Details van document 111
Nummer | 111 | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 01-10-1427 | ||||||||||||||
Documenttype | besluit | ||||||||||||||
Plaats | Onbekend | ||||||||||||||
Vergadering | 23-09-1427 | ||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||
Incipit | Wij Arnolt van der gnaden Gaidtz hertoge van Gelre van Gulick ind greve van Zutphen doin kont allen luden ind bekennen mit desen apenen brieve voir ons, onse erven ind nakomelingen dat wij schuldich sijn den edelen Walraeven van Moirse here tot Bair, onsen lieven neven ind rade, sijnen erven off helder dis brieffs mit sijnen wille vijffindtwijntich hondert Arnhemsche gulden | ||||||||||||||
Explicit | iRutger van Vlodoirp, Reynart van Zeller ind Peter van Steenbergen van Nyenbeicke knapen ind voirt wij burgermeysteren, scepenen ind raide der vier hoifftsteden des lantz van Gelre als Nymmegen, Ruremunde, Zutphen ind Arnhem bekenne gerne gedain to hebben omme bede ind gesynnes wille onssen lieven gnedigen heren vurs. ind hebben dairomme dess to oirkonde malck van onss, sijn ind onser stede segelen bij sijnrer gnaden segell hijr an gehangen. Gegeven in den jair onss Heren dusent vierhondert ind soevenindtwintich dess guedesdaiges op sinte Remeys dage. |
||||||||||||||
Regest | Hertog Arnold bekent dat hij Walraven van Meurs heer van Baer 2500 Arnhemse guldens schuldig is en verpandt hem daarvoor de waard, genaamd 's Gravenwaard bij Brummen; goedgekeurd door de raad van Zestien en de vier hoofdsteden. | ||||||||||||||
Opmerking tekst |