen de dubbelde waarde der voorschreeve neegerjongen aan den eygenaar van denzelven jongen en bovendien arbitrabel te werden gecorrigeerd.
[Dhr.] Lorentz Voltzkov als capiteyn-luytenant in de compagnie der respective borgerij onder den capiteyn Absalom Zeegers, deszelfs demissie verzogt en geobtineerd hebbende, zo is in deszelfs plaats aangesteld tot capiteyn-luytenant den vaendrig Hendrick Baltus Kaecks en tot luytenant in dezelve compagnie d’Heer C.T.F.S. Steencken. D’Heer Samuel Ramsden en George Charter hun demissie als borgerofficieren in Demerary verzogt en geobtineerd hebbende, zo is in derzelver plaats aangesteld als in de compagnie van den HoogEdelGeboren Heer L.I.D.V.S. Baron van Grovestins tot capiteyn-luytenant Joseph Bourda, tot luytenant Jonkheer Jeremias Storm van ’s-Gravesande, tot vaendrig Christoffel Johan Hecke; in de compagnie van den capiteyn Johan Ernst Vogdt is aangesteld tot vaendrig de Heer Johan Hendrik [St]egman. In plaats van den Edelen Achtbaare Heer F. Changuion junior is tot beedigd tauxateur in de rivier Demerary aangesteld den Heer Thomas Cuming. Gelastende eenieder gemelde Heeren in voorszegde qualiteyten te erkennen en te respecteeren.
In plaats van den op deszelfs verzoek ontslagene translateur in de Fransche en Engelsche taelen Arnoldus de Raef is als beëedigd translateur in de Fransche taal aangesteld Gilles Vlaming.
Uit hoofde van deszelfs slegt comportement gedeporteerd zijnde den in Demerary fungeerende deurwaarder W.P. LaMotte, zo is in deszelfs plaats aangesteld als eerste exploiteur en deurwaarder Cornelis van Heemstede Vlieland en Nicolaas Gijsbertus Raasfeldt als tweede deurwaarder in dezelve rivier.
Aldus gedaan en geresolveerd in onse ordinaire vergaadering van Justitie gehouden in Rio Essequebo aan het fort Zeelandia den 11 July Anno 1772. [Was getekend] L. Storm van ’s-Gravesande. Ter ordonnantie van dezelve [Was getekend] Pieter Bont Wouters, Secretaris ad interim.
Werd bij deesen meede bekentgemaakt dat op Maandag die weesen zal den 3de Augustus eerstkomende bij publicque vendue verkogt zal werden de plantagie van Matthijs Sukow aan de Westwal boven in Demerary met al deszelfs ap- en dependentie, slaaven etca. Ook op Maandag daaraanvolgende zijnde den 10 Augustus de plantagie The Farm geleegen aan de Oostwal beneeden in Demerary voorheen toebehoord hebbende Samuel Spooner en laastwijlen den WelEdelGestrengen Heer Mr. Johannes Filips – die daarin gading hebbende komen ten dage voorszegd op gemelde plantagien, verdagt zijnde de kopers van twee goede borgen volgens costume voorzien moeten weesen.
Nog op Maandag den 17e Augustus 1772 aan het Fort Zeelandia ten huyse van den Heer Directeur-Generael meede bij executie zal werden verkogt de plantagie de Wynanda van C.W. von Jahnson met deszelfs ap- en dependentien, slaaven etca. en eenige roode slaaven van Pieter Callaart neevens hetgeene verder op voorszegde vendue te koop gepresenteerd zal werden.
Diegeene welke nog eenige vervalle venduenpenningen schuldig zijn, werden deesen voor de laaste maal verzogt haare agterstallen ten eersten te komen voldoen, zullende bij faute van dien het regt op ’t venduecomptoir ter executie gesteld werden.
Alle degeenen die iets te pretendeeren hebben ofte verschuldigd zijn aan d’Edele Achtbaare Heer Wm. Kaecks, P.C. Donovan, de Weduwe G.L. Dijkman en H.B. Kaecks gelieven zig diesweegens binnen den tijd van veertien dagen naar dato deeses te adresseeren ten huysen van den Edelen Achtbaeren Heer Mr. G.H. Trotz in deese rivier en hunne pretentien aldaar op- en aangeeven met de behoorlijke bewijsen. ----
Directeur-Generaal en Raden van Civiele en Criminele Justitie van Essequibo. Nationaal Archief