Details van document 1053
Nummer | 1053 | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 20-07-1458 | ||||||||||||||
Documenttype | brief | ||||||||||||||
Plaats | Nijmegen | ||||||||||||||
Vergadering | 29-06-1458 | ||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||
Incipit | |||||||||||||||
Explicit | |||||||||||||||
Regest | Adolf zoon tot Gelre etc. schrijft de regering van Grave dat de raadsvrienden van de vier hoofdsteden hem bezocht hadden "doe wij bynnen lands gekomen waren". Zij hadden geklaagd dat zijn vader tal van dingen deed ten nadele van het gemene land en de onderdanen, zijn moeder en hemzelve en de kooplieden. Hij had zich bereid verklaard om deze misstanden aan te pakken vanwege de natuurlijke liefde die hij voor het land heeft. Voorts zendt hij Grave afschriften van brieven van zijn neef van Meurs, die heeft geklaagd dat lieden die vanuit Grave opereren hem schade hebben toegebracht. Verzoekt de regering maatregelen tegen deze lieden te nemen, opdat zijn neef van Meurs veel goed werk ten bate van Gelre verricht en verdere problemen uitblijven. | ||||||||||||||
Opmerking tekst |