Details van document 1523
Nummer | 1523 | |||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 15-01-1575 | |||||||||||||||||||||
Documenttype | desiderata | |||||||||||||||||||||
Plaats | Arnhem | |||||||||||||||||||||
Vergadering | 10-01-1575 | |||||||||||||||||||||
Archief |
|
|||||||||||||||||||||
Incipit | Hoichvermuegende furst, genediger heer unsen dienst und wes wij ennijchsijns vermuegen sie uwen f.g. jeder tijtt bereijt. Genediger furst und here, wij en twijfelen niet uwe f. g. sullen allenthalfen berijcht und geinformiert sijn durch den frij unnd bannerhern tot Hierges etc. unsern gnedigen heren stathelder, welkcker gestalt dese landen van Gelre in den quartiren van Veluwe und Veluwenzome elendichlick und erbarmlicken | |||||||||||||||||||||
Explicit | Bijttende uwe f.g. wijllen mijt brengeren dese uns tho schijcken een troeslich thoverlatich antwort warnha die underdanen sijch sullen hebben tho reguliren. Hoichvermogende furst, gnediger her die almogende Gott wijll uwen furstlichen g. in glucksaligen regijmente langh erhalden und gefrijten. Uth Arnhem den 15 januarij anno 75 under tsecret deselve stat so wij hierin deser tijt gebruicken. Uwer f.g. underdenijge getrouwe die verordente der bannerheren, rijtterschap, groet und kleijne steden deser furstendumbs Gelre und grafschapp Zutphen ijtzont tot Arnhem vergadert sijnnde. |
|||||||||||||||||||||
Regest | De afgevaardigden van de bannerheren en steden van Gelderland, bijeen te Arnhem, schrijven Requesens, gouverneur en kapitein-generaal van de Erfnederlanden, naar aanleiding van de overlast van de Spaanse en Duitse troepen in de Veluwe en de Veluwezoom. Zij hadden bij de stadhouder meerdermalen om actie verzocht, maar deze was steeds uitlandig en verklaarde dat hij allerlei zaken in Holland en Utrecht moest behandelen. Verzoeken hem de stadhouder te gelasten naar Gelderland te gaan en de overlast van de troepen te bestrijden. | |||||||||||||||||||||
Opmerking tekst | De tekst behoort als bijlage E tot de vergadering te Arnhem van 11 januari 1575. |