Details van document 1205
Nummer | 1205 | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 29-06-1503 | ||||||||||||||
Documenttype | brief | ||||||||||||||
Plaats | Arnhem | ||||||||||||||
Vergadering | 23-06-1503 | ||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||
Incipit | |||||||||||||||
Explicit | |||||||||||||||
Regest | Hertog Karel van Gelre schrijft de regering van Zutphen naar aanleiding van haar klacht over de pondschatting, aangezien die noch door de landschappen noch door Zutphen op de gebruikelijke wijze was toegekend. Afgevaardigden van de stad hadden hier laatst ter dagvaart tegen geprotesteerd. Verklaart dat deze was toegekend voor het onderhoud van de Hessen en ander krijgsvolk in zijn afwezigheid aan zijn stadhouder Frederik heer tot Bronkhorst en Borculo op een "gemeyner lantdachvaert hijr gehalden bij onse bannerheren, ritterschap, groet ind cleyn stede onser Nederlande". Nijmegen en Arnhem hadden zich nadien aan Willem jonggraaf then Berghe op een bijeenkomst te Doesburg ook borg gesteld voor de levering van gelden voor de troepen. Hij kan derhalve voor Zutphen geen vrijstelling geven gelet op de bijzondere omstandigheden, maar de std mag zich op een latere dagvaart wel haar beklag doen indien zij dat wenst. | ||||||||||||||
Opmerking tekst |