Details van document 1854
Nummer | 1854 | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 31-10-1459 | ||||||||||||||
Documenttype | brief | ||||||||||||||
Plaats | Onbekend | ||||||||||||||
Vergadering | 31-10-1459 | ||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||
Incipit | Wij Adolph soen tot Gelre tot Gulich [ende ter graeffschap van Zutphen doen kont] allen luden dat ende also als eyn twist [ende onlede in den lande van Gelre] kortz voir datum dis brieffs opgeresen is geweest | ||||||||||||||
Explicit | Ende hebben des ter konden ende te getugen der wairheit onsen segel voir onss, onse erven ende nacomelingen aen desen selven brieff sonder argelist doen hangen int jair etc. | ||||||||||||||
Regest | Adolf zoon van Gelre verklaart dat de stad Venlo hem in het geschil dat hij met zijn vader had hulp en bijstand heeft gegeven en buiten zijn medeweten geen zoen wilde aangaan. Hij zegt dat er door toedoen van heer Willem broeder tot Gelre heer van Egmond, zijn oom, gedeputeerden van de bannerheren, ridderschap en vrienden van de vier hoofdsteden een zoen met zijn vader tot stand is gekomen. Belooft dat hij desgevraagd altijd alle bijstand aan de inwoners van Venlo zal geven, mochten zij vanwege hun bijstand enige problemen ondervinden. | ||||||||||||||
Opmerking tekst | Het regest dateert (1468), maar dit moet zijn circa 1459 okt. 31 op basis van Van Veen, Laatste regeeringsjaren, nr. LXIX. Dat dit afschrift in het Nijmeegs archief is terechtgekomen, kan een aanwijzing zijn dat het in Nijmegen is opgesteld. |