Landdagen en andere landelijke bijeenkomsten van Staten en steden in Gelre en Zutphen 1423-1584

 
English | Nederlands

Details van document 1743

Nummer 1743
Datum 22-04-1544
Documenttype besluit
Plaats Onbekend
Vergadering 22-04-1544
Archief
archief archieffonds vormcode inv. nr. folio druk pdf
Gelders archief Rekenkamer Afschrift 7203 293-295 pdf
Incipit Die keijser gesijen hebbende tgoene dat die bannerheeren, gemeijn ridderschap ende steden van den furstendomb van Gelre ende graeffschap Zutphen overgegeven hebben ende van zijne Majt. begeert, verseeckert ende versegelt to hebben, heeft op elcke artickel geaccordiert soe hier nae volght:
In den eersten soe heeft die keijzer
Explicit Item dat zijne Majt. die setden ende ondersaten van Gelre ende Zutphen die in de privilegie van die Duijtsche Hanze zijn bij heure privilegie laeten sal ende daeraff gebruijcken sonder dat zij daerinne enichsijns bij desen tractate vercort sullen werden.
Ende oick die hertoughinne weduwe van Gelre laten bij heure.
Ende van tgoene des voers. is sall zijne Majt. die landtschappen, bannerheren, gemeijne ritterschap ende steden verleenen zijne Majt. apenen brijeve in gewoentlicken formen geexpedieert.
Regest Keizer Karel V verklaart dat hij op verzoek van de bannerheren, ridderschap en steden van Gelderland diverse punten heeft geconfirmeerd, zoals een pardon van alle wandaden jegens hem gepleegd; bevestiging van alle privileges; opheffing van alle partijdigheid onder de Geldersen; aanstelling van de prins van Oranje als stadhouder en van enige raadsheren; bevestiging van het privilege de non evocando van wijlen keizer Hendrik; bediening van ambten; heffing van beden met instemming van bannerheren, ridderschap en steden; geen uitgifte van brieven van represailles door de vorst of diens vertegenwoordigders en behoud voorrechten uit privileges van de Hanze. Hij belooft deze toezeggingen in gepast open brieven uit te vaardigen.
Opmerking tekst De tekst heeft geen datering of plaats van uitvaardiging, maar zij is opgesteld voor de akte van keizer Karel V van 22 april 1544 met betrekking tot het inwendig bestuur van Gelderland.