Details van document 12
Nummer | 12 | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 15-06-1497 | ||||||||||||||
Documenttype | bepaling | ||||||||||||||
Plaats | Arnhem | ||||||||||||||
Vergadering | 13-06-1497 | ||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||
Incipit | Die ijrste artijckell, as van den aenleggen mijns genadichs lieven heren, nementlick van 200 reysigen perden ind vijfhondert voetknechten, sulx is geschiet tot onderhaldinge | ||||||||||||||
Explicit | Ind sall in desen lesten artikell noch staen: beheltlick doch in allen mijnen genadigen lieven heren sijnre gnaden hoicheit ind der lantscapp mitten steden oeren privilegien etc. | ||||||||||||||
Regest | Hertog Karel van Gelre antwoordt op de acht punten die de vergadering naar voren heeft gebracht over de levering van gelden voor het onderhoud van 200 ruiters en 500 man voetvolk, de munt, de vastlegging van de voorwaarden, de inning van de gelden etc. Hij verwijst bij de munt naar zijn standpunt dat hij "laitste opter dachfairt tot Tyell" kenbaar had gemaakt. |
||||||||||||||
Opmerking tekst |