Details van document 186
Nummer | 186 | |||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 15-02-1541 | |||||||||||||||||||||
Documenttype | aanwijzing | |||||||||||||||||||||
Plaats | Arnhem | |||||||||||||||||||||
Vergadering | 14-02-1541 | |||||||||||||||||||||
Archief |
|
|||||||||||||||||||||
Incipit | Dem alre durluchtichsten groetmechtichsten onverwijnlichsten ffursten ind heren, heren Kaerle Roemsschen keijser tot allen tijden vermeerder dess Rijckx, conijnck toe Hispanien, beijder Cecilien, Hungerien etc. onsen alre gnedichtsen heren, voert den hoichwerdichsten hochwerdigen durluchtichsten durlichtigen eerwerdigen, werdigen waelgebaeren edellen vesten und ersamen churffursten, ffursten, graven, vrijheren ind gemeijnen stenden dess Hilligen Roemsschen Rijckx, onsen genedichsten gnedigen heren ind vrunden. Ontbieden wij banerheren, ritterschappen ind stede dess ffurstendomss Gelre ind greeffschappen Zutphen onse onderdenijch dijenst ind vrentschappen in aller gehoersam ind guetwillicheit, ende bekennen apentlick mijt desen brieve, alss hoegebernenste Roemssche Keijs. Majt. onse alregnedichster here nu onss erforderen doen hebben umb onse gesanten op desen oere Keijs. Majt. aengesatten Rijckxdach to Regensbergh to verordenen ind to schicken | |||||||||||||||||||||
Explicit | seggen oick Keijs. Majt. gerechticheit aen to hoeren ind onse noetrufft ind gestalt opt alre onderdenijchst vur to wenden dess alless to erkonde der waerheit hebben wij banerheren, ritterschappen ind stede dess opgemelten ffurstendomss Gelre ind greeffschappen Zutphen ijtzont bijnnen der stadt Arnhem opten landtdach versamelt wesende der selver stadt Arnhem secreet zegell dess wij teser tijt sementlick hijer in gebruicken hijeraen desen brieff doen hangen. Gegeven int jaer onss Heren duijsent vijffhondert ind XLI op dijnxtach der XV en dach februarij. | |||||||||||||||||||||
Regest | Bannerheren, ridderschap en steden van Gelre en Zutphen verklaren ten behoeve van alle aanwezigen op de rijksdag te Regensburg dat zij een volmacht hebben gegeven om hun standpunt kenbaar te maken inzake de opvolging in hun vorstendom. | |||||||||||||||||||||
Opmerking tekst |