Landdagen en andere landelijke bijeenkomsten van Staten en steden in Gelre en Zutphen 1423-1584

 
English | Nederlands

Details van document 1769

Nummer 1769
Datum tussen 25-08-1565 en 27-08-1565
Documenttype reces
Plaats Nijmegen
Vergadering 25-08-1565
Archief
archief archieffonds vormcode inv. nr. folio druk pdf
Gelders archief Rekenkamer Afschrift 16e eeuw 7203 408-418 pdf
Incipit Anno XVc LXV opten saedtterdach nae Bartolomei wesende den XXVen dach dess maents augusti sijn op uuytscrijven mijns genedigen heeren stadtholder bijnnen Nijemegen in den Predicker broeder kloester erschenen verordente der bannerheeren, ritterschappen, geschickte der hoefft und kleine steden dess alingen furstendoms Gelre und graefschap Zutphen om sich eijner eenhelliger aenwaert
Explicit Oeck die lantschap op geener andere middell und wege bedencken wolden dan bijsheer geschiet gedechten oft sij g. die selve antwordt nijet aen tho nemen und muchte in den fal die lantschap oere antwordt in scrifften instellen und sijn g. behouden oft mochten sel men thoe Haeve trecken und die antwordt averbrengen.
Waer mit die lantschap van sijn g. gewecken van den Valckhoff affgegaen und een yeder sijns wegs gereiset.
Regest De vergadering is bijeengekomen in het Predikerbroeder klooster om antwoord te geven op het voorstel dat de stadhouder namens de koning op de laatst gehouden landdag te Nijmegen had voorgelegd. Zij hoort eerst een protest van de heer van Anholt die als oudste bannerheer de eerste plaats opeist. De stad Lochem en de heer van Keppel hebben zich afgemeld voor de bijeenkomst. De stadhouder dringt aan op het instemmen van een bede voor de landsheer; hij vindt het goed dat het antwoord de volgende dag wordt gegeven.
Op 25 aug. nodigt de stadhouder de aanwezigen uit om acht uur bij hem op het Valkhof te komen voor een gesprek met doctor Coebel, die op de noodzaak van de bede wijst. De aanwezigen wijsten desondanks op 27 aug. de bede af, waarbij zij vooral wijzen op de zware lasten en de armoede in het land. De stadhouder wijst dat dit antwoord slecht zal vallen en vraagt een schriftelijke verklaring van deze afwijzing.
Opmerking tekst De tekst lijkt incompleet afgaande op enige vreemde overgangen in het betoog; mogelijk moesten er nog stukken tussengevoegd worden. Op 28 aug. 1565 schreef stadhouder Van Brimeu vanuit Nijmegen aan landvoogdes Margaretha van Parma, dat de landdag onvoorwaardelijk had geweigerd de bede in te willigen, zie Briefwisseling PB, nr. 150.