Details van document 158
| Nummer | 158 | ||||||||||||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum | 03-11-1564 | ||||||||||||||||||||||||||||
| Documenttype | desiderata | ||||||||||||||||||||||||||||
| Plaats | Arnhem | ||||||||||||||||||||||||||||
| Vergadering | 15-09-1564 | ||||||||||||||||||||||||||||
| Archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||
| Incipit | Leste affgescheit. Wij verordenthe der baenerheren, ritterschap unnd steden des furstendombs Gelre ende greffschap Zutphen, totten particulier gebreken der onderdanen opgemelter landen binnen der stat Arnhem tho verhoren ende helpen slichtern, tegenwoirdich gewest sijnde ongeferlich soeven weken, doen kondt und bekennen, dat wij befonden hebben hoich van noeden an tho halden und tho begeren om affstellungh der tegenwoirdige cantzler und raden uutheimsche personen als deills anderen, diewelcke die onderdanen |
||||||||||||||||||||||||||||
| Explicit | Ende wij verordenthe der baenerheren, ritterschap ende steden, gelaven ende versekeren vur ons ende onsen naekommelingen ditselve also na tho kommen ende dat bij eeren, trouwen ende geloven in rechter eidtstat sonder einigerlei exception oder uutflucht hiertegens voir tho wenden ende sonder argelist. In oirkondt der whaerheit dat dit vast, stede ende onverbrekelick gehaldenn werden sal, hebben wij verordenthe vurs. dat segell der stat van Arnhem, dat welcke wij deser tijt hierinne gebruicken, op spatium vann desen doen ende heitten drucken ende daer beneffens onse handteicken daerbij gestallt. Geschiet op vrijdach den III novembri anno XVc vier ende tsestich. Aldus onderteickent Nijmegische quartier: Gerrart Inghen Nuijlant; Wilhelm van Tuijl tho Bulckenstein; Alairdt van Bemmell [...] Arnhemsche quartier: Charl bastart van Gelre; Joseph van Arnhem; Johan tho Bocop; Johan van Zell; Rick van Essen; Dirck Rijperbant; Jacob van Ommeren; Pellegerim van den Gruithuijs; Garhart van Rijsswijck; Zweer van Hoeckelum |
||||||||||||||||||||||||||||
| Regest | De ridderschap en steden van de kwartieren Nijmegen, Roermond en Arnhem vragen, nadat zij zo'n zeven weken in Arnhem bijeen waren om allerlei klachten van particulieren te horen, om het ontslag van de huidige kanselier en raden. Zij zijn niet alleen uitheems, maar zij hebben ook tal van inbreuken gedaan op de privileges en voorrechten, inclusief het tractaat van Venlo. De aanwezigen verklaren dat zij hun verzoek heden aan de stadhouder zullen doorgeven en dat zij op 8 december wederom in Arnhem verder zullen vergaderen. Bovendien zullen zij geen gehoor geven aan oproepen e.d. die de kanselier en raden zullen doen uitgaan. Het laatste zwakken zij naderhand echter weer af, zie GA OA Arnhem 4685, f. 109-109v |
||||||||||||||||||||||||||||
| Opmerking tekst | De tekst sluit af met een opgave van namen (handtekeningen) van degenen die de inhoud van de akte ondersteunden. Het opschrift van Arnhem ("Lester affgescheit") wijkt af van dat van Harderwijk. vgl. De Meester, p. 144 en Zijp, p. 176-179 |