HaNA 1.05.05 invnr. 169 no 120.
HaNA 1.05.05 invnr. 167 no 58 (Franse tekst).
HaNA 1.05.05 invnr. 219 p. 466-477 1782-02-15 1782-02-25 1782-02-03 Publicatie b0221 Berbice Demarara Essequibo Englishmen Frenchmen Slaves Plantation owners Civil servants Military personnel Legislation Landownership Trade Law and order Taxes Religion, general Berbice Essequibo Demerara Schuylenburg, P. van Trotz, G.H. Kingston, R. Fahourdin, G. Fort Nassau Capitulatie van de Britten voor de Fransen. Capitulation of the British to the French.
Capitulatie van Demerary en Essequebo, tussen de Graaf van Kersaint, commandeur-generaal van de krijgsmacht Zijner Allerchristelijkste Majesteit, geemployeert tot deeze expeditie,
en
den Heer Robert Kingston, Luitenant-Gouverneur van Demerary, Essequebo en Berbice en den capitein Guillaume Fahourdin, commandeerende het esquader van Zijne Brittannische Majesteit.
Praeliminaire articulen.
De inwoonders van de colonie Demerary, Essequebo zullen genieten de voorrechten welke hun zijn toegestaan bij de capitulatie van de ridder George Rodney en den Hooggebooren generaal J. Vaughan; dat is te zeggen dat zij hunne wetten, gewoontens en burgerlijke amptenaaren onder het goedvinden van den Koning zullen behouden.
Dat zij zullen bewaard blijven in de volle bezitting hunner goederen;
Dat alle effecten, magazijnen, meubilen, plantagien, slaaven, voormaalen toebehoorende aan de Hollandsche West-Indische Compagnie, zullen werden overgegeeven aan de officieren van Zijn Allerchristelijke Majesteit;
Dat de inwoonders na den eed van getrouwheid gedaan te hebben aan de Koning van Vrankrijk, van dat oogenblik af aan zullen genieten de privelegien en de bescherming aan alle Fransche onderdaanen toegestaan; dat het hun zal vrijstaan te negotieeren met Vrankrijk en alle de Colonien van den Kroon afhangende, maar, nog gunstiger, handelen met Colonien door onse geallieerdens en landslieden bewoond en hun schadeloos stellen zo veel als in ons vermogen is van hetgeen zij geleeden hebben, accordeeren wij hen daarenboven.
1. De Colonien van Demerary en Essequebo zullen genieten eene vrijheid van commercie met alle natien der Engelsche, mits zig schikkende na de uytgaande rechten voor den vreemdeling gebruykelijk in de Fransche Colonien tot aan de vreede.
2. Dat de Hollandsche dezelve gunst zal genieten als de Fransche; de Spanjaars en de onderdaanen der Vereenigde Staaten zal men favoriseeren in alles hetgeen van het Gouvernement dependeert tot aan de vreede.
3. In represaille der capitulatie van St. Lucie welke de inwoonders dispenseert hunne schulden aan Vrankrijk betaalen tot de vreede, authoriseeren wij insgelijks de inwoonders van Demerary en Essequebo hunne schulden aan de onderdanen van Zijn Brittannische Majesteit niet te betalen dan op hetzelve tijdstip.
4. Dat de Colonisten der twee rivieren zullen geadmitteert worden directelijk hunne repraesentatien aan 's Konings Gouverneur te doen door middel van gedeputeerden, welke zij echter niet zullen mogen verkiesen zonder alvorens permissie bekomen te hebben om te vergaderen, zo ten opsichte van de belangens der planters (aangesien de teegenswoordige situatie der zaaken) als relatif tot de meer in het oog [loopende in convenienten hunner actueele constitutien].
5. Alle de inwoonders der voorschreeve Colonien zullen zig bij 't doen van den eed van getrouwheid aan Zijn Allerchristelijke Majesteit verplichten om binnen den tijd van 24 uuren aan te geeven alle degeene welke na het publiceeren van deeze capitulatie nog eenige verbintenis of verstandhouding met den gemeenen vijand soude mogen onderhouden, op paene om bij gebreeken van dien te zullen worden ingewikkeld in de straff van den schuldigen (welke straff zonder eenige andere wet als dit articul met zig zal brengen): confiscatie van goederen, in hegtenis neeming der perzoon en het verlies van het leeven volgens de natuur van het verraad.
6. De burgerlijke amptenaaren zullen binnen den tijd van drie daagen overgeeven alle de papieren betrekkelijk tot de insameling der lasten, derselver distributie en uytgaaven; zij zullen aan de officieren daartoe gesteld de oude en nieuwe inventarissen presenteeren en men zal er een opmaaken welke de staat der saaken op het teegenswoordig oogenblik vexeert;
Zij zullen gehouden zijn te bewijsen waartoe de lasten, seedert een jaar ontfangen, geemployeert zijn;
De agterstallige, verschuldigd aan de kroon van Engeland, zullen ontfangen worden voor rekening van Zijn Allerchristelijkste Majesteit en een gedeelte zijner domeinen uytmaaken, evengelijk alle de eigendommen van de Koning van Engeland in de Colonie van Demerary en Essequebo waarvan de staat zal worden opgegeeven door de voorschreeve amptenaaren, namentlijk: door den Heer Paulus van Schulenburg, Commandeur van Demerary, voor de Colonie Demerary, en de Heer G.H. Trotz, Directeur-Generaal van Essequebo, voor de Colonie Essequebo.
7. Wij kunnen de voordeelen der teegenswoordige capitulatie niet laten genieten aan de heere Robert Kingston, Luitenant-Gouverneur der rivieren van Demerary, Essequebo en Berbice, nog aan de voorschreeve Colonies, zonder alvoorens gesteld te zijn in het bezit van het fort van Essequebo en der Colonie aan welke wij dezelve capitulatie toestaan; wij sommeeren insgelijks den heer Robert Kingston te capituleeren voor de rivier van Berbice, over dewelke hij tot dit oogenblik de hoogsten macht als repraesentant van Zijne Majesteit, den Koning van Engeland, geëxerceert heeft.
Propositie van capitulatie, gedaan door den heer Robert Kingston, schildknaap Luitenant-Gouverneur van Demerary en Essequebo
en
capitein Guillaume Fahourdin, commandeerende het esquader van Zijn Brittannische Majesteit, aan mijn Heer den Graaf van Ksaint, commandant en chef van de land- en zeemacht van Zijn Allerchristelijke Majesteit.
1. De inwoonders en andere onderdaanen van Zijn Brittannische Majesteit, gedomicilieert in de colonie van Demerary en Essequebo, zullen dezelve voorrechten genieten welke dezelve zijn toegestaan bij de capitulatie, geaccordeert door de Engelschen commandant en chef, den ridder George Rodney en den hooggebooren generaal Vaughan, welke voorrechten hierna zullen werden gementioneert en getrouwelijk onderhouden worden.
|
1. Beantwoord bij de praeliminaire articulen.
|
2. De scheepen en andere vaartuygen, tegenswoordig in deeze rivier toebehorende aan de inwoonders, zullen zowel als dezelver lading aan de voorschreeven inwoonders blijven.
|
2. De koopvaardijscheepen die in de rivier zijn zullen gerekent worden voor Engelsche koopvaardijscheepen en voor goede prijs gehouden en de producten waarmeede dezelve geladen zullen zijn als het provenue der verkoping hunner cargasoenen uyt Europa, aangesien het zeeker is dat de koophandel in deeze Colonie niet anders geschied als bij weegen van ruyling; wij zondere echter daarvan uyt zodanige vragthaalders welke in de Colonie zelfs thuys hooren, de eenige zijn welke inderdaad aan de inwoonders kunnen toebehooren.
|
3. Een tijd van ses maanden zal worden toegestaan aan alle kooplieden en handelaars om het hun verschuldigde in te samelen en hunne zaaken te arrangeeren, en men zal ten deezen opzigte te werk gaan conform het 55 articul der capitulatie van Tabago, hierna geannexeert.
|
3. De natuur der affaires en het gedrag dergeenen welke iets in deeze Colonie te doen zullen hebben, zullen de langheid der tijd bepaalen welke het Gouvernement zal kunnen toestaan aan vreemdelingen die versoeken zullen hier te blijven.
|
4. Dezelve tijt zal op dezelve conditie werden toegestaan aan vier burgerlijke amptenaaren.
|
4. Nadat de officieren van den Koning zullen kennis genomen hebben van de zaaken en questie, zal het Gouvernement het uytstel bepaalen hetgeen door de voorschreeve officieren zal nodig geoordeelt worden.
|
5. De inwoonders en andere lieden resideerende in deeze Colonie, welke met hunne effecten zoude willen overgaan naar de Engelsche eylanden off na Groot Brittanje, zullen daartoe permissie bekomen.
|
5. Alle burgers vrij zijnde te gaan waar hun lust nadat zij voldaan hebben aan de verpligting door de wetten opgelegd, kan ik geen uytzondering maaken ten faveur van Groot Brittanje of de Engelsche eylanden, werwaards men zig niet meerder als na elders zal mogen begeeven zonder aan zijne engagementen voldaan te hebben.
|
6. De Luitenant-Gouverneur versoekt geconsidereert te worden als een burgerlijk amptenaar also hij geen troupes bij zig heeft, en dat het hem in die qualiteit mag vrijstaan zig te vervoegen bij het 28ste regiment van Zijn Brittannische Majesteit alwaar hij luitenant colonel is en daarbij te dienen.
|
6. Den Luitenant-Gouverneur, zig hebbende geretireert op de vloot van Zijn Groot Brittannische Majesteit, vanwaar hij zijne propositien van particuliere capitulatie gedaan heeft (welke verworpen zijn) kan ik hem niet wel anders als een militair perzoon considereeren, gelijkerwijs als den commandant van 't esquader.
|
7. Den Luitenant Gouverneur zal gebragt worden na Barbados en 't zal hem vrijstaan op zijn woord na Engeland over te gaan; hij zal zijn degen behouden; zijn papieren en bagagie zullen niet ingesien of doorsogt worden en het zal hem vrijstaan zijn domisticquen met zig te neemen.
|
Toegestaan.
Den Heer Kingston geen tijd in zijn versoek bepaalende, denk ik, dat hij heeft voorgenomen den capitein Fahourdin onmiddelijk te volgen.
|
8. Den capitein Guillaume Fahourdin versoeke evengelijk all[e] andere officieren van het esquader van Zijn Groot Brittannische Majesteit met alle hunne bagagie en domesticquen in een cartelschip en aan boord van de Rodney na Barbados overgebragt te worden en wel zodra het mogelijk zal zijn; het zal hem vrijstaan op zijn woord na Engeland over te gaan; de Rodney zal aanstonds na deeze Colonie terug werden gesonden.
|
8. Toegestaan.
|
9. Het zal vrijstaan aan de officieren hunne degens te behouden, de bagagie, papieren en effecten; de officieren en matroosen Zijner Brittannische Majesteit zullen niet doorzogt of besigtigd worden.
|
Na hunne degens te hebben overgegeeven aan den officier van den Koning, commandeerende de anke[r]plaats van het esquader Zijner Brittannische Majesteit, zullen deeze worden teruggegeeven aan de capiteins en officieren, dog geene geweeren zullen blijven in de macht van de onderdaanen van de Koning van Engeland, geconsidereert van dit oogenblik als krijgsgevangen; de bagagie der Engelschen zullen niet doorsogt worden; ik zonder daarvan uyt de provisie- en koopmanschappen, zo er onder dezelve mogten gevonden werden; men zal dezelve dan nasien bij de inscheeping.
|
10. De capitein en officieren zullen overgebracht worden met hunne bagagie en domisticquen aan boord van de Orenocque om aldaar te verblijven tot de Rodney in staat zij hun na Barbados te brengen.
|
10. Toegestaan.
|
11. Men zal de nodige cartelscheepen accordeeren om na Barbados te transporteeren de officieren der marinen en matroosen van de scheepen Zijner Groot Brittannische Majesteit, welke cartelschepen van hier zullen zeylen in gezelschap van de Rodney; en de voorschreeve officieren, mariniers en matroosen zullen zodra mogelijk uytgewisselt worden teegens een gelijk getal Fransche en zodanige Fransche krijgsgevangenen als te Barbados zullen zijn, zullen geembarcqueert worden op de voorschreeve scheepen om in deeze Colonie terug gebragt te worden.
|
11. Men zal een cartelschip toestaan om de Engelsche krijgsgevangene na Barbados te transporteeren, maar de tijd van deszelfs vertrek kan niet bepaald op hetzelve tijdstip als dat der officieren, dog zulks zal weesen zodra mogelijk.
|
12. Men zal een afzonderlijk vaartuyg toestaan om na Barbados te brengen de zieken en gekwesten welke zig bevinden op de scheepen van Zijn Groot Brittannische Majesteit.
|
12. Gewijgert.
|
13. De tijd van drie maanden zal worden toegestaan aan de koopvaardijschippers omme de betaaling te bekomen van het hun verschuldigde en hunne zaaken af te doen.
|
13. Gerenvoyeert aan 't 4 articul der praeliminaire en tot het antwoord op 't 3 articul der geproponeerde capitulatie.
|
14. Het esquader Zijner Groot Brittannische Majesteit onder mijnen ordre binnen deeze rivier, zal werden overgegeeven aan de krijgsmacht Zijner Allerchristelijke Majesteit teegenswoordig in deeze rivier onder de ordres van den heer den Graaf Ksaint op de volgende wijse: wanneer de 2 brigantijns, uytmakende een gedeelte van het esquader van den heer Graaf van Ksaint, de een voerende 24 stukken kanon 12 pond en de andere 6 stukken kanon 24 pond en een mortier van 3 duym, zullen komen in het gesigt der rheede, waar zig thans bevind het esquader van Zijn Groot Brittannische Majesteit, en zullen alle de Engelsche scheepen hun canon en musquette afvuuren en hunne vlag strijken.
|
14. Toegestaan onder conditie dat de vaartuygen zullen werden overgegeeven in goede staat en zodanig als dezelve voeren onder de vlag van Zijn Brittannische Majesteit.
|
Gedaan op de plantagie de Vriendschap in de colonie Demmerary, den 3e february 1782; alle de voorgaande articulen zullen naar den letter geinterpreteert en getrouwelijk onderhouden worden.
(Was geteekend) Robert Kingston
W. Fahourdin
|
Gedaan op de plantagie de Vriendschap in de colonie Demmerary, den 3e february 1782; alle de voorgaande articulen zullen naar den letter geinterpreteert en getrouwelijk onderhouden worden.
(Was geteekend) C. de Ksaint
|
Deese capitulatie is aangenomen geworden in 't Hoff van Regeering der Colonie Berbice, den 15de February 1782 (Was geteekend) L.Ch. de Lusannet.
Gemachtigde weegen Zijne Majesteit om de capitulatie te doen accepteeren aan de Colonie de Berbice: (Was geteekend) P.H. Koppiers, Praesident van 't Hoff, H.J. Buse, J. de Vrij Jacobsz., P v. Staaden. J.W. Pronck, J.J. Swaving, Jacobus Broekhuysen secretaris.
(L.S.) Aldus vertaald uyt de origineele Fransche capitulatie, berustende ter secretary deezer Colonie Berbice, den 25ten February 1782. Bij absentie van den secretaris (Was geteekend) J.G. Rausch, gezwooren clercq.
Aangezien in de capitulatie voor Demerary en Essequebo geen articul gevonden word betrekkelijk tot de religie, de Colonie van Berbice verzogt hebben daar een articul bij te voegen welke hun verzeekert in hunne vrije godsdienstoeffeningen, is men omtrent dit articul overeen gekomen en hetselve is vastgesteld in den Raad den 15 February 1782. ----
President en Raden van Politie van Berbice. Nationaal Archief