Details van document 1256
Nummer | 1256 | ||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 18-08-1578 | ||||||||||||||||||||||||||||
Documenttype | oproep | ||||||||||||||||||||||||||||
Plaats | Arnhem | ||||||||||||||||||||||||||||
Vergadering | 04-09-1578 | ||||||||||||||||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Incipit | Ernveste ersame und wiese lieve besondere, welcker gestaltt uns in unseren eersten aenkumst und aenneminge deses guvernementz seeckere articulen bij gemeine lantschap vorgehalten oeck uperlacht worden dieselvige mijt den eedt tho bekrefftigen, als wij dan up begeren gedachtter lantschap sulcken eedt liefflick prestiert hebben | ||||||||||||||||||||||||||||
Explicit | dairmit die fruchtbairheit des lantdaeges bij gebreck van dem nit verhindert noch die landtschap in vergeeffelicken unkosten gefhurett werde. Des verlaetten wij ons gewislich tot u die wij hiermede in schutz unnd schirm des Alderhoechsten beveellen. Datum Arnhem den XVIII augusti anno LXXVIII [ondertekening]. | ||||||||||||||||||||||||||||
Regest | Jan van Nassau, stadhouder van Gelderland, schrijft de regering van genoemde stad dat hij bij zijn aankomst een eed heeft gezworen en de landschap enige artikelen had voorgehouden. Hij had deze artikelen niet kunnen uitvoeren vanwege problemen met het krijgsvolk, maar hij wil die thans op een landdag presenteren. Gelast haar op woensdagavond 3 september afgevaardigden naar Arnhem te zenden om de volgende ochtend met de landschap te vergaderen, ondermeer over zaken die sinds 1576 nog niet afgehandeld zijn en het onderhoud van het krijgsvolk. | ||||||||||||||||||||||||||||
Opmerking tekst | De tekst is voorzien van de handtekening van de stadhouder; zij is beduidend langer dan de andere oproep van 18 augustus 1578. |