Details van document 1758
Nummer | 1758 | ||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 04-07-1565 | ||||||||||||||||||||||||||||
Documenttype | desiderata | ||||||||||||||||||||||||||||
Plaats | Onbekend | ||||||||||||||||||||||||||||
Vergadering | 23-06-1565 | ||||||||||||||||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Incipit | Aen den coninck. Gheven in aller oetmoet, dijenstlijck to kennen bannerheeren, ridderschappen ende steden der furstendombs Gelre ende graeffschaps Zutphen, hoe dat zij op den generael lantdach bijnnen die maent junio naestvergangen in die hoeffstadt Nymmeghen aenbestempt |
||||||||||||||||||||||||||||
Explicit | aen u Con. Majt. toe willen helpen bevorderen ende bidden alsoe mit gantzen vlijt om hierop een genedighe vertroestelijcke antwoerdt toe moegen hebben ten naest aenbestemden landtdachvaert in augusto, dwelck doende etc. | ||||||||||||||||||||||||||||
Regest | Bannerheren, ridderschappen en steden van Gelderland vragen de koning de bedenkingen tegen de door de graaf van Megen, de stadhouder, op de landdag te Nijmegen in juni voorgestelde ordonnantie op de kanselarij en de resoluties daarop van de hertogin van Parma, de landvoogdes, naar aanleiding van hun klachten in september-oktober 1564 binnen Arnhem opgesteld, in overweging te willen nemen. Verzoeken hem een beslissing te nemen voor de komende landdag in augustus. | ||||||||||||||||||||||||||||
Opmerking tekst | Het betreft een concept opgesteld door Johan van den Have op 3 juli (Rek. 72203) of 4 juli 1565. Het afschrift van Arnhem heeft een afwijkend explicit: Ende bidden alsoe mit gantzen vlijt omb hierop eijn gnedige, vertroestlicke andtwort tho moegen hebben, ten naestanbesteimden lantdachfarth in augusto, wij erbieden onses hinwidder tot u Con. Majt. alle underdenicheit, gehoirsamheit ende getrouwicheit tho willen leisten. |