Details van document 1858
| Nummer | 1858 | ||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum | 18-06-1459 | ||||||||||||||
| Documenttype | brief | ||||||||||||||
| Plaats | Nijmegen | ||||||||||||||
| Vergadering | 20-06-1459 | ||||||||||||||
| Archief |
|
||||||||||||||
| Incipit | |||||||||||||||
| Explicit | Gescreven des manendaigs nae sent Vijts dach martiris anno Domini LIX. | ||||||||||||||
| Regest | De regering van Nijmegen schrijft aan de ridderschap van het kwartier Roermond, de regering van Roermond en die van de kleine steden opwaarts op de Niers die nu laatst te Roermond vergaderd waren geweest in antwoord op hun brief, waarin zij de vrees hadden uitgesproken dat de toekenning van het burggraafschap van Nijmegen, Duffel en Nergena aan jonker Adolf een aanzet tot een scheiding in Gelderland zou worden. Meldt dat het nooit haar opzet was en is om Nijmegen te scheiden van Gelderland. Geeft uitvoerige uiteenzetting dat zij in contacten met Arnold van Gelre en Philips van Bourgondië steeds met de andere steden is opgetrokken en nooit iets eigenmachtig heeft gedaan. Verklaart dat zij altijd bereid is nadere toelichting te verschaffen. | ||||||||||||||
| Opmerking tekst | De brief heeft als opschrift: Missive des stadt Nimmegen an den stadt Ruremunde ende ridderscappen, steden des Overquartiers, dat de stadt Nimmegen van den andere hooftsteden niet sal worden gescheijden als mede door de quade regeringe van hertoch Arnolt ende d’aenneminge sijns soons. De brief zal op de bijeenkomst van 20-28 juni 1459 in Roermond zijn besproken blijkens de stadsrekening van Zutphen: Des wonsdages vor sunte Johan [20 juni] Willem Lerinck weder toe Romonde to dage an den heer van Hensberch om der uijtsprake wil to vernemen ende was uijt mit tween peerden IX dage, verteert mitten presencien (OA Zutphen 1045, f. 12v). |