Details van document 1774
Nummer | 1774 | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 24-04-1499 | ||||||||||||||
Documenttype | verbond | ||||||||||||||
Plaats | Onbekend | ||||||||||||||
Vergadering | 24-04-1499 | ||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||
Incipit | Wij A ind B als deputierde van den bannerheren ind ritterschappen der vier qwartieren etc., burgermeistere, scepenen ind raide der vier hoifftstede der lande van Gelre, Nijmegen, Ruremunde, Zutphen ind Arnhem, doin kondt allen luijden ind bekennen in desen apenen brieve voir ons ind onse nakomelinge, dat wij ther eren ind walfart des hogebaeren doirluchtigen fursten onss gen. lieven heren, heren Kairls hartogen van Gelre ind van Gulich ind greve van Zutphen ind deser gemeijnre lantschappen uit ganser gueder meijnonge ind beweginge eijndrechtlick avermijts gueder rijpen | ||||||||||||||
Explicit | Ind hebben des to oirkonde onse ind onsen stede segelen an desen brieff bij onsen rechten wetenheit gehangen ind doin hangen, welckoir brieve vier sijn van woirde to woirde alleens haildende der wij vier hoifftstede vurs. elck eijn hebben. Gegeven int jair onss Heren duesent vierhondert negenindtnegentich des. | ||||||||||||||
Regest | Gedeputeerden van de bannerheren en ridderschappen van de vier kwartieren en de regeringen van Nijmegen, Roermond, Zutphen en Arnhem sluiten een onderling verbond om als getrouwe onderdanen onder één vorst te staan, de privileges van het land te verdedigen en gezamenlijk beraad te plegen in noodgevallen. Ook beloven zij alleen gezamenlijk overleg te voeren met "onsen wederparthien" om tot een vrede te komen, dit alles op een boete van 6000 golden guldens bij inbreuken op deze overeenkomst. Voorts bepalen zij dat andere bannerheren, ridderschappen of steden zich door middel van een transfixbrief bij dit verbond kunnen aansluiten. | ||||||||||||||
Opmerking tekst | Het gaat hier om een ontwerp van een verbondsbrief, die geen nadere dagtekening heeft. De datering berust op SA Zutphen, OA Zutphen 227 (Brieven 958). Op f. 2v de contemporaine aantekening: Notell op den lantdachfart verraempt die eyne nyet bueten den anderen te zwoenen off dag to holden mit vorder averdrecht etc. |