Details van document 1195
| Nummer | 1195 | ||||||||||||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum | 11-03-1497 | ||||||||||||||||||||||||||||
| Documenttype | desiderata | ||||||||||||||||||||||||||||
| Plaats | [Arnhem] | ||||||||||||||||||||||||||||
| Vergadering | 11-03-1497 | ||||||||||||||||||||||||||||
| Archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||
| Incipit | Alsoe men opten gemeijnen lantdachfart bij den banerheren, ritterscappen ende steden gehalden, averkomen is dat van banerheren, ritterscappen ende hoefftsteden sesthien van den bequempsten ordiniert solden werden in allen uwer gen. ende slantz saicken macht to hebben to raden ind to daden als dat van aldtz gewoenlich ind geboerlich is geweest ind dat uwe gnaden annemen en halden sullen eerlicke bequeme ondersaten des lantz tot uw gnaden degelixsche raide ind dat bij raide der deputierden. Item dat die selver deputierde des quartiers dair uwe gnaden in der tijt inne weren aldair |
||||||||||||||||||||||||||||
| Explicit | Item begeren dat uwe genaden tot desen punten vurs. verstaen willen ind alsdan willen banerheren, ritterscapp ind stede uwen gnaden behulp ind den vijanden wederstant doen nae alle oerer machten ind allet bij uwen gnaden vrunden van raide ind der deputeerden vurs. Bidden hieromme uwer forstlicker gnaden oetmodelick dese vurs. punten gelijck die doch opten gemeynen lantdachfarden oeverkomen sijn noch te doen halden ende nae to gaen, ind dijt van ons uwer gnaden getruwen, guetwillige ondersaten in den besten op te willen nemen, want onse guede meynonge hierin in der waerheit nyet anders en is dan uwer forstlicker genaden eer, beste ind waelfaert hierin te suecken ind voert toe setten, kenne Got almechtich die die selve uwe forstlicke gnaden to langen seligen tijden vrolich ind gesont gespaeren wille. |
||||||||||||||||||||||||||||
| Regest | De bannerheren, ridderschap en steden geven de hertog een lijst van verlangens, waarvoor zij zich bereid verklaren hem steun tegen zijn vijanden te geven. Zij willen onder meer dat er een groep van zestien wordt samengesteld om de vorst bij te staan in het landsbestuur, dat er een onderzoek komt naar giften van heerlijkheden, renten e.d., naar de besteding van ruitergelden en vergelijkbare bijdragen en dat raadsheren en bevelhebbers van steden, sloten en vlekken autochtonen zullen zijn. | ||||||||||||||||||||||||||||
| Opmerking tekst | De tekst is in Arnhem en Elburg ongedateerd, maar die in Venlo heeft op f. 2v in contemporaine hand: Item anno XCVII. Item dat tractaat tuschen ons gnedichten heren landschap. Het stuk zal vermoedelijk op de landdag van 11 maart 1497 naar voren zijn gebracht, zie lijst vergaderingen. De tekst in Arnhem heeft de volgende aanvulling op f. 1v: Item over dedinge van de hertog met Dordrecht en andere Hollanders over holt. Item over schade aan ossen die burgers en kooplieden ondervinden van die van Groningen boven geleide. Item over problemen inzake de munt en onderhoud muntordonnantie. |