Details van document 1155
| Nummer | 1155 | ||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum | 01-02-1503 | ||||||||||||||
| Documenttype | brief | ||||||||||||||
| Plaats | Zutphen | ||||||||||||||
| Vergadering | 22-01-1503 | ||||||||||||||
| Archief |
|
||||||||||||||
| Incipit | |||||||||||||||
| Explicit | |||||||||||||||
| Regest | De regering van Zutphen schrijft de jonkheer van Bronkhorst dat haar afgevaardigden zijn teruggekeerd van de dagvaart met de andere drie hoofdsteden die in de week na sint Agnetis dag [22-28 jan.] te Arnhem was gehouden. Zij brachten "een nottule van den affgescheide" mee, waarin stond dat de kwartieren binnen vier dagen onderling beraad zouden houden en dan hem antwoord zouden brengen. Constateert dat deze notulen afwijken van de notulen van het beraad van de drie hoofdsteden met de kleine steden van hun kwartieren op maandag na Ponciaansdag [16 jan.] te Arnhem. Verklaart dat deze laatste notulen een getrouwer beeld van het beraad over de jonkheer van Diepholt en de betaling van de troepen geven. Zij kan de bannerheren, ridderschap en steden van de Graafschap momenteel door het hoge water niet bijeenroepen voor nader beraad over deze stukken en belooft te vergaderen over de eerst opgestelde notulen zodra het water zal zakken. | ||||||||||||||
| Opmerking tekst |