Details van document 1153
| Nummer | 1153 | ||||||||||||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum | 18-09-1502 | ||||||||||||||||||||||||||||
| Documenttype | steun | ||||||||||||||||||||||||||||
| Plaats | [Arnhem] | ||||||||||||||||||||||||||||
| Vergadering | 10-09-1502 | ||||||||||||||||||||||||||||
| Archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||
| Incipit | Wij Kaerlle van der genaden Gaedz hertoige van Gelre etc. ind greve van Zutphen doen kont soe onse lieven getrouwen burgermeisters, schepenen, raet ind gildmeisteren onser stat Arnhem nu tot onsen gesijnnen mitten andere onsen tween hoefftsteden Nijmegen ind Zutphen aen den edelen onsen lieven neven joncker Rodolph edell here to Diepholt ind an den waelgebaeren ind edelen onsen lieven neven joncker Ott greve to Redberck | ||||||||||||||||||||||||||||
| Explicit | vorder niet gehalden en sullen zijn ons tot wederstant onser vijanden to onderhalden dan tot tachtentich gewapenden ind perden toe allet ongeverlick ind sonder argelist. Des in oirconde der waerheit ind gansser vaster stedichtiet hebben wij hertoich vurs. onsen segell mit onser rechter wetenheijt an desen apenen brieve heijten ind doen hangen. Gegeven in den jaer ons Heren vifftienhondert ind twee des sonnendages na sente Lambertz dach episcopi. |
||||||||||||||||||||||||||||
| Regest | Hertog Karel van Gelre belooft aan de burgemeesters, schepenen, raad en gildemeesters van Arnhem, die zich met Nijmegen en Zutphen zowel tegenover Rodolph, edelheer tot Diepholt, als tot Ott, graaf tot Redtberch, verbonden hebben voor een aandeel van 150 paarden gedurende twee maanden, hen schadeloos te zullen stellen. Hij verklaart tevens zelf met 80 in plaats van 100 gewapenden en paarden tevreden te zullen zijn. | ||||||||||||||||||||||||||||
| Opmerking tekst | Vergelijk OA Zutphen 231 (Brief 1355) voor de mogelijke plaats van uitvaardiging. |