Details van document 1005
Nummer | 1005 | ||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 28-06-1466 | ||||||||||||||||||||||||||||
Documenttype | overeenkomst | ||||||||||||||||||||||||||||
Plaats | Dülken | ||||||||||||||||||||||||||||
Vergadering | 28-06-1466 | ||||||||||||||||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Incipit | Wij Vyncentius greve to Moirsze ende to Sarwerden doin kunt, also as die hogeboren furst onse lieve gemynde here ende neve her Johan hertoge van Cleve ende greve van der Marck in vurtijden eijnen vreden endede bestant tusschen den hogeboren fursten heren Arnolt hertouge van Gelre ende van Gulick ende greve van Zutphen an eyne | ||||||||||||||||||||||||||||
Explicit | bekennen dat wij van sijnre genaden geheyte all punten dis vreden ende bestantz so voil onss die antreffen ende antreffende mogen werden, gelaift hebn to halden ende te doin na onser macht, gelijck vurs. steit, die wijle wij sijnre genaden amptlude in ennich der ampten vurs. sijn sullen, all sonder argelist. Ind des to orkonde hebn wij onse segele mede an desen brief gehangen. Gededingt ende gegeven to Dulcken in den jaere onss Heren dusent vierhondert sesindtsestich op sint Peter ende Pauwels avont die heilighen apostelen. |
||||||||||||||||||||||||||||
Regest | Vincentius graaf van Meurs verklaart namens hertog Adolf van Gelre dat het bestand tussen hertog Adolf van Gelre enerzijds en Gerhard hertog van Gulik en van den Berg en Willem van Loen graaf tot Blanckenheim, dat op de dag na sint Gereonisdag naastkomende [11 okt. 1466] zou aflopen, wordt verlengd tot sint Maartensdag 1476 [11 nov.], met nadere opsomming van bepalingen. Deze vrede was eertijds door toedoen van hertog Johan van Kleef tot stand gebracht tussen hertog Arnold enerzijds en Gerhard hertog van Gulik en Gerhard van Loen anderzijds. Medebezegeld door een groot aantal met name genoemde raden en vrienden van Adolf, enige met name genoemde ambtlieden en door Nijmegen, Roermond, Zutphen, Geldern, Venlo, Goch en Erkelenz. |
||||||||||||||||||||||||||||
Opmerking tekst | Het exemplaar in HA 8 betreft de akte door Gelre opgesteld, waarbij onder de medebezegelaars Arnhem is doorgehaald. Arnhem was namelijk sinds 27 februari 1466 in handen van Willem van Egmond, zie Alberts, Staten II, p. 53. De tekst van Nijhoff betreft de akte door Gerhard van Kleef en Willem van Blanckenheim, die abusievelijk op 28 juli 1466 is gedateerd. Het exemplaar van Keussen wordt beschreven als HSA Düsseldorf, Jülich-Berg, nr. 1103. Vergelijk HSA Düsseldorf, Jülich-Berg, nr. 319, f. 36-40. |