Details van document 103
Nummer | 103 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 31-07-1499 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Documenttype | verbond | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Plaats | [Nijmegen] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vergadering | 31-07-1499 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Incipit | Wij Ffrederick heer tot Bronckhorst ind to Boecklo, Evert van Hekeren ind Jacop van Hacfordt, burgermeister, scepenen ind rede der vier hoeftsteden ind deels kleijnre steden der lande van Gelre ind der greefschap van Zutphen, als Nijmegen, Ruremonde, Zutphen ind Arnhem, Doesborch, Dotinchem, Lochem ind Grollo van wegen ons selven ind onser vier quartijren doen condt allen luden ind bekennen in desser openen brieve van onss ind onser naercommelingen, dat wij ter eeren ind walfaerdt des hoegebaeren doerluchtigen vermoegende fursten, onss gnaden lieven heeren heeren Kaerlls hertoge van Gelre ind van Gulick ind grave van Zutphen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Explicit | Oeck sijnt vorwerden oft yemant van bannerheren, ritterscappen ind steden slantz van Ghelre in desse guetlijke averdracht wesen wolde, die selven sold sulx mit transfix brieve doeren dessen brief gesteken moeghen verbinden, dat woe vors. steet oec vestlick to halden ind doen halden, uutgenaemen die ghene die sich in dessen neester vergangende veeden tusschen den Roemschen konincklijker maiesteit, Sassen, Beyeren, Cleve, Berghe ind Yselstein nyet getrouwelijken bij onsen gnadigen lieven herren ind der landtschappen voers. gehalden noch bewesen en hebben als goede getrouwe ondersaeten oeren landtfursten ind den lande sculdich sijn tdoen, dan die gene die daer inne gebrecklick sijn moegen ind nae erkentenisse ind goetduncken der geordinyeerden raetsfrende onsen vier hoefsteden Nijmegen, R. Z. A. voirs. daer van beteringe doen wolden ind deden, sold men zie alsdan mit oirre versegelinge als vors. to desen verbondt nomen ind alle des [genen] als vors. is geneten [genieten] laten [ende] alle sonder argelist. In oirconde der waerheit ind gansser vaster stedicheit so hebben wij Frederich here tho Bronckhorst ende tot Borckloe, Evert van Hekeren ende Jacop van Hackfort, burgmeisteren, scepen ende raijde der IIII hoeffsteden ende cleynre steden vurg. unsen ende unsen stede zegelen aen desen brieff bij unsen rechten wetenheit gehangen ende doen hangen, wilken brieve vijff sijn van wordt te worde alleyns haldende die wij Frederich ende vier hoeffsteden vurg. elck een hebben. Gegeven int jair ons Heren dusent IIIIc ende negenintnegentich up sunte Peters avont ad vincula. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Regest | Verbond tussen Frederik, heer tot Bronkhorst en Borkelo, Evert van Hekeren en Jacob van Hackfort, de hoofdsteden Nijmegen, Roermond, Zutphen, Arnhem alsmede Doesburg, Doetinchem, Lochem en Groenlo ten behoeve van de hertog. Zij komen overeen gezamenlijk op te treden en de landsrechten te handhaven. Voorts bepalen zij dat andere steden via transfixbrieven tot dit verbond kunnen toetreden,"uutgenaemen die ghene die sich in dessen neester vergangende veeden tusschen den Roemschen konincklijker maiesteit, Sassen, Beyeren, Cleve, Berghe ind Yselstein nyet getrouwelijken bij onsen gnadigen lieven herren ind der landtschappen voers. gehalden noch bewesen". Deze kunnen enkel toetreden na goedkeuring van de ridderschap en de vier hoofdsteden. Harderwijk en Elburg verklaren dat zij toetreden tot dit verbond, 1500 november 6 (GA Arnhem, OSA 5818 = GA Elburg, OSA 515 : vidimus van de regering van Arnhem van 1500 november 10, met afschrift van de verklaring van Harderwijk en Elburg) Evert van Wilp sluit zich bij het verbond aan, 1500 december 4 (GA Arnhem, OSA 5818). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opmerking tekst | Sommige afschriften zijn ingekort in de slotpassage, die van Roermond is volledig en meldt het bestaan van vijf oorkonden. OAA 2351 is een ontwerp waarbij de namen van de bannerheren, ridderschappen en steden niet genoemd worden, maar hier is wel de passage over het uitsluiten van degenen die de zijde van de Rooms koning hadden gekozen. De bijeenkomst van 31 juli was in Nijmegen afgaande op de brief van hertog Karel van Gelre aan Venlo van 26 juli 1499 (zie aldaar). |