Details van document 1742
| Nummer | 1742 | ||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum | 11-01-1505 | ||||||||||||||
| Documenttype | desiderata | ||||||||||||||
| Plaats | Onbekend | ||||||||||||||
| Vergadering | 11-01-1505 | ||||||||||||||
| Archief |
|
||||||||||||||
| Incipit | Uijt verfolghen der Gelresschen aen onsen g. heren den konijnck omb der gebreken wille die drije stede aen den hertogh van Cleve hebben, herkomende van den tolhuijss ende mede omb des bannes wille etc. hefft onse g. here vurs. sijnen genaden commissarissen die sijne K.M. nu then Bossch geschickt hefft, last ende bevell gedaen vrunde des hertogen van Cleve bij sich then Bossche to sullen verschrijven | ||||||||||||||
| Explicit | Item offt dan der hertogh van Cleve seggen wulde, dat he des na sijnrer verschrijvong off pandtschappen nijet schuldich en weren te doin ind begert des tot verhoir to kommen vur onsen g. heren ende sijnen hoghen rait, sal men dan beyde parthijen eijnen gericht dach vur onsen g. heren ende sijnen hogen rait leggen ind die saken in recht verfolgen ende verdedingen. Item daer waeren oick noch andere wege vurgenamen as Johan van Mekeren waell seggen sall dan dat en dorsten wij omb des kosten wille nijet aen ons laden. |
||||||||||||||
| Regest | Memorie van de drie hoofdsteden aan de koning inzake hun geschil met de hertog van Kleef over het tolhuis en de ban, waarvoor de koning een bijeenkomst voor zijn commissarissen in Den Bosch heeft uitgeschreven. De Geldersen verlangen opheffing van de ban door Kleef en betaling van de jaarlijkse rente van 150 gulden door Kleef aan Nijmegen met verwijzing naar een eerdere bijeenkomst in Grave. | ||||||||||||||
| Opmerking tekst | De inventaris dateert ca. 1505 vermoedelijk op basis dat de koning Philips de Schone is die sinds 11 jan. 1505 koning van Castilië was. Het valt niet uit te sluiten dat Rooms koning Maximiliaan wordt bedoeld en dat de tekst uit de jaren 1486-1492 stamt. |