Details van document 101
| Nummer | 101 | ||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum | tussen 06-05-1538 en 09-05-1538 | ||||||||||||||
| Documenttype | rapportage | ||||||||||||||
| Plaats | Nijmegen | ||||||||||||||
| Vergadering | 08-05-1538 | ||||||||||||||
| Archief |
|
||||||||||||||
| Incipit | Lantdachfairt tusschenn denn durchluchtigen hoechgebaren fursten ind heeren, heeren Anthonium hertougen tot Calabrien, Lottrijngen ind Bair, marcgrave etc. ader synre ff. gen. ambassiator[en] ind banerheeren, ritterschap ind geschickte der der vrunde des laestlichen furstenn ind hertouchdom Gelre ind graeffschap Zutphen bijnnen der stat Nyemegenn aingesath ind gehallden anno XVc XXXVIII dem IX dach maij. 2 Item soe burgermeistere van wegen der stat to Nijmegen avermi[tz] oich den van Rueremunde ther lantdachfairt beschrieven, synt burg[ermeister] Jan die Groet, Marcelis van Beringen, Peter tPuth, Jan die Verv[er?] raitzvrunde, Thijs tPuth ind Johan die Roeij als van wegen der gemeijnt[ind ge?] schickte vrunde op gudesdach post Miserere Domini des aventz guet thijde [...] Nijemegen in die herberge erschienen, ind des anderen dages beschei[...] op sijnt Johans cloester to koemen, aldair nu banerheeren, ritt[erschappen] ind stede, der gair wenich waeren, versamelt wesende |
||||||||||||||
| Explicit | Neest dem soe groete kosten allenthalven gedain ind noch gedain sullen ind moeten werde die sich wijtfelldich? erstrecken willen niet op ritterschap ind stede moeijenisse toegaen, hebbenn sich die quartijren ijeder ain paert beraeden, ind nae dem beraet der van Nyemegen voirslach begert, derselvige iss dat alle die ghoene eijnige clachten gedain ind supplicatien avergegeven, hebben van gelijchen die widderparthije cautie, burge ind geloeve yeder nae advenant stellen zolde, sulx to verantworden ind der in den unrechten befonden wurde nae advenant totten uncosten contribueren ind die inden budell niet en hedden ain den lijve to straecken. Des men niet waell gefellichen geweest ind voirgeslagen, beter weer, soe dair eijnen penninck tot underhaldong mijns g.l. heren beraempt ind uthgesath is, der sich averensich? beloepen sall, dat men van sulchen avensichen? penninck die uncosten neme ind eventwaell? die gecondemnierden liet straeffen? als behoirt, dijtselve alsoe behuere? staen ind niet wieders verdragen. | ||||||||||||||
| Regest | Afgevaardigden van Venlo doen verslag van de besprekingen met de delegatie van de hertog van Lotharingen, zoals die op de landdag te Nijmegen zijn gevoerd. Er wordt onder meer gemeld dat de heer van Broekhuizen? en de heer van Grubbenforst als afgevaardigden van de landschap naar Lotharingen zijn geweest. | ||||||||||||||
| Opmerking tekst | De tekst is beschadigd door schade aan de rechterzijde van het document. Er wordt gesproken van "gudesdach post Miserere Domini" [6 mei] en van "to Nijemegen op maendach post Cantate" [20 mei]. |